Regio: laatmiddeleeuws graafschap Vlaanderen

De regio die wordt bestudeerd, het graafschap Vlaanderen in de 14e eeuw, wordt gekenmerkt door een enorm verstedelijkt landschap. Samen met Noord-Italië zelfs de meest verstedelijkte regio in laatmiddeleeuws Europa. Door middel van een dicht rivierennetwerk (Leie- & Scheldebekken) stonden de grote steden van het graafschap in dicht contact met elkaar. Hoe grote steden omgingen met hoge voedselprijzen en duurteperiodes kan dus perfect bestudeerd worden binnen dit kader. Voor vijf steden in en rond het graafschap bleven voldoende bronnen bewaard voor de studie naar graanprijzen en de graanpolitiek van grootgrondbezitters.

Het graafschap Vlaanderen voor het in 1384 werd toegevoegd bij de Bourgondische landen. Bron afbeelding: Wikimedia Commons.

Brugge had een rol als internationale handelsschijf in het noorden van het graafschap. De stad stond in contact met de Noordzee via het Zwin, waardoor het door contact met Engels en Schots wol zijn textielindustrie zag floreren vanaf de 11e eeuw. Een demografische expansie volgde in de 12e eeuw. In de 13e en vooral de 14e eeuw verschoof het zwaartepunt naar een gediversifieerde luxe-industrie, met de aanwezigheid van een enorme hoeveelheid aan commercieel kapitaal. Gent, in de 14e eeuw de tweede grootste stad ten noorden van de Alpen, had een eveneens een enorm belangrijke textielindustrie, waarop de rijkdom van de stad grotendeels op gestoeld was. Daarnaast bezat de stad het zeer belangrijke stapelrecht voor graan. Hierdoor moesten graanhandelaars die hun graan doorheen Gent wilden transporteren dit eerst voor een bepaalde tijd op de Gentse markt aanbieden vooraleer ze hun tocht mochten verderzetten.

In het zuidelijk deel van het graafschap, komen de steden Lille (Rijsel) en Douai (Dowaai) naar voren. Na de Frans-Vlaamse Oorlog (1297-1305) werden de gelijknamige kasselrijen samen met de kasselrij Orchies (Oorschie) voor een groot deel van de 14e eeuw (1305-1369) als onderpand aan Frankrijk overgeleverd. Ook deze beide steden hadden al vroeg een groot aandeel in de Vlaamse textielindustrie. Door respectievelijk de Deule en de Skarpe stonden Lille en Douai in contact met noordelijk Vlaanderen. Bovendien liggen deze steden ingebed in de graanproducerende regio van hedendaags Noord-Frankrijk.

Cambrai (Kamerrijk) is als vreemde eend in de bijt geen deel geweest van het graafschap Vlaanderen. De stad en de regio daarrond (Kamerrijkse) stonden onder de kerkelijke en seculiere autoriteit van de aartsbisschop van Cambrai, die zich moest verantwoorden aan de keizer van het Heilige Roomse Rijk. De stad fungeerde als regionaal distributiepunt voor het Noord-Franse graan en stond in contact met Vlaanderen door de Schelde.

Door hun positie in de regio hadden deze vijf steden een belangrijke rol in de laatmiddeleeuwse graanhandel. Brugge als internationale handelsschijf, Gent met zijn graanstapel en Lille, Douai en Cambrai waren ingebed in het rijke Noord-Franse graanproducerend gebied.