Opleiding

Micro-credential: Juridisch kader van de culturele en creatieve sectoren

Lesinhoud

De cursus is opgebouwd rond enkele capita selecta:
    1. De culturele en creatieve sectoren als sociaal laboratorium: arbeidsrecht, sociale zekerheid en specifieke vergoedingswijzen.
    2. De organisatie van cultuur en artistieke activiteit: ondernemingsrecht, het wetboek verenigingen en vennootschappen, keuzes en combinatiemogelijkheden in organisatievormen.
    3. Geld en cultuur: fiscaliteit en belastingen voor individuele kunstenaars en kunstenorganisaties, juridische aandachtspunten met betrekking tot aanvullende financieringsmethoden.
    4. Bescherming van kunst en cultuur: intellectuele eigendom en auteursrechten, contractualisering van onderhandelingen voor interne en externe relaties.
    5. Cultuur over de grenzen: visaproblematieken, Europese coördinatie van sociale zekerheid en het detacheren van kunstenaars.
De docent gaat tijdens de lessen ook niet voorbij aan voorbeelden en informatie ter schets van de impact van digitalisering die in de verschillende clusters aan bod zullen komen. Zowel in de hoor- als de oefeningencolleges. We houden vinger aan de pols en reflecteren over de impact van streamingmodellen, NFT’s, digitale productiemethoden, et cetera op het vlak van intellectuele eigendomsrechten. Maar evenzeer de fiscale en sociaalrechtelijk kaders en uitdagingen voor influencers, content creators, podcastmakers komen aan bod.
De docent heeft tevens aandacht voor duurzame loopbanen en duurzame samenwerkingen in de culturele en creatieve sectoren. Maar tevens wordt vanuit de praktijkervaring van de docent aandacht gevestigd op duurzame businessmodellen en de impact van intellectele eigendomsmanagement. 

Contactmomenten:
    • Hoorcolleges
    • Seminarie/werkcollege
    • Gastcolleges

De hoorcolleges voor dit vak worden opgenomen en beschikbaar gemaakt voor werkstudenten Blackboard.

Leerdoelen

In deze micro-credential staan de volgende leerdoelen centraal.

1. De deelnemer heeft een overzicht van de belangrijkste juridische regels over de culturele en creatieve sectoren.

2. De deelnemer detecteert en analyseert de voornaamste juridische vraagstukken en hun onderlinge verbondenheid bij het nemen van onderbouwde managementbeslissingen.

3. De deelnemer kan juridische vraagstukken helder formuleren tegenover medewerkers, dienstverleners, partners en overheden en kan hierbij de diverse stakeholders overtuigen.

4. De deelnemer kan inspelen op de wisselwerking tussen evoluties in de cultuursector en juridische uitdagingen. De deelnemer genereert hierbij nieuwe ideeën uit de brede stroom aan juridische informatie. De deelnemer zet bestaande inzichten om in nieuwe concepten aangepast aan nieuwe tendenzen en legislatuur.

Evaluatie

Studenten worden op volgende wijze geëvalueerd:
    • Examen
        o Schriftelijk zonder mondelinge toelichting
            - Elektronisch
            - Open boek
            - Meerkeuzevragen
            - Open vragen
    • Permanente Evaluatie
        o Oefeningen
        o Opdrachten
        o Casussen

De permanente evaluatie staat op 5 van de 20 punten.
Voor elke cluster binnen het vak, wordt een oefeningenreeks voorzien, dewelke telkens op 1 punt staat. Deelname aan de oefeningenreeks, enkel indien het als zorgvuldig persoon ingevuld en opgelost wordt, geeft reeds recht op de helft van de punten. De andere helft van de punten wordt toegekend door de optelsom van de behaalde punten. De quotering en het gewicht van de verscheidene vragen per oefeningenreeks worden weergegeven tijdens het doorlopen van de oefeningenreeks.
Er worden minstens drie online oefeningenreeksen gehouden na het houden van de hoorcolleges dewelke betrekking hebben op de theorie en bronnen nodig om de betreffende oefeningenreeks succesvol aan te vatten en af te leggen. Er zijn minstens drie feedbacksessies, equivalent aan het aantal oefeningenreeksen, gehouden bij wijze van een oefeningencollege waar de docent, al dan niet samen met een gastspreker die gespecialiseerd is in het betreffende onderwerp dat behandeld wordt in het oefeningencollege, de vragen overloopt en met de studenten de methodologie overloopt om tot een correcte oplossing te komen, alsook op basis daarvan met de studenten de correcte of meest correcte antwoorden overloopt. Daarnaast is er mogelijkheid tot individuele feedback op hetzelfde moment als er mogelijkheid is tot inzage in het examen dat in januari ingericht wordt.
Het examen staat op 15 van de 20 te behalen punten voor het vak. Het examen bevat zowel open vragen als meerkeuzevragen. Bij de meerkeuze wordt geen giscorrectie toegepast maar is het zo dat elke vraag opgesplitst wordt in meerkeuze en in motivering. Op elk van deze onderdelen staat een half punt.