Wat is studiebelasting?
Studielast of studiebelasting verwijst naar de totale tijdsinvestering die een gemiddelde* student moet leveren om de eindcompetenties van een opleidingsonderdeel te bereiken. Dit omvat ingeroosterde contacturen (bv. hoorcolleges, werkcolleges, practica, …), maar ook de tijd voor het onder de knie krijgen van de leerinhoud aan de hand van zelfstudie, (groeps)opdrachten, voorbereiden van lessen, studeren voor en afleggen van het examen, … (Pogacnik et al., 2004; Souto-Iglesias & Baeza-Romero, 2018). In Vlaanderen wordt deze studiebelasting uitgedrukt in studiepunten (ECTS) waarbij één studiepunt staat voor 25 à 30 uur onderwijs- en andere studieactiviteiten (Structuurdecreet, 2003). Telt een opleidingsonderdeel met andere woorden 3 studiepunten, dan betekent dat dat je in totaal 3 x 25 à 30 uur = 75 à 90 uur onderwijs- en studietijd moet voorzien.
Het begrip ‘studeerbaarheid’ wordt vaak in één adem genoemd met studiebelasting. Hoewel beide begrippen nauw met elkaar verbonden zijn, omvat studeerbaarheid meer dan alleen de hoeveelheid onderwijs- en studietijd. Ook factoren zoals de moeilijkheidsgraad van het opleidingsonderdeel, de omvang van de leerstof en de voorkennis van de studenten spelen hierbij een rol. In deze onderwijstip richten we ons specifiek op studiebelasting en helpen we je op weg om deze zo realistisch mogelijk in te schatten.
Werkelijke vs. gepercipieerde studiebelasting
Voor je start met het plannen en vormgeven van je onderwijs, is het belangrijk om te weten dat er naast de objectieve of werkelijke studiebelasting – zoals het aantal uren dat een opdracht of cursus officieel in beslag zou moeten nemen volgens het aantal studiepunten – ook zoiets bestaat als de gepercipieerde studiebelasting door studenten (Kyndt et al., 2014). Studenten ervaren studielast namelijk niet altijd zoals die op papier is bedoeld: mind the gap! Factoren zoals onduidelijke instructies, opeenstapeling van deadlines, of onzekerheid over verwachtingen kunnen de ervaren studiebelasting aanzienlijk verhogen (Impola, 2024; Kember, 2004), zelfs als de werkelijke tijdsinvestering redelijk is. Uiteraard kunnen hierbij ook persoonlijke factoren, zoals bekwaamheid, motivatie en inspanning, een rol spelen (Bowyer, 2012). Echter, studenten die een overbelasting ervaren zijn niet in staat om efficiënt te leren en positieve leerervaringen op te doen (Karjalainen et al., 2006). Je kan als docent uiteraard niet met elke subjectieve perceptie aan de slag, al is het wel goed om in het achterhoofd te houden dat deze een invloed heeft op de leerprestaties van je studenten.
Het goede nieuws is volgens Kyndt et al. (2014) dat je de gepercipieerde werklast van studenten kan verlagen, zonder daadwerkelijk de vereiste hoeveelheid werk te verminderen. Dit kan je onder andere doen door: helder te communiceren over verwachtingen, opdrachten goed te faseren, ruimte te laten voor feedback, … Dit hangt aan de basis samen met het concept van constructive alignment (Biggs, 1996): eerst nadenken over welke doelen je vooropstelt, over met welke werkvormen je die best kan bereiken en welke evaluatievorm het meest geschikt is om je doelen te evalueren; en dit vervolgens helder communiceren naar de studenten toe. Zo help je hen om het leerproces als behapbaar en zinvol te ervaren – wat uiteindelijk de effectiviteit van je onderwijs ten goede komt (Thornby, Brazeau & Chen, 2023).
Inschatten van studiebelasting
Aan de slag nu: je doceert een opleidingsonderdeel voor de eerste keer en je wil een inschatting maken van hoeveel opdrachten je mag geven, welke deadlines je kan inplannen en hoeveel contacttijd je best voorziet. Of: je wil je vak herwerken voor volgend academiejaar en je wil daarbij de studiebelasting meer in balans brengen? Hieronder vind je een stappenplan.
- Aan je opleidingsonderdeel zijn vanuit de opleiding wellicht al een aantal studiepunten toegekend. Ga na wat dit aantal is en bereken wat dit betekent voor de totale studielast in uren.
Voorbeeld: Een opleidingsonderdeel van 6 studiepunten heeft een totale studielast van 150 à 180 uren (6x25 à 6x30).
- Verdeel deze uren over de verschillende onderwijsactiviteiten die je zal aanbieden en de bijhorende studietijd die je van de studenten verwacht:
- Vraag eerst na bij je onderwijs-/opleidingscommissie of er richtlijnen zijn qua contacttijd voor bv. hoorcolleges, seminarie/werkcolleges, practica, stage, … in verhouding tot het aantal studiepunten van het volledige opleidingsonderdeel.
Voorbeeld: In de Faculteit Farmaceutische, Biomedische en Diergeneeskundige -Wetenschappen van UAntwerpen hanteren ze volgende richtlijnen qua contacturen die ingeroosterd kunnen worden voor 1 studiepunt: 7,5u hoorcollege of 12u seminarie/werkcollege of 20u practica of 30u voor stage. De zelfstudie die van studenten verwacht wordt - aanvullend aan deze contacturen - moet hier dan nog bijgeteld worden.
- Maak vervolgens per onderwijs-/studieactiviteit een schatting van hoeveel tijd je zou rekenen voor de verschillende onderdelen (contacttijd, voorbereidingstijd, tijd voor maken van opdrachten, …). Hiervoor kan je gebruik maken van onderstaande tabel. Hou er rekening mee dat studenten aanzienlijk meer tijd nodig zullen hebben om een stuk hoorcollege te verwerken of een opdracht te maken dan jij als expert ter zake.

*Zorg dat dit aantal overeenkomt met het aantal uur dat je volgens de studiepunten ter beschikking hebt voor je opleidingsonderdeel (bv. voor 3 studiepunten is dit 75 à 90 uur).
- Ga te rade bij je collega’s: hoe schatten zij de studiebelasting voor hun opleidingsonderdeel in voor bovenstaande categorieën? Laat hen eventueel een blik werpen op jouw schema. Dit zal je helpen bij het maken van een realistische schatting, en daarnaast krijg je zo meer zicht op de totale studiebelasting die van de studenten verwacht wordt over opleidingsonderdelen heen.
- Je hebt nu een ontwerp van hoeveel tijd studenten gemiddeld aan de verschillende onderdelen van je vak zullen besteden. Neem er nu een kalender bij van het semester waarin je opleidingsonderdeel loopt en concretiseer je schatting in termen van onderwijs-/studieactiviteiten, (deel)opdrachten en deadlines. Streef een evenwichtige werkverdeling na en toets je deadlines nog even af op opleidingsniveau. Op die manier vermijd je eventuele overlappende deadlines. Hebben de studenten volgens jou voldoende tijd en ademruimte om alles te verwerken? Goed zo, je planning is nu helemaal klaar!
Bewaken van studiebelasting
Zodra je opleidingsonderdeel van start is gegaan, is het aangewezen om tussentijds bij de studenten na te vragen hoe het verloopt met de verwerking van de leerstof, de opdrachten, de oefeningen, … Vraag door naar de oorzaken van een hoog ervaren belasting, zodat je weet of je de werkelijke studielast moet bijsturen (aantal opdrachten, deadlines ruimer maken, …) of dat je bijvoorbeeld meer op het vlak van communicatie of motivatie van de studenten moet inzetten. Op die manier blijf je goed geïnformeerd en kan je tijdig bijsturen waar nodig.
Evalueer aan het einde van het semester of je inschatting van de studiebelasting voor studenten realistisch was. Hieronder vind je een aantal opties die je hierbij kunnen helpen. Idealiter combineer je verschillende van onderstaande methodes om tot een helder beeld te komen van de studiebelasting in jouw opleidingsonderdeel.
Online studentenbevraging
Wellicht zijn er in de online studentenbevraging/ docentenevaluatie van jouw instelling een aantal vragen opgenomen die verwijzen naar de studiebelasting. Aan UAntwerpen gaat het bijvoorbeeld om volgende items, respectievelijk voor hoorcolleges en practica: “De verwachtingen van de docent ten aanzien van wat we moesten kennen en kunnen, waren realistisch en haalbaar.” en “Hoeveel tijd heb je gemiddeld gespendeerd aan de voorbereiding van het practicum?”
Focusgroepen
Mogelijks worden er binnen je faculteit/opleiding ook periodiek focusgroepen georganiseerd. Tijdens zo’n focusgroep bespreekt een stafmedewerker samen met een representatieve groep studenten uit een bepaalde fase in de opleiding de kwaliteit van het onderwijs (incl. de studiebelasting).
Korte, gerichte bevraging
Zelf kan je een korte, gerichte bevraging (bv. via Microsoft Forms, BB, … ) organiseren: In dit soort bevraging kan je heel concreet ingaan op vragen als ‘Hoeveel uur per week heb je gemiddeld aan dit vak besteed?’; ‘Was dit volgens jou in verhouding tot de studiepunten?’ of ‘Welke onderdelen waren het meest/minst tijdsintensief?’. Hou het kort en deel eventueel de resultaten na afloop, zodat de studenten weten dat je ermee aan de slag gaat.
Reflectiemoment tijdens laatste les
Ook kan je kiezen voor een reflectiemoment tijdens de laatste les: waarbij je de studiebelasting mondeling met de studenten bespreekt. Eventueel doe je dan eerst een korte schriftelijke feedbackronde, waarbij je iedereen vraagt om iets te noteren en ga je dan mondeling dieper op de antwoorden in.
Data
Maak een analyse van de gemiddelde scores van de studenten voor bepaalde opdrachten, het examen, … en breng de verhouding geslaagden versus niet-geslaagden in kaart. Aan UAntwerpen kunnen titularissen en co-titularissen ook nagaan hoe groot de samenhang is tussen de scores van studenten op een opleidingsonderdeel en de globale gemiddelde score van de student. Zo krijg je er ook zicht op in hoeverre de behaalde scores van jouw opleidingsonderdeel afwijken van de rest van het programma. Dit zal je ook een indicatie geven of je opleidingsonderdeel al dan niet als te zwaar of te licht wordt ervaren.
Meten van 'werkelijke' studiebelasting
Wil je nog een stap verder gaan en wil je een meting uitvoeren die de werkelijke studiebelasting zoveel als mogelijk benadert? Dit is echter geen eenvoudige aangelegenheid aangezien het een grote inspanning vergt van studenten (en samenhangend hiermee voor jou als docent om de respons voldoende hoog te krijgen) en het onmogelijk is om deze volledig los te zien van de gepercipieerde studiebelasting (zie §2).
Het opzetten van een studietijdmeting kan evenwel noodzakelijk zijn wanneer een ingrijpende wijziging aan het curriculum of aan je opleidingsonderdeel gepland staat, het aantal studiepunten van je vak wijzigt, of wanneer de onderwijsevaluatie een probleem signaleert met de studiebelasting.
Hieronder schetsen we een aantal mogelijke methoden die je kan gebruiken, telkens met hun voor- en nadelen (Marshall, 2018; KU Leuven, 2025; UAntwerpen, 2021). Aan UAntwerpen kunnen de drie vormen van studietijdmeting geautomatiseerd worden zodat studenten via e-mail of Blackboard uitgenodigd worden deel te nemen, hun studietijdgegevens elektronisch kunnen registreren en de resultaten snel verwerkt worden.
Tijdschrijven
Hierbij schatten studenten bijvoorbeeld wekelijks de tijd die ze besteed hebben aan het opleidingsonderdeel.
- Voordeel: meest accurate schatting door snelle registratie (kleine herinneringsfout)
- Nadeel: vergt grote inspanning van de studenten, respons voldoende hoog houden niet evident, respons misschien niet representatief voor de hele groep (maar alleen voor het type student dat zich inzet om hieraan mee te werken)
Absoluut schatten achteraf
Bij deze methode schatten de studenten na afloop van het opleidingsonderdeel en dus na het examen, hoeveel tijd ze aan de verschillende delen van het vak hebben besteed (voorbereiding, opdrachten, zelfstudie, …) bijvoorbeeld op basis van deze tabel.

- Voordeel: vraagt een kleinere inspanning van de studenten dan tijdschrijven, geeft een algemener beeld
- Nadeel: mogelijks herinneringsfouten (over- of onderschatting), sociaal wenselijke antwoorden
Paarsgewijze vergelijking
Bij deze methode krijgen studenten koppels van opleidingsonderdelen aangeboden en duiden ze aan welk van de twee de hoogste studiebelasting heeft. Op basis daarvan worden de vakken gerangschikt van licht naar zwaar. Deze methode wordt vaak gecombineerd met tijdregistratie bij enkele vakken om de absolute studietijd van alle opleidingsonderdelen te bepalen.
- Voordeel: minimale inspanning, geschikt voor grotere studentengroepen
- Nadeel: minder betrouwbaar, nuttig in combinatie met een andere methode
Conclusie
Samengevat is het inschatten van studiebelasting bij studenten geen exacte wetenschap, maar wel een belangrijk aandachtspunt bij het vormgeven van je opleidingsonderdeel. Zowel de werkelijke als de gepercipieerde belasting beïnvloeden immers hoe studenten het leerproces ervaren en bijgevolg ook hun leeruitkomsten. Kleine aanpassingen in communicatie, fasering en afstemming kunnen al een groot verschil maken. Regelmatig bevragen en bijsturen helpt om de studielast realistisch en haalbaar te houden en zo bij te dragen aan een meer effectieve leerervaring van de studenten.
*De gemiddelde student wordt hier gedefinieerd als de student die slaagt binnen de voorziene studieduur (Structuurdecreet, 2003).
Meer weten?
- Biggs, J. (1996) Enhancing teaching through constructive alignment, Higher Education, 32, 1–18.
- Bowyer, K. (2012). A model of student workload. Journal of Higher Education Policy and Management, 34(3), 239-258.
- Impola, J. (2024). European credit transfer and accumulation system as a time-based predictor of student workload. Higher Education Research & Development, 44(2), 417–430.
- Karjalainen, A., Alha, K., & Jutila, S. (2006). Give me time to think: Determining student workload in higher education. Oulu: Oulu University Press.
- Kember, D. (2004). Interpreting student workload and the factors which shape students’ perceptions of their workload. Studies in Higher Education, 29(2), 165–184.
- KU Leuven (z.d.). Hoe organiseer ik een studietijdmeting? Kwaliteitszorgportaal. Geraadpleegd op 30 juni 2025.
- Kyndt, E., Berghmans, I., Dochy, F., & Bulckens, L. (2014). Time is not enough. Workload in higher education: a student perspective. Higher Education Research & Development, 33(4), 684–698.
- Marshall, S. (2018). Student time choices and success. Higher Education Research & Development, 37(6), 1216–1230.
- Ministerie van de Vlaamse Gemeenschap (4 april 2003). Decreet betreffende de herstructurering van het hoger onderwijs in Vlaanderen. Brussel: Ministerie van de Vlaamse Gemeenschap.
- Pogacnik, M., Juznic, P., Kosorok-Drobnic, M., Pogacnik, A., Cestnik, V., Kogovsek, J., ... & Fernandes, T. (2004). An attempt to estimate students’ workload. Journal of veterinary medical education, 31(3), 255-260.
- Schrooten, H. & Vyt, A. (1999). Tijd voor studietijd: onderwijskundige, methodologische en beleidsmatige aspecten van studietijdmeting in het hoger onderwijs. Acco: Leuven.
- Souto-Iglesias, A., & Baeza_Romero, M. (2018). A probabilistic approach to student workload: empirical distributions and ECTS. Higher Education, 76(6), 1007-1025.
- Thornby, K., Brazeau, G., & Chen, A. (2023). Reducing student workload through curricular efficiency. American Journal of Pharmaceutical Education, 87(8), 100015.
- UAntwerpen (2021). Handboek kwaliteitszorg onderwijs. [Beleidsdocument] (toegankelijk voor UAntwerpen-personeel na inloggen)