Ongeveer 15% van alle proefdieren die aan de Universiteit Antwerpen gebruikt worden, zijn vissen. Het gaat in de eerste plaats om onderzoek met zebravissen, maar er worden ook andere vissoorten gebruikt.

Waarom vissen?

Vissen worden enerzijds gebruikt als model voor de mens en voor het bestuderen van menselijke ziekten. Anderzijds worden vissen gebruikt in proefdieronderzoek omdat ze een belangrijke diergroep zijn in het milieu. Daarom is het belangrijk om de gevolgen van bijvoorbeeld de klimaatverandering ook op vissen te onderzoeken.

  • Ook al zijn het geen zoogdieren, toch zijn er heel wat gelijkenissen tussen vissen en mensen. Vissen, en dan vooral zebravissen, worden daarom geregeld gebruikt als model voor menselijke fysiologie en biochemie.

  • De meeste vissoorten produceren veel eitjes. Vissen zijn daarom een goed model om reproductie te besturen. De eitjes zijn bovendien vaak transparant, waardoor de embryonale ontwikkeling volledig opgevolgd kan worden.

  • Er is veel genetische informatie beschikbaar over de meest gebruikte vissoorten. Onderzoek naar genetische aandoeningen kan daardoor makkelijk uitgevoerd worden met vissen.

Waarvoor worden ze gebruikt?

  •  Als model voor de mens
    Zebravissen worden aan de Universiteit Antwerpen gebruikt voor het onderzoeken van een aantal belangrijke afwijkingen en ziekten bij de mens. Zo worden zebravissen en zebravisembryo’s gebruikt voor het ontwikkelen van testmethoden waarmee afwijkingen tijdens de embryonale ontwikkeling opgespoord kunnen worden. Dergelijke tests zijn erg belangrijk voor het onderzoeken van allerhande stoffen en moleculen waaraan de mens bewust (bijvoorbeeld via geneesmiddelen) of onbewust (milieuvervuiling) blootgesteld kan worden.

    Verder worden vissen gebruikt voor het modelleren van belangrijke menselijke ziekten, zoals genetisch bepaalde aandoeningen van het hart en de aorta, en bepaalde afwijkingen van het skelet of het zenuwstelsel. Vissen worden ook, gecombineerd met knaagdieren en klinische studies bij de mens, gebruikt voor onderzoek naar metabole aandoeningen zoals obesitas, leververvetting en diabetes.

  • Als belangrijke diergroep in het milieu
    Vissen zijn een belangrijk onderdeel van het aquatisch milieu. Onderzoek naar de gevolgen van menselijke activiteiten op vissen en natuurlijke vispopulaties is belangrijk om de gezondheid en overleving van deze populaties op lange termijn te garanderen. Milieupolluenten kunnen toxische effecten veroorzaken bij vissen, maar bijvoorbeeld ook opwarming, verzuring of eutrofiëring (te veel voedingsstoffen, bijvoorbeeld afkomstig van de landbouw) van het water houden mogelijke risico’s in voor vissen.

    Onderzoek naar dergelijke effecten maakt gebruik van verschillende vissoorten: naast de zebravis als typische modelsoort worden ook vissoorten gebruikt die relevanter zijn voor ons Europees leefmilieu, zoals de forel, de karper, of mariene soorten zoals de zeebaars of de doornhaai. Onderzoek naar milieu-impact is bovendien vaak een combinatie van laboratoriumonderzoek en veldonderzoek.