Onderzoeksgroep

Expertise

Yonca Erkan is architect en expert op het gebied van de aanpassing van gebouwd erfgoed aan mondiale uitdagingen, met een specialisatie in het behoud en beheer van werelderfgoed. Als senior expert coördineerde zij het Historic Cities Programme van UNESCO en bekleedde zij de UNESCO-leerstoel voor het beheer en de promotie van werelderfgoedlocaties (2015-2024). Erkan is sinds 2015 jurylid voor de European Heritage Awards/Europa Nostra en is momenteel lid van de raad van Europa Nostra. Ze heeft onderzoeksprojecten geleid over industrieel, landelijk en immaterieel erfgoed, gefinancierd door de EU en internationale organisaties. Ze pleit voor een holistische kijk op landelijk erfgoed, waarbij het landbouwproduct centraal staat. Haar lopende werk benadrukt een mensgerichte benadering van adaptief hergebruik, met name in het industriële en watererfgoed, waarbij wordt onderzocht hoe steden zich kunnen aanpassen aan extreme weersomstandigheden en tegelijkertijd zowel het materiële als het immateriële erfgoed in ere kunnen houden. Erkan's huidige onderzoek naar Antwerpen heeft tot doel de nalatenschap van een onbekende architect bloot te leggen via de sociale netwerken binnen het privédomein van de stad in de 19e en 20e eeuw.

ELEMENTAL Elementair erfgoed: Verkenning van multivocale ecocentrische narratieven en tijdsbeelden door een artistieke lens. 01/10/2025 - 30/09/2026

Abstract

ELEMENTAL HERITAGE onderzoekt de gevolgen van de aanleg van het 1554 kilometer lange Maya Treinspoor [Yucateeks Maya: Tsíimin K'áak; Spaans: Tren Maya], door het Mexicaanse schiereiland Yucatán. Deze grootschalige infrastructuur tast een kwetsbaar geologisch systeem en bossen aan die zoetwaterbronnen herbergen waarvan velen afhankelijk zijn. Het onderzoek richt zich op hoe officiële verhalen over vooruitgang en economische groei worden betwist door lokale gemeenschappen, inclusief anders-dan-menselijke, zoals waterlichamen. In samenwerking met lokale maatschappelijke groepen onderzoekt dit project verzet tegen extractivisme, vooral door kunst en cultureel activisme. Vanuit noties van 'het planetaire' en polychrone temporaliteiten worden gecocreëerde kaarten van verleden-heden-toekomst ingezet om verhalen van exploitatie, verval en gebroken werelden vast te leggen, die huidige en toekomstige praktijken van zorg en solidariteit beïnvloeden in de habitat van mensen en niet-mensen. Hiermee wil het project kritische erfgoed studies en post-humanistische perspectieven koppelen aan milieurechtvaardigheid. Het project introduceert 'elementair erfgoed' als benadering voor affectieve methodologieën die erfgoedparadigma's bekritiseren die uitbuitende praktijken voortzetten, en, tegelijkertijd, nieuwe wegen buiten deze paradigma's verkennen.

Onderzoeker(s)

Onderzoeksgroep(en)

Project type(s)

  • Onderzoeksproject

Artemis-UA: de 'Blauwdruk van de Stad' - een open karteringsinfrastructuur voor onderzoek naar de evolutie van stedelijke waterlandschappen. 01/06/2025 - 31/05/2027

Abstract

Zoals terugkerende overstromingsrampen en talloze beleidsplannen aantonen, hebben we dringend behoefte aan meer 'waterbestendige' steden. Dit vraagt om veranderingen in beleid, infrastructuur, maar ook in de manier waarop we omgaan met onze natuurlijke en 'blauwe' omgeving. Een van de taken van de academische gemeenschap is het verschaffen van fundamentele kennis om goed geïnformeerde besluitvorming te onderbouwen en het bewustzijn binnen lokale gemeenschappen te vergroten. Het verzamelen en analyseren van de benodigde gegevens wordt echter bemoeilijkt door het ontbreken van een gemeenschappelijke ruimtelijke infrastructuur. Een dergelijke infrastructuur maakt het mogelijk om de langetermijnevolutie van stedelijke 'waterscapes' in kaart te brengen en de complexe socio-ecologische interacties te analyseren. Artemis-UA creëert deze open karteringsinfrastructuur voor onderzoek naar steden en hun blauwe infrastructuur in een historisch langetermijnperspectief (16e-20e eeuw). Het zal dit doen op basis van een unieke gegevensbron, die ons internationaal onderscheidt: de extreem rijke (maar verspreide) historische kaartcollecties die de Belgische archieven bezitten en die - vaak handgeschreven en in ongelooflijk detail - het menselijk gebruik en de herconfiguratie van (stedelijke) rivieren, wetlands, waterputten, riolen, afwateringssloten enz. documenteren vanaf de zestiende eeuw tot vandaag. Ontworpen als de UA-bijdrage aan de Artemis FWO-middelzware onderzoeksinfrastructuur (geïnitieerd aan de UA, maar enkel gefinancierd aan de UGent), verenigt Artemis-UA specialisten van het Centre for Urban History (CUH), het Centre for Research on Environmental and Social Change (CRESC), AntweRp Cultural HEritage Sciences (ARCHES) en het Urban Studies Institute (USI). Deze onderzoeksgroepen van de UAntwerpen lopen voorop in internationaal en interdisciplinair onderzoek naar stedelijke 'waterscapes', het beheer ervan en de inherente risico's en mogelijkheden. Artemis-UA zal zich richten op een studiegebied dat centraal staat in veel van hun onderzoeksprojecten: de Scheldevallei, onlangs uitgeroepen tot Nationaal Park en deel van het UNESCO Global Geopark Schelde Delta. Voor drie steden binnen de Scheldevallei - Antwerpen, Dendermonde en Lokeren - zal Artemis-UA een 'blauwdruk' realiseren door 1) relevante handgeschreven/lokale kaarten te verzamelen die deze steden en hun (peri-)stedelijke gebieden op lange termijn bestrijken, deze kaarten te verwerken en te verrijken door 2) gecrowdsourcete georeferentie en 3) automatische extractie van landschapskenmerken en 4) de afgeleide ruimtelijke gegevens te publiceren via een 'Open Mapping Infrastructure'. De langetermijnfocus, de uitgebreide collectie van ca. 300 zeer gedetailleerde kaarten en de publicatie van zowel exact gelokaliseerde kaarten als afgeleide 'onderzoeksklare' geodata maken van Artemis-UA een werkelijk baanbrekende en unieke infrastructuur. Artemis-UA zal de Universiteit Antwerpen verheffen tot een internationaal gerenommeerd kenniscentrum voor historisch geïnformeerde analyse en besluitvorming rond stedelijke wateruitdagingen, en zal de leidende positie van UA-onderzoek in socio-ecologische analyse van rivieren, riviermondingen en overstromingsbeheer verder versterken. Meer specifiek heeft het in kaart brengen en reconstrueren van langetermijnveranderingen in het stedelijke waterlandschap een enorm valorisatiepotentieel voor elk onderzoek naar 1) stedelijke planning en stadsontwikkeling; 2) inclusief waterbeheer; 3) de ongelijke blootstelling aan en bewustwording van watergerelateerde risico's en 4) de integratie van watererfgoed in strategieën voor klimaatadaptatie.

Onderzoeker(s)

Onderzoeksgroep(en)

Project type(s)

  • Onderzoeksproject

DNA van industrieel erfgoed: deïndustrialisatie en adaptief hergebruik. 01/01/2024 - 31/12/2027

Abstract

Er zijn verschillende trajecten van deïndustrialisatie die leiden tot verwaarlozing en verwaarlozing. Deïndustrialisatie en industrieel erfgoed zijn twee termen die in en rond dezelfde periode in de jaren 1970 werden bedacht. Hoewel beide een bijproduct zijn van industrialisatie, komen de-industrialisatiestudies en erfgoedstudies vaak niet dicht bij elkaar in de buurt. Aan de ene kant focussen de-industrialisatiestudies op de verhalen van ontheemde arbeiders en hun ervaringen/leed zonder een directe link met de plaats, terwijl aan de andere kant erfgoedstudies zich uitsluitend bezighouden met de fysieke overblijfselen van de industriële complexen. De aanpak van adaptief hergebruik, die zich bezighoudt met de fysieke overblijfselen van industriële complexen, maakt behoud mogelijk door ontwikkeling, gebruik en integratie van overbodige industriële gebieden in het hedendaagse stedelijke landschap. Hoewel adaptief hergebruik van industrieel erfgoed een cultureel duurzame optie is in stedelijke transformatie en erfgoed een potentiële bron is voor stedelijke en regionale ontwikkeling, is de implementatie vaak problematisch in de zin dat de industriële sites na adaptief hergebruik geen herinneringsplaatsen van arbeiders meer zijn, maar in plaats daarvan gesteriliseerd worden, waardoor er een breuk ontstaat met de context, zowel in termen van deïndustrialisatiegeschiedenis als betekenis. In die zin voldoet het hergebruik van industrieel erfgoed vaak niet aan duurzaamheidscriteria die prioriteit geven aan de behoeften van mensen in sociale en culturele termen, waarbij de aandacht vooral uitgaat naar de economische dimensie en er weinig aandacht is voor de bezorgdheid om het milieu. Deze dissertatie wil verschillende deïndustrialisatietrajecten onderzoeken om te begrijpen of ze van invloed zijn op het definiëren van de adaptieve hergebruikprocessen. Deze benadering verwerpt het nemen van de ontmanteling als het startpunt van de transformatie voor adaptief hergebruik, maar wil in plaats daarvan kijken naar de gehele geschiedenis van het gebouw, inclusief de contextuele achtergrond ter voorbereiding van de bouw, de dynamiek van de deïndustrialisatieprocessen, de ontmantelingsprocessen en het adaptieve hergebruik als geheel. Door dit te doen hoopt het patronen of verbanden te identificeren tussen deïndustrialisatieprocessen en adaptieve hergebruikstrategieën.

Onderzoeker(s)

Onderzoeksgroep(en)

Project type(s)

  • Onderzoeksproject

Duurzaam beheer van industrieel erfgoed als bron voor stedelijke ontwikkeling (CONSIDER). 25/04/2023 - 17/09/2024

Abstract

CONSIDER "Sustainable Management of Industrial Heritage as a Resource for Urban Development" (Duurzaam beheer van industrieel erfgoed als hulpbron voor stedelijke ontwikkeling) wil een duurzaam beheermodel (SMM) ontwikkelen voor industrieel erfgoed ten behoeve van de lokale gemeenschappen als hulpbron voor het versterken van collectieve identiteiten, het verbeteren van het stadslandschap, het bevorderen van milieuvriendelijke oplossingen en het bijdragen aan de stedelijke economie en een duurzame toekomst van de stad. Het innovatieve aan dit model is de inclusieve benadering van het probleem (regionaal, sectoraal, rekening houdend met genderaspecten, en de nadruk op de uitwisseling van kennis, technologie en arbeid). Deze nieuwe samenwerking zal worden verbeterd door middel van synergieën, netwerkactiviteiten, de organisatie van workshops, zomercursussen, webinars en een slotconferentie om het delen van kennis te vergemakkelijken. De circulaire kennisuitwisseling is gebaseerd op een systematische en triple-helix benadering tussen de academische wereld (universiteiten), beleidsmakers (gemeenten) en mensen uit de praktijk (MKB/NGO) die zal bijdragen aan zowel het identificeren van problemen als het ontwikkelen van richtlijnen voor de verbetering ervan. Dit onderzoek brengt nieuwigheden met betrekking tot geografische regio's die voorheen niet voldoende onderzocht en geïnventariseerd werden, en vormt zo de basis voor verdere vergelijkende onderzoeksactiviteiten en duurzaamheid van de projectresultaten in het creëren van nieuwe kennis.

Onderzoeker(s)

Onderzoeksgroep(en)

Project website

Project type(s)

  • Onderzoeksproject