​Het onderzoek van het Ruusbroecgenootschap beslaat een uniek domein. Nergens anders is de geschiedenis van de spiritualiteit in de Nederlanden over zo'n lange tijd en vanuit een structurele aanpak op gespecialiseerde en tegelijkertijd multidisciplinaire wijze bestudeerd.

Het onderzoek aan het Ruusbroecgenootschap kan grofweg in drie onderzoeksgebieden worden verdeeld. Ondanks deze kunstmatige opdeling, zijn de drie gebieden complementair aan elkaar:

Edities van mystieke en devotionele teksten

​Het Ruusbroecgenootschap koestert zijn filologische traditie. De onderzoekers maken tekstuele bronnen beschikbaar (via edities, repertoria, codicologische en bibliografisch-analytische studies), en beschrijven, analyseren en interpreteren bronteksten. Deze werkwijze is altijd een van de sterktepunten van het onderzoeksinstituut geweest.

Belangrijke edities door (of in samenwerking met) medewerkers van het Ruusbroecgenootschap:

Editieprojecten van medewerkers van het Ruusbroecgenootschap, in voorbereiding:

  • De complete werken van Hadewijch
  • Meerdere prekenbundels  (Een nuttelijc boec den kerstenen menschen; Hendrik van Santen ofm; de Arnhemse mystieke preken)
  • Die grote euangelische peerle


Studie en interpretatie van mystieke en devotionele teksten

​Sinds de oprichting is het onderzoek van het Ruusbroecgenootschap gekend voor de nadruk op twee onderwerpen:

De studie van mystiek

Het Ruusbroecgenootschap is bekend voor zijn expertise op het gebied van de studie van mystiek. De invloed op de studie van de mystiek in de Nederlanden en op de internationale studie van de mystiek kan haast niet worden overschat. Al vanaf het begin heeft de beroemde Brabantse mysticus  Jan van Ruusbroec in het centrum van de aandacht gestaan in het onderzoeksinstituut, en het was Jozef Van Mierlo's enthousiasme dat de mystica Hadewijch, die aan het begin van de twintigste eeuw nog relatief onbekend was, op de kaart heeft gezet. Via edities en studies van hun werken en van de werken van andere mystici werd het netwerk van de middeleeuwse mystiek in de Nederlanden en de aangrenzende regio's ontsloten. De studie van anonieme zestiende-eeuwse teksten (Den tempel onser sielen en Die grote euangelische peerle) resulteerde zelfs in de 'ontdekking' van een zestiende-eeuwse mystieke renaissance in de regio Arnhem, nadat Kees Schepers een derde anonieme tekst vond - de Arnhemse mystieke preken - die afkomstig bleken uit hetzelfde klooster.

De studie van de religieuze tekstcultuur in de Nederlanden

Religieuze geschiedenis

​De focus op de filologische studie van religieuze en mystieke teksten gaat in het Ruusbroecgenootschap traditioneel gepaard met onderzoek naar de historische context waarbinnen deze teksten functioneerden. De aandacht blijft hierbij niet beperkt tot literaire teksten maar wordt uitgebreid naar het bredere religieuze cultuurlandschap. Meerdere leden publiceerden historische bijdragen, zoals Jozef Andriessen over geschiedenis van de reformatie. De bibliotheek van het Ruusbroecgenootschap werd in het kader van deze historische onderzoeksinteresse aangelegd en bevat een unieke verzameling primaire en secundaire bronnen over de religieuze cultuur van de Nederlanden (en daarbuiten) van de late middeleeuwen tot de twintigste eeuw. Lopende historische onderzoeksprojecten over mirakelcollecties tijdens het ancien régime en Europese stigmatici in de negentiende en twintigste eeuw staan in het verlengde van deze geschiedkundige traditie en benutten de rijkdom van onze collectie ten volle.

​Lopend onderzoek

Binnenkort vindt u hier een overzicht van het lopende onderzoek.