Seminarie vakkennis wiskunde

Seminarie vakkennis wiskunde

Micro-credential

Wat?

Dit opleidingsonderdeel biedt een uitgebreide, fundamentele benadering van de belangrijkste wiskundige concepten die nodig zijn voor een succesvolle carrière in het onderwijs. Het accent ligt op het begrijpen van de kernconcepten, in plaats van alleen maar de (computationele) technieken te beheersen. Dit vak biedt leerkrachten die reeds wiskunde geven in de derde graad van het secundair onderwijs de kans om hun vaardigheden aan te scherpen, hun kennis op te frissen en te verdiepen, zodat ze beter in staat zijn om wiskunde op een begrijpelijke en enthousiasmerende manier uit te leggen aan hun leerlingen.

De motivatie voor het aanbieden van theorie, oefeningen en het inoefenen van lesgeef-skills is de volgende: 

* De theoretische informatie zien we als een manier om hiaten op te vullen in de vakkennis, en als inspiratiebron voor leerkrachten die voor de onderzoekscomponent in het leerplan een werkje willen laten maken door hun leerlingen. 

* De keuze om oefeningen te laten maken is gebaseerd op de filosofie dat leerkrachten wiskunde in staat moeten zijn om alle oefeningen, en dan in het bijzonder de moeilijkste, op te lossen. De docenten zullen hierbij enkele voorbeeldopgaven uitwerken. 

* Het seminarie door de studenten biedt leerkrachten niet alleen een kans om hun lesgeef-skills in te oefenen, het is vooral ook een manier om te testen in welke mate studenten zelfstandig (al dan niet ongeziene) wiskundige onderwerpen te doorgronden, en die dan nauwgezet aan medestudenten uit te leggen. Op die manier komt elke student die dit vak volgt ook in contact met een brede waaier aan topics. De nadruk zal o.a. gelegd worden op de nauwkeurigheid in notatie en formulering, alsook het gebruik van krijt en bord. 

Alles samen zijn dit dus 4 modules van 6 lesuren, verspreid over 2 semesters. Per semester komen er dus 2 modules aan bod (wat belangrijk is voor de evaluatie, zie hieronder). 

Voor Wie?

Leerkrachten wiskunde in de derde graad van het secundair onderwijs of personen die minstens een voldoende geachte bekwaamheid hebben en de overstap naar het onderwijs willen maken