Opleiding

Vooreerst worden de basisbegrippen van de (bio-) statistiek behandeld en wordt aan de hand van voorbeelden het basisprincipe van het testen van hypotheses uitgewerkt. De binomiaal en normale verdeling worden meer in detail behandeld. Daarna volgt een bespreking van een reeks statistische procedures (t-test, ANOVA, regressie/correlatie, de algemene en de veralgemeende lineaire modellen) en hun toepassingen met biologische data. Het gebruik van het statistische pakket R(Studio) wordt doorheen de cursus geïllustreerd en toegepast aan de hand van praktische oefeningen. Er wordt ook aandacht besteed aan zeer eenvoudige programmeermogelijkheden in R alsook het gebruik van het pakket RMarkdown voor het maken van rapporten.

• Studieomvang: 6 studiepunten
  
• Onderwijstaal: Nederlands
• Locatie: Campus Groenenborger (meestal gebouw Z)
• Faculteit: Faculteit Wetenschappen​

In deze micro-credential staan de volgende leerdoelen centraal.

​Deelnemers aan de micro-credential sluiten aan bij de groep reguliere studenten
Contactmomenten:
• Hoorcolleges
• Oefeningensessies
• 1 of 2 aparte responsiecolleges voor deelnemers vanuit het werkveld, timing is in samenspraak met de deelnemers

De cursus wordt gedoceerd onder de vorm van hoorcolleges waarin een (beperkte) theoretisch achtergrond van de statistische technieken overlopen wordt. Daarnaast worden aan de hand van oefensessies en voorbeelden de technieken in de praktijk gebracht. Naast de cursus worden ook korte kennisclips aangeboden om de theorie voor te bereiden. De oplossingen van de oefeningen worden ook voorzien van begeleidende screencasts. Doorheen de cursus worden in een aantal praktische toepassingen enkele eenvoudige programmeer vaardigheden in RStudio gebruikt. Het gebruik van het pakket RMarkdown wordt aangeleerd en gestimuleerd voor het rapporteren van statistische gegevens.

Examen – schriftelijk zonder mondelinge toelichting

Het examen bestaat uit twee delen en is volledig schriftelijk. In een eerste deel, dat een kwart van de totale score zal bepalen, worden inzichten in specifieke termen en trefwoorden (woorden in het vet in de cursus) ondervraagd. Dit gebeurt op basis van definities in combinatie met meerkeuzevragen. In deel twee van het examen moeten 3 vraagstukken opgelost worden. Deze zijn van dezelfde moeilijkheidsgraad als de oefeningen gemaakt tijdens de praktische sessies. Om dit gedeelte op te lossen mag de student gebruik maken van een formularium dat tijdens de lessen ook al beschikbaar is en ook ter beschikking is tijdens het examen. De evaluatie van deze vraagstukken gebeurt op basis van: 1) het correct formuleren van de statistische hypotheses; 2) het selecteren en uitvoeren van de correcte methode, met inbegrip van een korte motivatie waarom; 3) het interpreteren van de statistische output en 4) het formuleren van de besluiten. Voor elke van deze vragen worden specifieke aspecten bevraagd op basis van open vragen en/of meerkeuzevragen. Voor één van deze vraagstukken moet de student de code van een RMarkdown document maken en uploaden.