Artikels

S. Espeel, “The grain market and preferential trade of large landowners in Flemish cities during the Age of Shocks (1330-1370)”, Mélanges de l’École Française de Rome – Moyen Âge 131-1 (2019), p. 29-44.

Abstract: Recent onderzoek heeft de 14e eeuw terug in het daglicht gesteld als de eeuw van milieuschokken en systeemtransities. Dit artikel focust op de graanmarkt tijdens de snelle opvolging van stedelijke voedselschokken voor, tijdens en na de Zwarte Dood (1348). De grote Vlaamse steden zijn een unieke context om het ontstaan, de impact en de gevolgen van dergelijke voedselschokken te onderzoeken. Nieuw opgestelde prijsreeksen voor de steden van Brugge, Gent, Lille, Douai en Cambrai laten ons toe om de verschillende graad van impact te meten van de voedselschokken in deze periode, maar ook om de rol van de stedelijke kerkelijke instellingen te bekijken. Door hun grote rol in de graaneconomie konden zij de voedselschokken managen en zelfs in de hand werken. Dit artikel focust zich op de adaptatie van deze grootgrondbezitters op de graanmarkt tijdens duurteperiodes. Door hun verkoop van graan te veranderen met betrekking tot de hoeveelheid, frequentie en de timing konden zij de graanmarkt beïnvloeden en zich eventueel inlaten met preferentiële handel. Deze studie draagt bij tot het beter begrijpen van de causale mechanismen achter de laatmiddeleeuwse voedselcrisissen en op welke manier de stedelijke grootgrondbezitters omgingen met dergelijke crisissen en deze soms zelfs in de hand werkten.

S. Espeel & S. Geens, “Feeding inequalities: the role of economic inequalities and the urban market in late medieval food security. The case of fourteenth-century Ghent”, in G. Nigro (ed)., Disuguaglianza economica nelle società preindustriali: cause ed effetti – Economic inequality in pre-industrial societies: causes and effects, Datini Studies in Economic History, 1 (Firenze: Firenze University Press, 2020), p. 389-428.

Abstract: Sinds de aanpassing van het theoretisch model van voedselzekerheid (of –veiligheid) door de FAO (Food and Agricultural Organisation) meer dan twee decennia terug, is dit nog maar zelden gebruikt door historici om nieuwe inzichten te verkrijgen in premoderne maatschappijen. Om het potentieel aan te tonen van de holistische aanpak van het model voorgesteld door de FAO analyseert dit artikel de evolutie van voedselzekerheid in de rampspoedige 14e eeuw in Gent, één van de grootste steden in die periode. Op lange termijn verbeterde de toegang tot voedsel in de tweede helft van de 14e eeuw door de toenemende lonen, rijkdom en investeringen in landbouwgrond. Deze verbeteringen kunnen deels gelinkt worden aan demografische evoluties, maar er werd geen bewijs gevonden voor het bereiken van een hypothetisch Malthusiaans plafond voor de Zwarte Dood (1348). Zowel geschoolde als ongeschoolde loonarbeiders verdienden genoeg om hun gezin te voeden in het merendeel van de jaren. Op korte termijn zijn enkele periodes van duurte te identificeren (op maandelijkse basis) en te verklaren door de interacties tussen oorlog en de werking van de graanmarkt. Vooral de handelsverboden tijdens de Honderdjarige Oorlog (jaren 1340) en de verwoesting van het platteland tijdens de Gentse Oorlog (1379-1385) hadden een negatieve impact op de toegang tot voedsel. Op sociaal vlak speelde economische ongelijkheid een enorme rol in het bepalen van wie toegang tot voedsel kreeg. Rijkdom trad op als een belangrijke buffer in tijden van nood. Tijdens de tweede helft van de 14e eeuw kwam de middenklasse van de stedelijke bevolking als duidelijke winnaar naar boven, ten koste van de lagere klassen en de elite. De neergang van de textielindustrie duwde waarschijnlijk tal van ongeschoolde arbeiders in armoede. Naast de totale waarde van iemands rijkdom was de compositie hiervan ook van belang. Voedselproducerende middelen, zoals molens of bakovens, zaten geconcentreerd in de handen van de rijken. Na de Gentse Oorlog investeerde de middenklasse zijn toegenomen rijkdom in landbouwgrond, wat hen betere toegang tot voedsel opleverde.