Onderzoeksgroep

Expertise

Tomaso's hoofdlijn van onderzoek richt zich op het verband tussen wetgeving en voedsel, met bijzondere aandacht voor de internationale dimensie (handel, investeringen en het recht van de mens op voedsel) en de implementatie van lokale praktijken. In zijn laatste academische werk heeft hij zich gericht op de EU-regulering van voedselverspilling, op de rol van het mededingingsrecht bij het belemmeren van gecoördineerde pogingen om het wereldwijde voedselsysteem te verbeteren en op het idee van het voedselsysteem als een commons (vergelijkbaar met lucht, water) , zon, enz.). Hij is mede-onderzoeker in een door UKRI-AHRC gefinancierd project getiteld 'Voedselzekerheid ten tijde van de klimaatverandering: leren en bottom-up ervaringen uit het Caribisch gebied delen', waar hij samenwerkt met lokale en academische partners uit Puerto Rico, Jamaica, Belize , Colombia, Antigua en Barbuda en het Verenigd Koninkrijk. Zijn tweede onderzoekslijn betreft de sociaal-juridisch-financiële constructie van groene obligaties als een nieuwe / oude financieringsvorm die het schuldinstrument combineert met de wens om duurzame en groene toekomst op te bouwen. Hij is mede-onderzoeker van een door de British Academy gefinancierd project dat de uitbreiding van de markt voor groene obligaties in Brazilië bekijkt vanuit het oogpunt van lokale gemeenschappen en de mensen die worden getroffen door de realisatie van deze nieuwe ronde van grootschalige ontwikkeling. projecten.

Recht en rechtsgeleerden ten tijde van nieuwe genomische technologieën voor voedselproductie. 01/12/2023 - 30/11/2025

Abstract

De introductie van nieuwe genomische technologieën (NGT) in de EU is onlangs ondersteund door de presentatie van een wetgevingsvoorstel door de Europese Commissie. Op het gebied van voedselsystemen lijkt het duidelijk dat ze worden beschouwd als een belangrijke pijler voor de toekomst, waarbij de Commissie, EU-partijen en sommige delen van de private sector deze technologische stap presenteren als de oplossing voor de meeste problemen (productiviteit, aanpassing aan klimaatverandering, veerkracht, honger, etc.). Deze snelle evolutie heeft echter vaak de bestaande regelgevende structuren ingehaald, waardoor hiaten, dubbelzinnigheden en onzekerheden zijn ontstaan die moeten worden begrepen en aangepakt om een ethisch en rechtvaardig gebruik (of niet-gebruik) te garanderen. Aangezien de normalisatie van deze technologieën onomkeerbaar lijkt te zijn, wordt het daarom cruciaal om een diepgaand begrip te genereren van de manier waarop de regelgevende kaders zijn veranderd en van de manier waarop wet- en regelgeving rekening houden met de internalisatie van mogelijke negatieve externe effecten, welke vragen er worden gesteld en hoe verschillende wettelijke kaders worden ingezet om zich bezig te houden met NGT's, hun aanpassing en hun bestuur. Dit resultaat overstijgt echter de grenzen van dit project, de lengte ervan en het budget.

Onderzoeker(s)

Onderzoeksgroep(en)

Project type(s)

  • Onderzoeksproject

Bewoonbaarheid van klimaatverandering voorbij het punt van geen terugkeer: co-ontwerp van aanpassingsplannen, verlies en schade en onderzoek naar herplaatsingsstrategieën met gemeenschappen in kleine eilandstaten in ontwikkeling. 01/11/2022 - 31/10/2025

Abstract

De klimaatnoodsituatie is een realiteit. Gemeenschappen in laaggelegen kustgebieden, met name in kleine insulaire ontwikkelingslanden, worden geconfronteerd met een existentieel risico voor hun levensonderhoud als gevolg van extreme weersomstandigheden en een langzame stijging van de zeespiegel. Prangend voor beleidsmakers is de toekomstige en langdurige (on)bewoonbaarheid van deze kustgebieden en de mogelijkheid van terugtrekking en verplaatsing. Het leven na het "punt van geen terugkeer" als gevolg van klimaatverandering vereist extensief onderzoek naar de uitdagingen omtrent historische banden met land, cultuur en risicoperceptie, de sociale aanvaardbaarheid van aanpassing, grondbezit en compensatie. Empirische studies moeten de stem van de gemeenschappen op de voorgrond van klimaatverandering en bewoonbaarheidskwesties brengen, met als doel informatie te verstrekken over lokaal-nationaal en internationaal aanpassingsbeleid en het ontwerp van compensatie-instrumenten voor aan verplaatsing gepaarde niet-economische verliezen (cultuur en plaats-contextuele identiteit). Dit project maakt gebruik van multidisciplinaire methoden in twee gevalsstudies (Anguilla en Barbuda) om een radicale omslag in adaptatiestudies en implementatie te onderzoeken en te ondersteunen, gebaseerd op bottom-up benaderingen voor het co-ontwerpen van adaptatiepaden waar kustterugtrekking en -verplaatsing gepaard gaan met versterking van de gemeenschap, eigenaarschap en naleving van basisrechten.

Onderzoeker(s)

Onderzoeksgroep(en)

Project type(s)

  • Onderzoeksproject

Containerhavens als lokaal-mondiale juridische actoren: een vergelijkende sociaal-juridische analyse van vijf van de grootste containerhavens in de wereld ten tijde van pandemische, klimatologische en sociale uitdagingen. 01/01/2022 - 31/12/2025

Abstract

Het geglobaliseerde handelssysteem is afhankelijk van de mogelijkheden voor bedrijven, mensen en landen om zich met elkaar te verbinden en goederen uit te wisselen. In 2019 werden in havens wereldwijd 811 miljoen Tons Equivalent Units aan containers behandeld. Dit betekende een wereldwijde groei van 2 procent ten opzichte van 2018, wat de groeitrend van de afgelopen twee decennia bevestigt. Containerhavens zijn essentiële knooppunten van de wereldeconomie en zijn voorwerp van academische studies vanuit verschillende invalshoeken. Vaak wordt vergeten dat containerhavens niet alleen internationale verbindingen tot stand brengen, maar ook lokale en materiële verbindingen met stedelijke ruimtes, plekken van productie, landgebruik, luchtkwaliteit, het leven van arbeiders, enz. Dit voorstel vertrekt van de bestaande literatuur over containerhavens als globale actoren en werpt een licht op containerhavens als lokaal-globale sociaal-juridische constructies met een aanzienlijke lokale en globale impact. Door een combinatie van deskresearch en een empirische studie van vijf van de grootste containerhavens ter wereld (Shanghai, Antwerpen, Buenaventura, Tanger en Los Angeles), zal het onderzoek een uniek kwalitatief en kwantitatief inzicht geven in deze wereldhavens als complexe sociaal-juridische ruimtes wiens bestuursstructuur, regelgevende kaders, duurzaamheidsdoelstellingen en politieke processen een significante impact kunnen hebben op meerdere lokaliteiten in de maatschappij.

Onderzoeker(s)

Onderzoeksgroep(en)

Project type(s)

  • Onderzoeksproject

Milieubeleidsinstrumenten in goederenketens; vergelijking van multi-level governance voor biodiversiteit en klimaatactie in Brazilië, Colombia en Indonesië (EPICC-Topup). 15/01/2021 - 14/04/2024

Abstract

Context: De omvorming van natuurlijke ecosystemen voor gebruik als landbouwgrond en voor de winning van mineralen is een van de belangrijkste oorzaken van het verlies aan biodiversiteit in de wereld. Tegelijkertijd vormen ontbossing en aantasting van bossen in de tropen de op één na grootste bron van broeikasgasemissies wereldwijd. Ondanks het wetenschappelijk bewijs dat landbouw en mijnbouw grote bedreigingen vormen voor de biodiversiteit en het mondiale klimaat, worden de grenzen van de mondiale waardeketens steeds verder verlegd tot in de tropische bossen, met ontbossing, aantasting van bossen en verlies van biodiversiteit tot gevolg. De planetaire organisatie van waardeketens is een deel van het probleem: ze versterkt de behoefte aan vlees en mineralen, vergroot de afstand tussen de locaties van winning en productie, en de plaatsen van verwerking en eindconsumptie. Deze ontkoppeling zorgt ervoor dat de consumptielocaties losgekoppeld worden van de lokale socio-ecologische effecten van de productie. De laatste jaren zijn consumenten, regeringen en in de EU gevestigde bedrijven steeds meer op zoek naar oplossingen voor de ecologische en sociale externe effecten van ingevoerde basisproducten zoals vlees en mineralen. Deze hernieuwde gevoeligheid heeft geleid tot nieuwe regelgeving (bijv. de FLEGT-richtlijn van de EU), maar ook tot transnationale bedrijven die richtsnoeren voor beste praktijken en certificeringsregelingen (bijv. Fairmined) hebben ingevoerd. Belangrijkste doelstellingen en methodologie: EPICC past een polycentrische benadering van governance en milieurechtvaardigheid toe om vier geselecteerde basisproductketens te onderzoeken (vee, palmolie, goud en tin) die de Europese markt 'voeden'. EPICC tracht de bestuurs- en machtsverbanden in kaart te brengen die de meervoudige productie- en transformatiegebieden en hun meervoudige rechtssystemen verbinden met de Europese regelgevende, politieke en sociaaleconomische ruimte. Op die manier identificeert en analyseert EPICC hefboomeffecten (chokeholds) en blinde vlekken, en werpt het licht op de micro- en macroomstandigheden die de beperking van de milieu- en sociale effecten op de geselecteerde productielocaties (in Brazilië, Colombia en Indonesië) kunnen vergemakkelijken. Potentieel effect: EPICC zal bijdragen tot de productie van nieuwe bottom-up en co-geconstrueerde multidisciplinaire wetenschappelijke kennis over de interacties tussen transnationale productieketens die de EU bereiken, klimaatverandering, verlies van sociale en biologische diversiteit en territoriale ecologische onrechtvaardigheden. Het zal de geografische en disciplinaire syllabus waarin verlies van sociale en milieudiversiteit en klimaatverandering vaak worden geplaatst, ter discussie stellen. Zij zullen worden bestudeerd door de bril van de complexe reeks materiële en immateriële relaties die bestaan tussen de lokale en de mondiale economie, hun instellingen, actoren en interacties (onder meer via de regelgeving, de wetgeving en de particuliere interventies die worden ondernomen door de EU en EU-actoren zoals NGO's, organisaties uit het maatschappelijk middenveld en DE particuliere actoren) Het zal de mainstream governance-studies verrijken met een perspectief van politieke ecologie, ecologische rechtvaardigheid en transnationale waardeketens. Het zal de onderlinge verbondenheid van besluitvorming, van mondiaal tot lokaal, aan het licht brengen, zodat beleid en interventies op alle niveaus van de keten worden bepaald door een lokaal geworteld, ecologisch rechtvaardig, complex en multidisciplinair begrip van het feit dat wat er op het terrein gebeurt samenhangt met het netwerk van particuliere actoren, instellingen en machtsdynamieken die vorm, bestuur en werking binnen de waardeketens.

Onderzoeker(s)

Onderzoeksgroep(en)

Project type(s)

  • Onderzoeksproject

Milieubeleidsinstrumenten in goederenketens; vergelijking van multi-level governance voor biodiversiteit en klimaatactie in Brazilië, Colombia en Indonesië (EPICC). 15/12/2020 - 31/03/2025

Abstract

Context: De omvorming van natuurlijke ecosystemen voor gebruik als landbouwgrond en voor de winning van mineralen is een van de belangrijkste oorzaken van het verlies aan biodiversiteit in de wereld. Tegelijkertijd vormen ontbossing en aantasting van bossen in de tropen de op één na grootste bron van broeikasgasemissies wereldwijd. Ondanks het wetenschappelijk bewijs dat landbouw en mijnbouw grote bedreigingen vormen voor de biodiversiteit en het mondiale klimaat, worden de grenzen van de mondiale waardeketens steeds verder verlegd tot in de tropische bossen, met ontbossing, aantasting van bossen en verlies van biodiversiteit tot gevolg.

Onderzoeker(s)

Onderzoeksgroep(en)

Project type(s)

  • Onderzoeksproject

Duurzame ontwikkeling en ecologische rechtvaardigheid. 01/10/2019 - 30/09/2024

Abstract

Tien jaar geleden zag de wereld dat financiën elk aspect van de wereldeconomie waren doorgedrongen. Toen was het duidelijk dat financiële belangen niet konden bouwen aan een betere en andere wereld. Tien jaar later, heeft de COP24 een visie op duurzaamheid en beperking van en aanpassing aan klimaatverandering gelegitimeerd waar duurzaamheid rijmt met winstgevendheid. Financiële actoren behalen steeds meer grote opbrengsten door te investeren in de transitie naar 'groenere' infrastructuur, inclusief de niet zo groene Chinese groene gordel en wegen en dammen zoals de Belo Monte, een project dat oorspronkelijk koolstofkredieten aanvraagde en werd bestempeld als een duurzame investering. Evenzo kunnen ze geld verdienen met rente die wordt betaald door steden die proberen hun milieu impact te verminderen, aan te passen aan klimaatverandering en meer duurzame oplossingen te implementeren. Groene obligaties zijn een van de belangrijkste instrumenten die worden gebruikt om middelen naar de groene transitie te kanaliseren, maar ze zijn niet voldoende besproken of begrepen vanuit het oogpunt van de wet en sociaal-ecologische rechtvaardigheid. Als geld de drijvende kracht is, mogen we niet verwachten dat particuliere investeerders die interesse hebben in projecten die niet voldoende rendement opleveren, om mensen of steden te ondersteunen die niet kunnen betalen voor de dienst of voor de schuld, of om arme en kwetsbare mensen te beschermen tegen klimaatverandering. Het project gaat kritisch om met groene obligaties en met de veronderstelling dat klimaatverandering zou moeten worden bestreden volgens de regels van Wall Street, d.w.z. dat mensen en de planeet moeten worden ondersteund alleen op basis van het al dan niet genereren van geld.

Onderzoeker(s)

Onderzoeksgroep(en)

Project type(s)

  • Onderzoeksproject

Een beleidsdocument voorbereiden over de financialisering van de Europese voedingssector en het rendement van investeerders, en de speculatieve praktijken die een impact hadden op de sterke stijging van de consumentenprijzen. 13/06/2023 - 30/09/2023

Abstract

Het cumulatieve effect van de voedselinflatie en de omhoogschietende energiemarkten is desastreus voor de Europese bevolking. Vooral voor de groepen die zich al in de marge bevinden. Volgens een studie van de Gezamenlijke Raad voor Onderzoek van december 2022 hebben "de stijgende kosten van levensonderhoud tussen augustus 2021 en augustus 2022 de materiële en sociale deprivatie op EU-niveau met ongeveer 2 procentpunten doen toenemen en in bepaalde lidstaten met wel 6 procentpunten. De overeenkomstige effecten op absolute monetaire armoede zijn aanzienlijk groter en bedragen gemiddeld 4,4 procentpunten en tot 19 procentpunten op nationaal niveau." Het is onvermijdelijk dat de hoge inflatie en de hoge voedselprijzen snel hebben bijgedragen aan de verscherping van de reeds bestaande omstandigheden van voedselarmoede en voedselonzekerheid, maar ook honderdduizenden nieuwe mensen hebben toegevoegd aan de groep van voedselonzekere mensen in het hele continent. In deze tijd van crisis hebben sommige grote bedrijven in ons voedselsysteem die voedsel verhandelen, verwerken en produceren - vergelijkbaar met bedrijven in de energiesector - recordwinsten geboekt en grote bedragen uitgekeerd aan hun aandeelhouders. Uitzonderlijk grote winsten in een tijd van crisis hebben geleid tot beschuldigingen van hebzucht en woekerwinsten. Tegelijkertijd hebben de hogere voedselprijzen die producenten hebben betaald, niet geleid tot dezelfde stijging van de winsten van boeren, omdat de hogere productiekosten grote delen van de winst aan inkomsten hebben tenietgedaan. Dit roept de vraag op wie er profiteert van de huidige crisis en welke structuren deze spelers in staat stellen om te profiteren. Het antwoord ligt in een combinatie van marktconcentratie, macht en bedrijfsstrategie en een toenemende verwevenheid tussen voedsel en financiële systemen die kenmerkend is voor ons huidige voedselsysteem. Dit rapport toont aan dat hoge winsten in tijden van crisis geen uitzonderlijke of geïsoleerde gebeurtenis zijn of een gevolg van de acties van een paar 'zich misdragende' of 'onethische' grote bedrijven, maar een symptoom van een zeer disfunctioneel en kwetsbaar voedselsysteem waarvan we afhankelijk zijn. Terwijl de zwakheden van ons voedselsysteem de neiging hebben om alleen politieke aandacht te krijgen in tijden van hoge prijzen, stellen wij dat beleidsmakers moeten afstappen van de focus op externe schokken - zoals de Covid-19 pandemie en de oorlog in Oekraïne - en zich moeten richten op de structuren die deze kwetsbaarheid voor schokken produceren en reproduceren en op de interne denkfouten van het wereldwijde voedselsysteem, om zowel de huidige als de voorbije voedselprijscrises te begrijpen.

Onderzoeker(s)

Onderzoeksgroep(en)

Project type(s)

  • Onderzoeksproject

Verstrekking van deskundig advies over juridische en quasi-juridische strategie in de zaak van grootschalige luxe resorts en de bouw van luchthavens op het eiland Barbuda (Antigua en Barbuda). 15/09/2022 - 30/03/2023

Abstract

- Ondersteuning van het interne team van GLAN bij de ontwikkeling en uitvoering van een holistische juridische strategie voor het specifieke geval van Barbuda. - Ondersteuning van het interne team van GLAN bij het bepalen van een strategie voor het verzamelen van bewijsmateriaal en de beste manier om dit te bevorderen. - Ondersteuning van het interne team van GLAN bij het bepalen en opstarten van rechtszaken op nationaal niveau (Antigua en Barbuda) en - eventueel - op transnationaal niveau buiten Antigua en Barbuda. - Levering van juridische input voor de internationale campagne en de strategie voor juridische belangenbehartiging - Terbeschikkingstelling van contacten en netwerken voor de ontwikkeling van een transnationale juridische actie tegen soortgelijke ontwikkelingen in het Caribisch gebied. Kick-off van het gesprek met andere mogelijke partners voor GLAN.

Onderzoeker(s)

Onderzoeksgroep(en)

Project type(s)

  • Onderzoeksproject

Kapitalisme bij rampen in het Caribisch gebied: Netwerken, delen en leren van gemeenschapsreacties. 01/09/2022 - 28/02/2024

Abstract

In de context van politieke, ecologische en sociale precariteit en verzet, is het project Disaster Capitalism in the Caribbean Region: Networking, Sharing and Learning from Community Responses, gesteund door een subsidie uit 2022 van de Open Society Foundations, heeft als doel het delen van verhalen en ervaringen van regionale basisorganisaties over hun ervaringen met rampenkapitalisme op verschillende schaalniveaus. Het project bouwt voort op eerder werk van het 2020 UK Global Challenges Research Funded, (GCRF) Food Insecurity at the Time of Climate Change project dat werd geleid door de Universiteit van Bristol, met hoofdonderzoeker Dr Jessica Paddock. Het GCRF-project verenigde vier academische/universitaire partners en 5 grassroots maatschappelijke organisaties in vijf Caribische landen, namelijk Barbuda, Belize, Colombia, Jamaica en Puerto Rico, om ervaringen uit te wisselen over voedselonzekerheid en klimaatverandering. Dit heeft geleid tot de oprichting van een regionale gemeenschap en website, Stronger Caribbean Together, ter versterking van de inspanningen van grassroots organisaties om voedselonzekerheid en klimaatproblemen aan te pakken (https://strongercaribbeantogether.org/). Het vorige project, dat eindigde in maart 2022, stelde basisorganisaties ook in staat om verbanden te leggen tussen hun problemen en om wegen naar oplossingen aan te reiken. In het algemeen stelt ons huidige project een dialoog en kennisuitwisseling voor tussen niet-statelijke actoren om organisaties in staat te stellen en uit te rusten om lokale projecten en beleid op het gebied van rampenkapitalisme aan te vechten. De internationale uitwisseling van ideeën van meerdere partners uit de hele regio om ervaringen te delen, verenigt niet alleen de regio, maar stelt de lokale bevolking in de regio ook in staat om politieke patronen te identificeren die vaak als uitzonderingen worden gezien (Bethell-Bennett & Furst, 2021). Met dit project willen we het huidige netwerk van partners uitbreiden tot twintig grassroots organisaties in de hele regio en 3 hiaten opvullen, namelijk: 1. Het gebrek aan transnationaal netwerk; 2. Het gebrek aan digitale ruimte voor het delen van kennis en informatie en 3. De beperkte toegang tot juridische belangenbehartiging en ondersteuning. Het project zal dus de verhalen en ervaringen van onze projectpartners delen en ze gemakkelijk online toegankelijk maken voor extra ondersteuning. En het zal hen toegang geven tot internationale actoren die actief zijn op het gebied van juridische belangenbehartiging en juridische ondersteuning, namelijk via het Global Legal Actors Network (GLAN), de Climate Litigation Accelerator (CLX) en Freedom Imaginaries (FI). Op deze manier willen we de stemmen van de projectpartners helpen versterken en bruggen bouwen naar extra steun voor hun strijd.

Onderzoeker(s)

Onderzoeksgroep(en)

Project type(s)

  • Onderzoeksproject

Consolidatie en opschaling van sociaal-ecologisch duurzame, toegankelijke en korte voedselketens in de EU. 01/01/2021 - 30/09/2023

Abstract

In de 2020-strategie "van boer tot bord" erkent de Europese Commissie dat het huidige EU-voedselsysteem wordt gekenmerkt door aanzienlijke externe economische, sociale en milieu-effecten. Met name kleinschalige boeren en kmo's ontvangen een zeer beperkt percentage van de gegenereerde waarde, de natuur wordt aangetast en de consument heeft geen toegang tot gezond voedsel. De afgelopen jaren zijn alternatieve, korte en eerlijke voedselketens voorgesteld als oplossing voor de sociale en ecologische zwakheden van het conventionele voedselsysteem. Uit academisch onderzoek is echter gebleken dat deze bedrijfsmodellen et problemen kampen: ze zijn vaak afhankelijk van vrijwilligerswerk; ze kunnen nauwelijks opschalen; ze hebben de neiging om een kleine groep rijke consumenten te bedienen. Innovatief in dit project is dat we academische en niet-academische expertise samenbrengen om n deze knelpunten te overstijgen op zoek naar oplossingen om de totstandkoming van financieel, sociaal en ecologisch veerkrachtige Noord-Noord-voedselketens te ondersteunen. Twee internationaal bekende niet-gouvernementele organisaties die actief zijn op het gebied van eerlijke en ethische handel (Fair Trade Advocacy Office en World Fair Trade European Union) en vier Belgische stakeholders (Flanders' Food, Fairtrade Belgium, The trade for development centre en Belgium Fair Trade Federation) zijn betrokken in dit onderzoek. Hierdoor hebben we een schat aan informatie uit de praktijk. Doelstelling is om in de diepte drie bestaande en complementaire voorbeelden van alternatieve, duurzame en eerlijke Europese voedselketens te analyseren. Door). De ambitie en gewenste outcome van dit onderzoek is om te komen tot vernieuwende inzichten én modellen die begeleiding kunnen bieden aan bestaande en toekomstige korte voedselketens en lokale voedselstarters die hen toe laten zowel op te schalen en tegelijkertijd financieel veerkrachtig als , eerlijk, duurzaam en toegankelijk. Dit project is een verkorte versie van een eerder ingediende project bij de EU met 16 partners dat een goede score kreeg, maar het net niet haalde. Met dit IOF SBO zal tevens de basis gelegd worden om het internationaal netwerk en consortium voor toekomstig onderzoekt consolideren en moeten leiden tot ten minste één voorstel voor een grote Europese subsidie (Horizon Europe. Tevens zal dit project ook in Vlaanderen de basis kunnen leggen voor meer valorisatiegerichte vervolgprojecten in samenwerking met de Vlaamse speerpuntcluster Flanders Food.

Onderzoeker(s)

Onderzoeksgroep(en)

Project type(s)

  • Onderzoeksproject

Studie over de Belgische Investeringsmaatschappij voor Ontwikkelingslanden (BIO). 10/12/2020 - 31/03/2021

Abstract

Beschrijf hoe BIO vandaag werkt en leg uit hoe de huidige structuur, het strategisch mandaat, het bestuur, het beleid inzake risicobeheer en de verantwoordingsmechanismen verschillen van die welke in 2012 van kracht waren toen het DBTFP-rapport werd uitgebracht; De door BIO gefinancierde projecten op het gebied van landbouw en klimaat in kaart brengen, Het beoordelen van de landbouw- en klimaatstrategie van BIO in het algemeen en in de specifieke context van de twee casestudies die zullen worden geselecteerd; Het formuleren van aanbevelingen en aanwijzingen voor mogelijke tussenkomsten

Onderzoeker(s)

Onderzoeksgroep(en)

Project type(s)

  • Onderzoeksproject

China: De (niet zo) zachte beschaving van ecologie 01/11/2020 - 31/10/2023

Abstract

Ik stel voor om uniek, multidisciplinair onderzoek te doen naar de inhoud, reikwijdte en constructie van de Chinese versie van duurzaamheid, door me te concentreren op de ervaring van het wettelijke en institutionele kader dat wordt geproduceerd door 'Ecological Civilization' (EC). Het past in de tradities van Law & Society en Law in Context. EC is de afgelopen jaren door de Chinese overheid gepromoot als een nieuwe en alternatieve manier om de relatie tussen natuur en menselijkheid te bekijken in de context van de Overeenkomst van Parijs over klimaatverandering. China als een ecologische beschaving zal attitudes ten opzichte van de staten, de maatschappij en soorten projecteren, en uiteindelijk wetten, instellingen en sociale realiteiten creëren die bij deze attitudes passen. Ik zal me concentreren op de juridische dimensie van EC in het gewone leven en empirisch de strijd en tegenstrijdigheden onthullen die gepaard gaan met de installatie ervan. Om dit doel te bereiken, zal ik veldwerk uitvoeren in de provincie Jiangsu, proeven observeren en mensen interviewen. Op basis van dit onderzoek zal ik (1) de holistische en hiërarchische visie op de staat, de samenleving en de natuur identificeren, (2) het feitelijke mechanisme van multicentrisch bestuur en (3) de dringende noodzaak om nationale wetten aan te passen aan de lokale realiteit .

Onderzoeker(s)

Onderzoeksgroep(en)

Project type(s)

  • Onderzoeksproject

Voedselonzekerheid ten tijde van klimaatverandering: delen en leren van bottom-up reacties in het Caribisch gebied. 31/12/2019 - 31/03/2022

Abstract

Voor de grote Caribische staten - vooral de kleine insulaire ontwikkelingslanden (SIDS) - geeft de klimaatverandering een nieuwe invulling aan de relatie tussen land en mensen. Recente stormen hebben de volledige suikerrietproductie van Cuba en de bananenplantages in Jamaica, St Lucia en Dominica weggevaagd, en de export van nootmuskaat uit Grenada gedecimeerd, terwijl de verminderde neerslag in sommige gevallen hele voedselgewassen heeft vernietigd. Bovendien verklaart de Caribische Gemeenschap (CARICOM) - een groepering van twintig landen in de regio - dat meer dan 90% van haar voedsel wordt geïmporteerd, wat haar kwetsbaar maakt voor plotselinge economische, politieke en milieuschokken, waarbij haar voedselvoorraden voor onbepaalde tijd kunnen worden opgeschort, waardoor deze regio voedselonzeker wordt. Het partnerschap onderzoekt op de gemeenschappen gebaseerde voedselsystemen en het beheer van natuurlijke hulpbronnen door academici, gemeenschappen en belanghebbenden uit vijf landen van het Grotere Caribische gebied samen te brengen. Het doel is bestaand onderzoek te verbeteren, bij te dragen aan de coproductie en uitwisseling van kennis, en bij te dragen aan de identificatie van door gemeenschappen geleide bottom-up praktijken als de meest effectieve manieren om de onderling verbonden uitdagingen van voedselonzekerheid en klimaatverandering in de regio aan te pakken.Dit is een dringend initiatief. Klimaatverandering geeft opnieuw vorm aan het dagelijks leven van de huidige en toekomstige generaties, zowel plaatselijk als wereldwijd, omdat het land en de natuurlijke processen waarvan de productiviteit afhangt, worden aangetast. Voor mensen in het Caribisch gebied - met name in kleine insulaire ontwikkelingslanden (SIDS) - is de kwetsbaarheid voor de gevolgen van klimaatverandering bijzonder groot: extreme weersomstandigheden, verlies van biodiversiteit, onvoorspelbare/lage productiviteit van landbouwgronden, beperkte toegang tot land, veilig water en toenemende afhankelijkheid van de handel om in de voedselbehoeften te voorzien, maken de gevolgen van armoede nog erger. Toch worden hun stemmen, ervaringen, geschiedenissen, kennis en benaderingen van klimaatverandering en voedsel(on)veiligheid vaak uitgesloten van academische en politieke overwegingen. De landen waarmee we gaan werken hebben een scala aan gemeenschapsgerichte praktijken waarvan we zullen leren en waarvan we de rol van deze kennis in de lokale beleidsvorming zullen versterken. Het project is gestructureerd rond een partnerschap tussen academici en gemeenschapsorganisaties gevestigd in Antigua en Barbuda, Belize, Colombia, Jamaica en Puerto Rico. Het gaat om de McChesney George Secondary School in Antigua en Barbuda; de Library of African and Indigenous Studies in Belize; de Raizal Youth Organisation in de Archipelago de San Andres, Colombia; de Bernard Lodge Farmer's Association in Jamaica; de Fidecomiso van de Caño Martín Peña Community Land Trust in Puerto Rico. Alle partners leiden landbouw-, juridische, culturele en educatieve projecten die zich richten op klimaatverandering, voedsel en landgebruik met sterke participatie van de gemeenschap. Alle projectpartners hebben al met ten minste een van de aanvragers samengewerkt aan kwesties die nauw verband houden met dit voorstel en hebben sterke relaties met hen opgebouwd. Met uitzondering van de partners in Barbuda en Puerto Rico hebben de andere partners echter nooit de kans gehad om elkaar te ontmoeten en een dialoog aan te gaan.

Onderzoeker(s)

Onderzoeksgroep(en)

Project type(s)

  • Onderzoeksproject

Ondersteuning voorbereiding EU aanvraag. 15/11/2019 - 14/11/2020

Abstract

Duurzame en rechtvaardige voedselsystemen kunnen klimaatverandering bestrijden, ecosystemen regenereren en betaalbare voedingsstoffen, fatsoenlijke banen en goed opgeleide consumenten bieden. De agrofoodsector in de EU en de mondiale toeleveringsketens die de EU-consumenten voeden, worden echter gekenmerkt door een ongelijke verdeling van waarde over de actoren en ernstige externe milieueffecten. In de EU en elders verdienen kleine boeren en kmo's vaak te weinig, terwijl spelers stroomopwaarts op prijs vechten om marktaandelen te winnen en concurrenten te verslaan. Boeren worstelen om de kost te verdienen en zijn niet in staat deel te nemen aan ecologisch duurzame praktijken. De rol van prijsconcurrentie en concurrentiegedrag bij het ondermijnen van duurzaamheid is vooral zichtbaar in EU-ketens zoals graan, groenten en fruit, evenals in toeleveringsketens voor tropisch fruit (cacao, banaan en koffie) die cruciaal zijn voor het MKB en miljoenen kleine boeren met EU-consumenten. Er is geprobeerd een reeks technologische en organisatorische innovaties aan te pakken om niet-duurzame sociaal-ecologische problemen aan te pakken, maar ze hadden zelden een significante impact vanwege hun silo'sbenadering en de reproductie van de dynamiek van goedkoop voedsel en prijsconcurrentie. Bovendien stuiten oplossingen vaak op de juridische belemmeringen die voortvloeien uit het mededingingsrecht, dat voorkomt dat informatie over prijzen en andere vormen van samenwerking wordt gedeeld, zonder juridische ondersteuning. Een meer systematische en op samenwerking gebaseerde benadering van duurzame, veilige en rechtvaardige voedselvoorzieningsketens is vereist, een feit dat steeds vaker wordt erkend door EG-beleidsmakers die "nieuwe manieren van wetenschap, onderzoek en innovatie doen die het voedselsysteem centraal stellen". Deze imperatief ligt ten grondslag aan de ambitie van CISV (Collaborative Innovations for Sustainable Competitiveness), met als doel een combinatie van juridische, organisatorische en technologische innovaties samen te stellen, te testen en te evalueren om op duurzaamheid gericht concurrentievermogen in agrovoedingsketens te bevorderen.

Onderzoeker(s)

Onderzoeksgroep(en)

Project type(s)

  • Onderzoeksproject

Groene stadsobligaties als een ruimte voor sociaal-ecologische conflicten. 01/10/2019 - 30/09/2023

Abstract

Het Instituut voor Ontwikkelingsbeleid van de Universiteit Antwerpen streeft naar een volledige (100%) vacature voor een doctoraatsbeurs van het Universitair Onderzoeksfonds (BOF) op het gebied van 'Green City Bonds om aanpassing en mitigatie van klimaatverandering te financieren: een vergelijkende analyse van juridische processen, ontwikkelingsparadigma's en sociaal-ecologische implicaties'. Uw onderzoek situeert zich in het IOB-onderzoeksgebied van ontwikkelingsprocessen, actoren en beleid en is verbonden met de onderzoeksgroep Recht en Ontwikkeling van de Faculteit der Rechtsgeleerdheid. Meer specifiek komt uw onderzoeksfocus overeen met de onderzoekslijn "milieu en duurzame ontwikkeling", maar houdt zich ook bezig met vraagstukken van contractuele en regelgevende dynamiek met betrekking tot de interactie tussen gemeenteraden, financiële investeerders en burgerschap ten tijde van de klimaatsituatie. Uw onderzoek is gericht op een vergelijkende, energiegevoelige en sociaal geïnformeerde analyse van de manier waarop (ten minste) drie grote steden ter wereld de Green City Bonds gebruiken of van plan zijn om hun plannen voor aanpassing aan en aanpassing aan de klimaatverandering te financieren. Specifieke aandacht zal worden besteed aan de wetgevende, contractuele en regelgevende kaders die steden vaststellen om toegang te krijgen tot de fondsen, en de implicaties die groene stadsobligaties hebben voor de identificatie van aanpassings- en mitigatieprioriteiten, democratische participatie, de schuldenlast van steden en de transformatie van het reeds bestaande regelgevings- en bestuurskader.

Onderzoeker(s)

Onderzoeksgroep(en)

Project type(s)

  • Onderzoeksproject