Onderzoeksgroep

Expertise

Corpuslinguïstische expertise, voornamelijk met betrekking tot het gebruik van modale werkwoorden, hulpwerkwoorden en aspectuele markers in het Duits, Engels en Nederlands - Diverse aspecten van de grammatica van het Duits (vanuit descriptief oogpunt) - Grammaticaonderwijs (met name: Duitse grammatica) - De relatie tussen taal en geslacht (in de verschillende betekenissen van het woord: Genus, Sexus, Gender)

De genderdynamiek in politieke debatten. Een diachrone kwantitatieve en kwalitatieve linguïstische analyse van interrupties in het Duitse federale parlement. 01/11/2022 - 31/10/2025

Abstract

Eerder onderzoek naar interruptiepatronen in parlementaire debatten suggereert dat het gender van de spreker een invloed heeft op de frequentie en de aard van interrupties. De relevante studies zijn echter gebaseerd op een te beperkte dataset en geen enkele studie combineert kwantitatieve en statistisch onderbouwde dataverwerking met kwalitatieve analyses van een omvangrijk en diachroon corpus. Het voorgestelde project wil hieraan tegemoet komen: het beoogt een kwantitatieve analyse van de omgang met vrouwelijke en mannelijke sprekers in een dataset van 90 000 interrupties geëxtraheerd uit de plenaire protocollen van de Duitse Bundestag, voor drie periodes, i.e. de jaren 1950, 1980 en 2010. Concreet willen we nagaan of, parallel met de toenemende participatie van vrouwen, (1) de frequentie waarmee vrouwelijke (vs. mannelijke) sprekers onderbroken worden, wijzigt en (2) of er wijzigingen zijn in de manier waarop ze geadresseerd worden. Een kwalitatieve analyse, gebaseerd op linguïstische beleefdheidstheorie, van een kleinere dataset van interrupties uit debatten over het gendergevoelige onderwerp 'abortus' moet bovendien subtielere verschillen tussen interrupties gericht op mannelijke versus vrouwelijke sprekers blootleggen. Finaal hoopt het project te tonen hoe graduele maar tegelijkertijd fundamentele maatschappelijke veranderingen m.b.t. vrouwenemancipatie gereflecteerd worden in de linguïstische dynamiek van de publieke interactie in een gevestigde politieke instelling.

Onderzoeker(s)

Onderzoeksgroep(en)

Project type(s)

  • Onderzoeksproject

Een corpusgebaseerde analyse van grammaticale cohesie in Duits T2: inzichten in het effect van de moedertaal op academische schrijfvaardigheid in een vreemde taal. 01/11/2022 - 31/10/2024

Abstract

Dit project onderzoekt hoe gevorderde leerders van het Duits als vreemde taal (T2) cohesie creëren in hun academische teksten. Het is belangrijk in academisch taalgebruik om cohesieve teksten te schrijven, d.w.z., grammaticale en lexicale middelen zo te gebruiken dat de logische structuur van een tekst duidelijk wordt. Uit onderzoek naar Engels T2 blijkt dat leerders cohesiemiddelen anders gebruiken dan moedertaalsprekers (T1). Het gebruik van cohesiemiddelen door leerders van andere talen dan het Engels heeft tot heden echter weinig aandacht gekregen in het onderzoek naar T2-verwerving. Dit project wil deze leemte vullen door een analyse van grammaticale cohesie in samenvattingen die door T2-leerders van het Duits zijn geschreven. Het doel van de studie is drieledig: (1) empirisch onderzoek naar de rol van de T1 in het taalgebruik van T2-leerders van het Duits met betrekking tot cohesie; (2) analyse van overeenkomsten en verschillen in het gebruik van cohesiemiddelen in Duits T1 en T2, met een focus op specifieke kenmerken van cohesie bij leerders met Nederlands T1; (3) samenstelling van de benodigde corpora voor de analyse. Voor de contrastieve corpusanalyse zal ik een nieuwe methode gebruiken waarbij drie corpora in opeenvolgende cycli vergeleken worden. Op deze manier levert dit project een bijdrage aan het groeiend aantal leerderscorpora en bevordert het de theoretische inzicht in T1-specifieke en T1-onafhankelijke kenmerken van cohesie in leerderstaal.

Onderzoeker(s)

Onderzoeksgroep(en)

Project type(s)

  • Onderzoeksproject

Academische taalvaardigheid in Duits als vreemde taal: een corpusgebaseerd contrastief onderzoek naar cohesie in geschreven leerderstaal. 01/10/2020 - 30/09/2024

Abstract

In dit project onderzoeken we de schrijfvaardigheid van gevorderde leerders van het Duits als vreemde taal (T2) op het gebied van cohesie. Om lezersvriendelijke teksten in academische en professionele settings te schrijven, moeten leerders de gangbare cohesiemiddelen van de vreemde taal beheersen. Door het doelgerichte gebruik van cohesiemiddelen maakt een auteur de onderliggende logische structuur van een tekst zichtbaar voor de lezer. Deze lexicale en grammaticale middelen dienen ertoe woorden op een effectieve manier te verbinden tot zinnen, alinea´s, ideeën en teksten. Omdat het gebruik van cohesiemiddelen sterk taalafhankelijk is en de traditionele grenzen tussen woordenschat en grammatica doorbreekt, moet aan dit onderwerp bijzondere aandacht worden besteed in het (hoger) taalonderwijs. Gelet op het belang van cohesie voor effectieve tekstproductie is er tot op heden verrassend weinig onderzoek verricht in vreemdetaalverwerving dat op dit onderwerp focust. De bestaande studies beperken zich meestal tot cohesie in het Engels als vreemde taal; het onderwerp speelt verder weinig of geen rol in onderzoek naar vreemdetaalverwerving van andere talen, zoals het Duits. Tegelijk zien we dat cohesie in vertaalwetenschappelijk onderzoek een alsmaar grotere rol speelt. Hieruit zijn reeds belangrijke theoretische inzichten over het verschil in cohesievorming tussen talen voortgevloeid, die ook het onderzoek naar vreemdetaalverwerving kunnen bevorderen. Een tweede lacune doet zich voor op het gebied van het vreemdetalenonderwijs. Ook hier wordt weinig aandacht aan cohesie besteed, met als gevolg dat zelfs gevorderde leerders cohesiemiddelen op een manier gebruiken die afwijkt van de doeltaalnormen. Met dit project beogen we een omvattende analyse van cohesie in academische teksten (meer bepaald in samenvattingen) van leerders met Duits als vreemde taal en willen we op deze manier de beschreven lacunes vullen. Daarbij streven we drie doelen na: (1) we willen de manier waarop geavanceerde leerders cohesiemiddelen gebruiken vergelijken met het gebruik door moedertaalsprekers, (2) we willen de specifieke kenmerken van cohesie bij leerders met het Nederlands als moedertaal onderzoeken; in het kader van dit project wordt daarom een nieuw corpus van samenvattingen in Duits T2 aangemaakt die geschreven zijn door studenten met Nederlands als moedertaal, een novum binnen het groeiende aantal leerderscorpora. (3) we willen onze theoretische bevindingen vertalen naar voorstellen voor een doeltreffende didactische aanpak van cohesie in het (academische) vreemdetalenonderwijs. Ook in methodologisch opzicht is het projectvoorstel vernieuwend omdat we een benadering beogen die baseert op opeenvolgende contrastieve corpusgebaseerde analyses. Hiervoor hebben we drie vergelijkbare corpora gekozen, een bestaand corpus van samenvattingen geschreven door Duitstalige studenten, een bestaand corpus van samenvattingen geschreven door leerders van het Duits met diverse moedertalen, en ons nieuw corpus van samenvattingen geschreven door leerders van het Duits met Nederlands als moedertaal. Met ons onderzoek leveren we een belangrijke bijdrage binnen het corpuslinguïstisch gebaseerd onderzoek naar leerderstaal, met name de kennis over de kenmerken van cohesie die al dan niet aan een bepaalde moedertaal (hier: Nederlands) toe te schrijven zijn. Eveneens zullen uit ons onderzoek voorstellen voortvloeien voor een doelgerichte innovatieve aanpak van cohesie als belangrijk onderdeel in het academische vreemdetalenonderwijs.

Onderzoeker(s)

Onderzoeksgroep(en)

Project type(s)

  • Onderzoeksproject

De genderdynamiek in politieke debatten. Een diachrone kwantitatieve en kwalitatieve analyse van interrupties in het Duitse federale parlement 01/11/2021 - 31/10/2022

Abstract

Voorgaand onderzoek naar interruptiepatronen in parlementaire debatten suggereert dat het gender van de spreker een invloed heeft op de frequentie en de aard van interrupties. De relevante studies zijn echter gebaseerd op een te beperkte dataset en geen enkele studie combineert kwantitatieve en statistisch onderbouwde dataverwerking met kwalitatieve analyses van een omvangrijk, en diachroon, corpus. Het hier voorgestelde project wil tegemoet komen aan deze tekortkomingen: het beoogt een kwantitatieve analyse van de omgang met vrouwelijke en mannelijke sprekers in een dataset van 90 000 interrupties geëxtraheerd uit de plenaire protocollen van het Duitse federale parlement, voor drie periodes, i.e. de jaren 1950, 1980 en 2010. Concreet willen we nagaan of, parallel met de toenemende emancipatie en participatie van vrouwen, (1) de frequentie waarmee vrouwelijke (vs. mannelijke) sprekers onderbroken worden, wijzigt en (2) of er wijzigingen zijn in de manier waarop ze geadresseerd worden. Een kwalitatieve analyse van een kleinere dataset van interrupties uit debatten over het gendergevoelige onderwerp 'abortus' moet bovendien meer subtiele verschillen tussen interrupties gericht op mannelijke versus vrouwelijke sprekers blootleggen. Finaal hoopt het project bij te dragen tot het onderzoek naar vrouwenemancipatie en gender bias in publieke interactie.

Onderzoeker(s)

Onderzoeksgroep(en)

Project type(s)

  • Onderzoeksproject

Sollen, wollen en de conjunctief presens. Naar een enkelvoudige beschrijving van de relatie tussen evidentialiteit, modaliteit en indirecte rede. 01/10/2013 - 30/09/2015

Abstract

De deiktische analyse van sollen, wollen en de conjunctief presens, als indicatoren van indirecte verbale informatie, legt een aantal verschillen bloot in de verhoudingen tussen de spreker en de informatiebron in deze elementen. Deze verschillen worden als indicatief gezien voor een gradueel continuüm tussen de categorieën 'evidentialiteit' en 'indirecte rede', die sterker vervlochten lijken te zijn dan voorgaand onderzoek laat vermoeden. Bovendien werpt de deiktische analyse vragen op over de categoriale status van sollen, wollen en de conjunctief presens als modale dan wel evidentiële elementen.

Onderzoeker(s)

Onderzoeksgroep(en)

Project type(s)

  • Onderzoeksproject

Sollen, wollen en de conjunctief presens. Naar een enkelvoudige beschrijving van de relatie tussen evidentialiteit, modaliteit en indirecte rede. 01/10/2011 - 30/09/2013

Abstract

De deiktische analyse van sollen, wollen en de conjunctief presens, als indicatoren van indirecte verbale informatie, legt een aantal verschillen bloot in de verhoudingen tussen de spreker en de informatiebron in deze elementen. Deze verschillen worden als indicatief gezien voor een gradueel continuüm tussen de categorieën 'evidentialiteit' en 'indirecte rede', die sterker vervlochten lijken te zijn dan voorgaand onderzoek laat vermoeden. Bovendien werpt de deiktische analyse vragen op over de categoriale status van sollen, wollen en de conjunctief presens als modale dan wel evidentiële elementen.

Onderzoeker(s)

Onderzoeksgroep(en)

Project type(s)

  • Onderzoeksproject

Tekst en muziek in transformatie en interactie. Een onderzoek naar de relatie tussen de vroeg-20ste-eeuwse Duitse poëzie en Arnold Schönbergs vrij-atonale compositietechniek. 01/01/2007 - 31/12/2008

Abstract

Doel van het project is een analyse van de relatie tussen enerzijds de compositietechnische strategieën in de vrij-atonale werken van Arnold Schönberg en anderzijds de kenmerken van de hiermee verbonden Duitstalige poëzie. Aan de hand van een grondige analytische studie van zowel de muziekpartituur als de getoonzette gedichten (vorm, structuur, inhoud) zal nagegaan worden op welke manier bepaalde aspecten van de contemporaine poëzie mogelijk richtinggevend geweest zijn voor de muzikale compositie.

Onderzoeker(s)

Onderzoeksgroep(en)

Project type(s)

  • Onderzoeksproject

Congrestoelage : Organisatie Workshop "Modalität : kontrastiv". 13/09/2004 - 31/12/2004

Abstract

Onderzoeker(s)

Onderzoeksgroep(en)

Project type(s)

  • Onderzoeksproject

Modus en modaliteit. 01/01/2003 - 31/12/2006

Abstract

Dit project onderzoekt de systemen van zinsmodus en (deontische en epistemische) modaliteit en hun interrelaties. Er worden twee parallelle onderzoekssporen bewandeld: een typologisch spoor, waarin een breedteanalyse van de systemen in 500 talen wordt gemaakt, en een taalspecifiek spoor, waarin een diepteanalyse van de systemen wordt uitgevoerd in het Nederlands, Duits en Engels. Het onderzoek beoogt een bijdrage aan de cognitief-functionele theorievorming over taal.

Onderzoeker(s)

Onderzoeksgroep(en)

Project type(s)

  • Onderzoeksproject