Visual 03 - sunset studio.png

Vertrek vanuit het uitgangspunt van het Universeel Leerontwerp

Het doel van het Universal Design for Learning is om onderwijs aan te bieden dat toegankelijk, flexibel en gebruiksvriendelijk is voor elke student. Je houdt rekening met de speciale noden van verschillende studenten door de onderstaande universele ingrepen voor inclusief onderwijs proactief toe te passen in je cursusmateriaal. 

Voorzie didactische ondersteuning

  • Geef studenten handvaten voor het verwerken van informatie, zoals ‘onderstreep kernwoorden’, ‘zoek onbekende woorden op’ of door een zelftoets te voorzien. 

  • Probeer de hoofd- en bijzaken van je cursus duidelijk te maken aan de hand van een synthese van de leerstof (bijvoorbeeld op het einde van een hoofdstuk), structuurmarkeringen, kernwoorden... 

  • Probeer je leermateriaal ook steeds zo betaalbaar mogelijk te houden, of alternatieven te voorzien. 

  • Bekijk de fiches over het universeel ontwerp binnen didactische principes en didactische werkvormen voor meer tips en tricks.

Bied digitaal leermateriaal aan

  • Dit is noodzakelijk voor studenten die voorlees- of vergrootsoftware gebruiken. Studenten die kleurenblind zijn, kunnen zo ook kleuren en contrasten aanpassen. Het Steunpunt Inclusief Hoger Onderwijs biedt heel wat advies om je inhoud leesbaar te maken voor screenreaders. 

  • Bied leermateriaal op tijd aan. Stel je leermateriaal en lesslides op voorhand ter beschikking. Zo kunnen je studenten voorbereid naar je les komen. Studenten met een functiebeperking (bv. leerstoornis, ASS), meertalige studenten (bv. verwerking woordenschat), studenten met beperkte voorkennis,…. hebben hier echt nood aan.  

  • Voorzie lesopnames zodat (werk)studenten de lessen alsnog kunnen volgen. Studenten die de lesinhoud niet hebben begrepen, kunnen nadien de les herbekijken en dat biedt gemoedsrust tijdens de les zelf. Houd hiervoor rekening met de eigenheid van je faculteit en je opleiding.  

Hou rekening met de opbouw van je cursus

  • Bekijk de richtlijnen voor toegankelijke documenten:  

    • Gebruik een schreefloos lettertype, geen cursief, niet onderlijnen, wel vet 

    • Voorzie beperkte en grote tekst op een dia

    • Let op contrasten in kleurgebruik.​

  • Zorg dat je tekst voldoende gestructureerd is: 
    • ​Voorzie een inhoudstafel 
    • Gebruik elementen zoals iconen, korte alinea’s, signaalwoorden, tussentitels.. 

    • Gebruik schema’s bij moeilijke talige uitleg​​
  • Zorg voor bijschriften of alt-tekst bij beelden, zodat studenten met een visuele functiebeperking via hulpprogramma’s ook meekrijgen wat er op een afbeelding staat 

  • Denk steeds aan zowel Nederlandse als Engelse ondertitels bij filmpjes voor studenten met een auditieve beperking, neuro-divergente of meertalige studenten. 

Heb aandacht voor (academisch) taalgebruik

  • Afkortingen of vaktechnische taal kan je bij het eerste gebruik best volledig uitschrijven of uitleggen, bijvoorbeeld door een hyperlink onder begrippen te plaatsen. Woorden die evident lijken, zijn dat soms niet voor studenten. Voorbeelden: arbitrair, hypothese, convergent, causaal, ethisch, contradictie, prefixen zoals intra- en hyper-, cognitief, … Voorzie daarom een gedeelde woordenlijst die iedereen onder de knie heeft. Maak een overzicht van belangrijke begrippen of concepten in je vak en zorg voor een passende toelichting ervan. 

  • Denk, waar nodig, aan taalsteun zoals tussenstappen bij complexe opdrachten, splitsen in deelopdrachten… Voor schriftelijke ondersteuning kan je studenten doorverwijzen naar online tools zoals ‘de schrijfassistent’ (VRT), of ‘de schrijfhulp Nederlands’ (De Standaard) voor tips en feedback bij het schrijven van teksten. 

  • Bied indien mogelijk zowel Nederlandse als Engelse alternatieven aan.  

Meer weten?

Het infocenter Ondersteuning Studenten biedt docenten heel wat tips en advies (per functiebeperking). SIHO voorziet daarnaast ook 21 fiches met handvaten voor het Universeel Ontwerp in de onderwijspraktijk.