Onderzoeksgroep

Expertise

Rechtspsychologisch onderzoek naar het strafrechtelijk vooronderzoek, onder meer het politieverhoor, verhoor van minderjarige verdachten, rechtsbijstand, gebruik van rechten. Rechtspsychologisch onderzoek naar rechterlijke besluitvorming in het strafrecht, meer bepaald bewijswaardering. Deskundigenonderzoek in strafzaken. Training van actoren (politie, advocatuur).

Het zwijgrecht en aanverwante rechten tijdens het politieverhoor in de fase van het strafrechtelijk vooronderzoek in de EU: juridische en empirische studie, en bijhorende best practice (EmpRISe) 01/04/2019 - 31/10/2021

Abstract

Dit project draagt rechtstreeks bij tot de prioriteiten van de EU call, namelijk een effectieve en coherentie implementatie van de Directive 2016/343, alsook van de Directives 2013/48/EU en 2016/1916. Het project zal zowel juridisch als empirisch onderzoek voeren naar de aspecten die de implementatie van het zwijgrecht en andere gerelateerde rechten zoals het recht op rechtsbijstand, het recht op informatie , toegang tot materieel bewijs of de procedurele waarborgen voor kwetsbare verdachten, dit in de context van de fase van het strafrechtelijk vooronderzoek, meer bepaald het verdachtenverhoor. Het onderzoek vindt plaats in vier EU lidstaten: België, Nederland, Italië en Ierland. Deze landen werden geselecteerd met het oog op het garanderen van variatie in gerechtelijke procedures/systemen alsook geopolitieke situaties. In het kader van het project zal een rechts vergelijking worden uitgevoerd die leidt tot het identificeren van mechanismes en factoren die de implementatie van bovenvermelde provisies beïnvloeden. Best practices in het effectueren van deze provisies in de dagelijkse praktijk van juridische actoren zullen worden geïdentificeerd aangezien er een lacune bestaat in de kennis die noodzakelijk is voor de effectieve inwerkingtreding van het zwijgrecht in het strafrechtelijke vooronderzoek in diverse lidstaten. Dit project heeft als doel om deze lacunes te bestuderen. Bijkomend heft dit project als doel om bij te dragen aan een meer evidence-based beleidsmatig discours met betrekking tot het zwijgrecht op Europees niveau alsook in de individuele lidstaten. Het zwijgrecht is één van de procedurele rechten die politie het meest bediscussieerd word ten waarvan de rationale soms in vraag wordt gesteld (bijvoorbeeld in het licht van verdachten van terrorisme of georganiseerde criminaliteit). Tegelijk is het discours betreffende het zwijgrecht vaak gedomineerd door niet getoetste en algemene assumpties, zoals 'enkele schuldigen zwijgen' of 'het zwijgrecht blokkeert effectieve onderzoeken'. Dit project heeft dan ook als doel betrouwbare en robuuste empirische data te genereren inzake de praktische implicaties van de implementatie van het zwijgrecht met het oog op het vergroten van de kwaliteit van het relevante discours ter zake.

Onderzoeker(s)

Onderzoeksgroep(en)

Project type(s)

  • Onderzoeksproject

Versterking van de bescherming van de procedurele waarborgen van verdachten in strafrechtelijke vooronderzoeken in de EU door middel van een praktijkgerichte training voor advocaten (SUPRALAT). 01/10/2015 - 30/09/2017

Abstract

De algemene doelstelling van het project is om bij te dragen aan een effectieve implementatie van de Directives 2010/64/EU on the right to interpretation and translation, 2012/13/EU on the right to information, 2013/48/EU on the right of access to a lawyer. Dit wordt nagestreefd door de ontwikkeling van een trainingsprogramma voor advocaten betreffende de dagelijkse facilitering van de procedurele waarborgen van verdachten. Het programma zal bestaan uit trainingsmodules voor praktijkmensen en uit een train-the-trainers (TTT) handleiding. De training focust op de procedure van het strafrechtelijk vooronderzoek aangezien de Richtlijnen voornamelijk deze procedurele fase zal beïnvloeden. De training is gericht op advocaten aangezien hun rol in deze fase ernstig uitgebreid zal worden door de Richtlijnen. Advocaten zullen, bijvoorbeeld, verwacht worden om de rechten van de verdachten actief te verdedigen tijdens politieverhoren, wat in de meeste landen tot op heden geen onderdeel uitmaakte van de rol van de advocaat. Niettemin zal een groot deel van het programma ook geschikt zijn voor de training van politie en magistratuur. De objectieven van het project zijn: 1. De ontwikkeling van een trainingsprogramma voor advocaten zoals hierboven beschreven en het uitvoeren van een pilot training in vier EU landen: België, Hongarije, Ierland en Nederland; 2. Het bepleiten van een praktijkgerichte training voor het faciliteren van de procedurele waarborgen van verdachten in het strafrechtelijke vooronderzoek als deel van professionele opleidingscurricula voor strafrechtsadvocaten in de EU; 3. Bijdragen aan de uitwisseling van best practices betreffende het faciliteren van de rechten opgenomen in de Richtlijnen tussen advocaten binnen de EU; 4. Promoten van joint training van professionals betrokken bij het verstrekken en/of waarborgen van de rechten van verdachten in het strafrechtelijk vooronderzoek met het oog op het voeden van hun professionele samenwerking in de toepassing van de Richtlijnen. Het project beslaat 7 fases: 1. De ontwikkeling van een Europees trainingsprogramma waarin zowel kennisgerichte als vaardigheidsgerichte modules opgenomen zijn; Kennisgerichte modules omvatten de inhoud en interpretatie van de Richtlijnen; rollen en verplichtingen van de relevante actoren zoals verondersteld in de Richtlijnen; best practices - zoals geïdentificeerd in empirisch onderzoek - inzake het faciliteren van de rechten van de verdachten. De Vaardigheidsgerichte modules betreffen de vaardigheden nodig om de procedurele rechten te waarborgen. (bijvoorbeeld om de verdachten correct te informeren over hun rechten); 2. De ontwikkeling van een TTT handleiding; 3. Aanpassing van het trainingsprogramma voor nationaal gebruik in de vier landen; 4. Train the trainers opleiding in België, Hongarije, Ierland en Nederland; 5. Pilot training in België, Hongarije, Ierland en Nederland. 6. Presenteren en verspreiden van het trainingsprogramma aan professionele organisaties betrokken bij opleiding van advocaten en andere stakeholders in de EU.

Onderzoeker(s)

Onderzoeksgroep(en)

Project website

Project type(s)

  • Onderzoeksproject

De (bewijs)waarde van verklaringen van (meewerkende) verdachten: hoe medewerking stimuleren? 01/07/2010 - 30/06/2014

Abstract

De studie onderzoekt "welke rol de verklaring van een meewerkende (on)schuldige verdachte in het Belgisch strafproces heeft?" vanuit een juridisch (bewijswaarde) alsook een rechtspsychologisch en rechtssociologisch perspectief (factoren die medewerking stimuleren). De studie omvat (1) een juridische analyse en literatuurstudie en (2) een veldstudie waarin een combinatie van kwantitatieve (vragenlijsten, dossierstudie) en kwalitatieve methoden (semi-gestructureerde interviews) wordt gehanteerd.

Onderzoeker(s)

Onderzoeksgroep(en)

Project type(s)

  • Onderzoeksproject

Multiple community policing: hoezo ? 01/12/2005 - 30/11/2008

Abstract

Dit onderzoek sluit zowel aan bij het thema dde werking van de instellingen als bij 'multiculturaliteit en sociale cohesie. Wat betreft 'de werking van de instellingen' wordt in dit onderzoek meer bepaald inzicht verworven in percepties en verwachtingen, alsook -daaraan gerelateerd- tevredenheid en vertrouwen, van etnish culturele minderheden ten aanzien van de openbare instelling politie. Ook de visie van de politie zelf over de kwaliteit die zij op dit vlak biedt en de mogelijkheden en problemen die zij daarbij in de praktijk ervaart, worden daarbij nagegaan. De studie naar interacties tussen allochtonen en politie sluit anderzijds ook duidelijk aan bij 'multiculturaliteit en sociale cohesie', Er wordt expliciet aandacht besteed aan de maatschappelijke diversiteit en de studie van de interacties tussen allochtonen en politie is gericht op het leveren van een bijdrage tot de integratie van etnischculturele minderheden in onze samenleving.

Onderzoeker(s)

Onderzoeksgroep(en)

Project type(s)

  • Onderzoeksproject