Onderzoeksgroep

Expertise

Michel Walrave is als gewoon hoogleraar verbonden aan het Departement Communicatiewetenschappen van de Faculteit Sociale Wetenschappen. Hij is woordvoerder van de onderzoeksgroep MIOS. Zijn onderzoek focust op het online vrijgeven van persoonlijke informatie en privacy. Hij verricht onderzoek over de motieven van individuen om persoonlijke informatie online mee te delen, de opportuniteiten die dit inhoudt (o.a. sociaal kapitaal, online vriendschappen, online dating) maar ook de risico's waarmee individuen geconfronteerd worden (bijvoorbeeld cyberrelationeel geweld, cyberpesten, online haatspraak). De mogelijke gevolgen van intieme vormen van online zelf-onthulling (m.n. sexting) worden eveneens onderzocht, waaronder het ongewenst verder doorsturen van sexting (NCII, non-consensual intimate images), maar ook het maken en doorsturen van fake naaktbeelden (deepfake nudes of deepnudes). Verder bestudeert Michel Walrave de motieven en gevolgen van (grand)sharenting, het online delen van persoonlijke informatie over kinderen/jongeren door hun (groot)ouders. Naast onderzoek over interpersoonlijke zelf-onthulling, bestudeert hij ook het toevertrouwen van persoonlijke informatie aan bedrijven/overheden en hoe individuen omgaan met nieuwe vormen van interactieve en gepersonaliseerde digitale communicatie (zoals gepersonaliseerde vormen van digitale marketing).

VR voor Sociale Verandering? De effectiviteit en acceptatie van VR-ervaringen voor prosociale doeleinden. 01/11/2023 - 31/10/2025

Abstract

Virtual Reality (VR) doet zijn intrede op de consumptiemarkt en beweert de manier waarop wij media ervaren te verbeteren. Enerzijds wijst onderzoek er sterk op dat VR kan worden ingezet voor journalistiek, onderwijs, opleiding, trauma- en pijntherapie, naast vele andere toepassingen. Anderzijds investeren multinationals (zoals Meta, Google en Sony) zwaar in de commercialisering van VR-headsets om een nieuw sociaal medium te creëren: wat diepgaande negatieve gevolgen kan hebben, zoals de incidenten van virtuele intimidatie en aanranding. VR wordt gezien als een interactiever en meer immersief medium dan video, dat de werkelijkheid kan simuleren. We weten echter niet in hoeverre VR inderdaad een nuttig instrument kan zijn om prosociaal gedrag te bevorderen. Daarom richt dit onderzoek zich op twee aspecten van VR: de effectiviteit ervan in het uitlokken van prosociaal gedrag, en de gebruikersacceptatie van VR. Het eerste doel is te onderzoeken in hoeverre VR in staat is om mensen prosocialer te laten handelen. Een sleutelbegrip voor deze analyse is 'empathie. VR kan sterke gevoelens van empathie opwekken. Het is daarom een belangrijk concept in het creëren van prosocial gedrag. De tweede doelstelling is het identificeren van sleutelfactoren voor de gebruikersacceptatie van VR, na het ervaren van prosociale inhoud in VR. Dit project zal een dieper inzicht bieden in de persuasieve aard van VR, terwijl het ook de belangrijke ethische bezwaren bij het gebruik van VR aanpakt.

Onderzoeker(s)

Onderzoeksgroep(en)

Project type(s)

  • Onderzoeksproject

Voorspellen en verklaren van het al dan niet optreden van nietconsensuele verspreiding van sexts: risico- en beschermende factoren bij adolescenten en jongvolwassenen. 01/01/2022 - 31/12/2025

Abstract

Er is steeds meer maatschappelijke en wetenschappelijke aandacht voor sexting en het strafbare gedrag van niet-consensuele verspreiding van sexts (NCVS) bij adolescenten en jongvolwassen. Toch is tot nu toe weinig empirisch onderzoek dat bijdraagt aan het begrijpen en verklaren van dit recente fenomeen. Deze studie tracht deze leemte in te vullen door te onderzoeken welke factoren bijdragen aan het al dan niet optreden van NCVS. Kortom, ons onderzoek gaat op zoek naar factoren die de kans op daderschap en slachtofferschap van NCVS doen toenemen of afnemen. Via kwantitatief en kwalitatief onderzoek willen we (het optreden van) dit fenomeen beter kunnen verklaren en begrijpen. Eerst worden Vlaamse adolescenten en jongvolwassenen bevraagd over mogelijk dader- en/of slachtofferschap van NCVS en de factoren die daarmee samenhangen (o.a. contextuele factoren). In een tweede fase worden daders en slachtoffers geïnterviewd over NCVS in het algemeen en de relevante factoren, mede op basis van de survey, die bijdragen tot dit misdrijf. Naast de wetenschappelijke meerwaarde van het aanscherpen van ons begrip van het fenomeen, biedt het onderzoek ook praktische handvatten voor een maatschappelijke (re)actie, beleid, bijstand, voorlichting en preventie rond dit gedrag, wat het vervolgens mogelijk maakt om de NCVS in te perken en jongeren te beschermen tegen de negatieve gevolgen van het fenomeen.

Onderzoeker(s)

Onderzoeksgroep(en)

Project type(s)

  • Onderzoeksproject

Vertrouwen en wantrouwen in meerlagige politieke en administratieve systemen: oorzaken, dynamieken en effecten (GOVTRUST) 01/01/2020 - 31/12/2025

Abstract

Hedendaags bestuur van de samenleving is een complexe activiteit, omdat overheidsinstanties op diverse niveaus (EU, nationaal, deelstatelijk) betrokken zijn bij de opmaak en implementatie van regelgeving en daarvoor samenwerken met niet-statelijke actoren in gelaagde besluitvormingsorganen. Vertrouwen is een fundamentele voorwaarde voor het goed presteren van multi-level governance systemen. Hoewel een zekere mate van georganiseerd wantrouwen tussen actoren functioneel kan zijn, komt het systeem voor grote uitdagingen te staan wanneer het vertrouwen tussen burgers, private organisaties en overheidsinstanties op verschillende bestuursniveaus blijft afnemen. Dit belemmert niet alleen de samenwerking tussen burgers, private organisaties en de overheid, maar ook die tussen overheidsorganisaties op verschillende bestuursniveaus. Deze samenwerking is nochtans noodzakelijk voor effectief bestuur. Het onderzoeksexcellentie-consortium GOVTRUST, dat onderzoeksteams uit de politieke wetenschappen, bestuurskunde, rechten, communicatiewetenschappen en gedragseconomie omvat, zal de dynamieken, oorzaken en effecten van vertrouwen en wantrouwen tussen actoren betrokken in multi-level governance op een interdisciplinaire wijze bestuderen. Hiervoor zal het consortium gebruik maken van multi-methode onderzoek waarbij gebruik wordt gemaakt van juridische studies, surveys en kwantitatieve analyses, verschillende soorten experimenten, inhoudsanalyse, sociale netwerkanalyse alsook gecontroleerde casusvergelijkingen. Met haar onderzoeksprogramma, samenwerkingen en activiteiten zal het consortium wetenschappelijke kennis genereren op een internationaal excellentieniveau, bijdragen aan de internationale reputatie van de Universiteit Antwerpen en impact op beleid en bestuur nastreven.

Onderzoeker(s)

Onderzoeksgroep(en)

Project website

Project type(s)

  • Onderzoeksproject

CC-Driver: Onderzoek naar de drijfveren van cybercriminaliteit en nieuwe methoden voor de preventie, het onderzoek en het verminderen van cybercrimineel gedrag (H2020 project). 23/04/2021 - 30/06/2022

Abstract

Het project onderzoekt verschillende aspecten van cybercriminaliteit en verbanden met andere criminele activiteiten. Instrumenten worden ontwikkeld voor wetshandhavingsinstanties om met de onderzochte aspecten rekening te houden. Dit zal helpen bij de preventie en het verminderen van de impact van criminele handelingen. Het onderzoek zal ook bijdragen tot het begrip van verschillende vormen van cybercrime, om preventie en rechtshandhaving te ondersteunen. Door een survey uit te voeren in 8 landen, zal het onderzoek predictoren identificeren van nieuwe vormen van cybercriminaliteit. We richten ons specifiek op het begrijpen van factoren die het volgende gedrag beïnvloeden: hacking, online haatberichten, digitale piraterij en misbruik van intieme beelden. Een online tool wordt ontwikkeld die jongeren en organisaties kunnen gebruiken om hun kwetsbaarheid voor cybercrime in te schatten. Daarnaast wordt een online assessment/bewustwording/educatief hulpmiddel ontwikkeld voor jongeren, ouders/opvoeders en andere belanghebbenden. Er zal een vragenlijst voor zelfevaluatie worden ontwikkeld die organisaties en andere doelgroepen kunnen gebruiken om hun kwetsbaarheid voor cybercriminaliteit na te gaan.

Onderzoeker(s)

Onderzoeksgroep(en)

Project type(s)

  • Onderzoeksproject

Cybergeweld: bepalen van de grenzen van verantwoordelijkheid en toelaatbaarheid (@ntidote 2.0). 15/12/2020 - 15/09/2023

Abstract

De 4e industriële revolutie resulteerde in een nieuwe miljardenindustrie met een groep wereldwijd opererende internetserviceproviders (ISP's) die verantwoordelijk zijn voor wat we dagelijks op sociale media zien, hoe we communiceren, en welke informatie we te zien krijgen op basis van hun algoritmes. Deze ISP's treden vaak op als tussenpersonen die het delen van inhoud mogelijk maken in plaats van zelf inhoud te creëren. Daarom zijn ISP's onder het huidige wettelijke e-commerce kader niet verplicht actief te reageren tegen illegale of schadelijke inhoud. De redenering is dat alleen de gebruikers die verantwoordelijk zijn voor het creëren van inhoud moeten worden benaderd om de vrije stroom van onlinecommunicatie, e-commerce, de vrijheid van informatie en meningsuiting te waarborgen. Dit paradigma wordt in twijfel getrokken door de evolutie van het internet als platform voor het verspreiden van haat, geweld en misdrijven. Cybergeweld is een specifiek onderdeel van dit schadelijke onlinegedrag, waarbij digitale actie resulteert in fysieke, seksuele, psychologische en/of economische schade voor individuen. ISP's treden al op tegen schadelijke inhoud indien ze daarvan op de hoogte worden gebracht. Sommige ISP's gaan een stap verder in de zelfregulering. Toch wordt dit vaak als ontoereikend beschouwd. Daarom bespreken NGO's, nationale en Europese autoriteiten of de vrijstelling van aansprakelijkheid voor ISP's in het licht van cybergeweld nog steeds gerechtvaardigd is en of de autoriteiten niet verder moeten ingrijpen. Het project onderzoekt in hoeverre de huidige aanpak van cybergeweld effectief is of verdere versterking behoeft. Het onderzoek richt zich op twee soorten cybergeweld: het online aanzetten tot haat en de verspreiding van intieme beelden zonder toestemming (non-consensual distribution of intimate images of image-based sexual abuse). Terwijl de bestaande juridische en gerechtelijke instrumenten door de Belgische en Europese autoriteiten worden onderzocht om deze vormen van cybergeweld beter te bestrijden, ontbreekt het nog steeds aan een grondig begrip van deze fenomenen en hun prevalentie, vooral in België. Daarom wil dit project in de eerste plaats deze fenomenen in België analyseren door middel van kwalitatief onderzoek dat zich richt op hoe gebruikers, moderatoren van ISP's en andere belanghebbenden online haat en NCII afbakenen en de toelaatbare of schadelijke aard van dergelijke inhoud bepalen. Op basis van deze resultaten wordt kwantitatief onderzoek uitgevoerd om de prevalentie van de fenomenen in de Belgische samenleving in kaart te brengen met een focus op digital natives. Daarnaast worden de copinggedragingen van slachtoffers onderzocht, maar ook het vertrouwen in, en gebruik van meldingsmechanismen van verschillende instanties. In de tweede plaats zal worden bekeken of en hoe deze vormen van online geweld kunnen worden aangepakt door juridische en/of gerechtelijke acties, voortbouwend op de huidige praktijken en op de resultaten van het kwalitatieve en kwantitatieve onderzoek. De maatregelen tegen schadelijke inhoud zullen worden beoordeeld in het licht van de vrijheid van informatie en meningsuiting in cyberspace. Dit omvat de beoordeling van de rol van overheidsinstanties en ISP's, om na te gaan of er nieuwe verhoudingen en wetgevende maatregelen nodig zijn. Het onderzoek is intrinsiek multidisciplinair omdat het project cybergeweld benadert vanuit sociale wetenschappen, criminologie, antropologie en juridische wetenschappen. Binnen de werkpakketten zullen de respectieve disciplines samenwerken om een diepgaande, veelzijdige kennis van beide vormen van cybergeweld te verwerven. Naast de wetenschappelijke output, beoogt het project beleidsmakers en stakeholders een duidelijk inzicht te bieden in de fenomenen voor toekomstige initiatieven en acties, en om input te leveren over hoe het juridisch kader rond e-commerce verder kan worden ontwikkeld, rekening houdend met de impact van cybergeweld.

Onderzoeker(s)

Onderzoeksgroep(en)

Project type(s)

  • Onderzoeksproject

Vertrouwen, legitimiteit en nalevingsbereidheid aangaande COVID-19 exit-maatregelen. 01/06/2020 - 31/05/2021

Abstract

Although intrusive Covid-19 lockdown measures were legitimate in the initial stages of the crisis, the overriding call for stringent measures is gradually dissipating. Citizens increasingly demand that exitstrategies are developed with sufficient regard for their socio-economic interests, while potential infringements of fundamental rights, such as free movement, privacy and fair competition, and legal principles such as equality and proportionality lead to increasing criticism of and even litigation against government measures. While current strategies are primarily based on epidemiological and medical research, the growing relevance of social and legal factors for the development of exit-strategies implies that new data and knowledge is urgently needed. In particular, insights into the conditions under which Covid-19 measures are socially legitimate, legally sound, and stimulate citizen compliance is necessary to develop sustainable exit-strategies. Our project fills the lack of scientific and policyrelevant knowledge of social and legal factors in Covid-19 exit-strategies by using the following double approach 1) three vignette surveys examine how intended compliance and legitimacy of combinations of proposed Belgian Covid-19 measures is influenced by framing on underlying public health, social and legal concerns 2) and a systematic legal analysis aims at generating new insights on new measures' legality and provide essential input for the design of the vignette surveys. Continuous communication to governments of research findings from the vignette surveys and legal analysis to will provide policyrelevant input on new measures, allowing governments to make informed and balanced decisions on their exit-strategies, and providing support in the prevention of non-compliance to or litigation against Covid-19 measures.

Onderzoeker(s)

Onderzoeksgroep(en)

Project website

Project type(s)

  • Onderzoeksproject

Digitale revolutie in de Belgische Federale overheid; een open governance ecosysteem voor big data, kunstmatige intelligentie en blockchain (DIGI4FED) 15/12/2019 - 15/03/2022

Abstract

Het potentieel en gebruik van Big Data toepassingen hebben een impact op de theoretische en praktische context van besluitvorming, leren en procesoptimalisatie. DIGI4FED ontwikkelt een governance design dat de interne administratieve en dienstverleningsprocessen van de federale overheid wil stroomlijnen. Dit governance design is ingebed in een open ecosysteem en maakt ten volle gebruil van het potentieel van big data en de toepassing van big data in kunstmatige intelligentie blockchain technologie.

Onderzoeker(s)

Onderzoeksgroep(en)

Project website

Project type(s)

  • Onderzoeksproject

Cyberrelationeel geweld bij jonge adolescenten: Naar een omvattend begrip van controlerend gedrag en sexting onder druk. 01/10/2018 - 30/09/2021

Abstract

Het digitaal plegen van zowel psychologische als seksuele vormen van relationeel geweld wordt cyberrelationeel geweld genoemd. Psychologische vormen van cyberrelationeel geweld omvatten het monitoren van de romantische partner via digitale media (bv. inbreken in accounts). Seksuele vormen zijn vooral sexting onder druk. Tot nu is er weinig onderzoek uitgevoerd naar cyberrelationeel geweld bij jonge adolescenten. Onderzoek bij deze leeftijdsgroep is essentieel omdat jonge tieners die beginnen te experimenteren met seksueel gedrag of beginnen te experimenteren met romantische relaties tijdens deze periode. Daardoor zijn erg kwetsbaar voor risico's. Dit project heeft als doel om een dieper begrip van de context waarin cyberrelationeel geweld plaatsvindt, door zowel kwalitatief als een kwantitatief onderzoek.

Onderzoeker(s)

Onderzoeksgroep(en)

Project type(s)

  • Onderzoeksproject

De impact van attitudes en gedrag van de doelgroep van de PVI-campagne 'Kop Op'. 01/01/2018 - 31/12/2018

Abstract

Smartphones zijn binnengedrongen in elk facet van ons leven. Hoewel mobiele apps en andere digitale toepassingen veel voordelen bieden, om relaties te onderhouden en informatie op te zoeken, geven meer en meer individuen aan te worstelen met hun smartphonegebruik. Het toenemende smartphonegebruik heeft een invloed op onder meer hun sociaal leven, beweging en slaapgewoonten, soms met negatieve gevoelens tot gevolg. Het Provinciaal VeiligheidsInstituut Antwerpen (PVI) heeft een een sensibiliseringscampagne ontwikkeld met als kernboodschap: Gebruik je smartphone bewust en, indien nodig, herstel de balans tussen je smartphonegebruik en je andere activiteiten. Om de impact van de ontwikkelde activatietools (zelftest, logging app, website) na te gaan werd een kwalitatieve (diepte-interviews) en kwantitatieve studie (survey) uitgevoerd waarin gepeild werd naar de voornaamste smartphonegewoontes en gebruiksmotieven en welke problemen/uitdagingen respondenten ervaren bij hun smartphonegebruik. Daarnaast worden de activatietools van de Kop Op campagne geëvalueerd en werd nagegaan in welke mate deelnemers vinden dat de tools aanzetten tot inzicht en bewuster smartphonegebruik. Ten slotte werden suggesties voor het vervolg van de campagne geformuleerd.

Onderzoeker(s)

Onderzoeksgroep(en)

Project website

Project type(s)

  • Onderzoeksproject

Cyberrelationeel geweld bij adolescenten: Op zoek naar de sociale, relationele en individuele antecedenten. 01/10/2017 - 30/09/2018

Abstract

Digitale technologieën bieden aan jonge daders van partnergeweld meer mogelijkheden om hun partners te kwetsen, controleren, stalken of lastig te vallen. Op dit ogenblik, is onderzoek over het recente fenomeen van cyberrelationeel geweld bij adolescenten hoofdzakelijk descriptief van aard en focust het vooral op de verbanden tussen negatieve gezondheid en andere risicogedragingen bij slachtoffers. Er is weinig geweten over de antecedenten van daderschap bij cyberrelationeel geweld. Om effectieve preventiestrategieën uit te bouwen, dient toekomstig onderzoek te focussen op de studie van daderschap vanuit aanvullende theoretische perspectieven. Dit zal ons in staat stellen om de verklarende kracht van de verschillende modellen te vergelijken en biedt aan professionelen informatie over hoe ze preventie-initiatieven op een effectieve manier kunnen afstemmen op de belangrijkste facilitators van daderschap bij cyberrelationeel geweld.

Onderzoeker(s)

Onderzoeksgroep(en)

Project website

Project type(s)

  • Onderzoeksproject

BOF Sabbatsverlof - Michel Walrave. 01/10/2017 - 30/09/2018

Abstract

Tijdens het sabbatsjaar wordt onderzoek voorbereid, uitgevoerd en gevaloriseerd binnen een onderzoeksplan met als overkoepelend thema online zelfonthulling en privacy. Enerzijds worden de motieven en gevolgen van het vrijgeven van persoonsgegevens door consumenten. De deelprojecten binnen deze onderzoekslijn focussen op het online vrijgeven van persoonlijke gegevens en het misbruik van persoonsgegevens (e.g., phishing). Anderzijds wordt de uitwisseling van persoonlijke gegevens in online interpersoonlijke communicatie bestudeerd. Communicatie tussen ouders en kinderen en, meer in het bijzonder, sharenting door ouders wordt onderzocht. Daarnaast wordt gefocust op motieven en risico's van sexting, een intieme vorm van digitale communicatie in romantische relaties.

Onderzoeker(s)

Onderzoeksgroep(en)

Project website

Project type(s)

  • Onderzoeksproject

Waarom delen adolescenten persoonlijke informatie online? Onderzoek bij adolescenten naar het vrijgeven van persoonlijke informatie en beschermend gedrag op sociale netwerk sites. 01/10/2016 - 30/09/2020

Abstract

Het gebruik van sociale netwerksites (SNS) is gedurende het laatste decennium sterk gestegen. Gezien deze sites zich ontwikkelen op basis van persoonlijke informatie, stellen onderzoekers zich kritische vragen bij de mogelijke implicaties voor adolescenten wanneer ze persoonlijke informatie online meedelen. Nochtans zijn er nog belangrijke beperkingen terug te vinden in het huidige onderzoek rond het vrijgeven van persoonlijke informatie op SNS. Deze beperkingen vormen dan ook de inspiratie voor de doelstellingen van dit project. Ten eerste, de meeste studies zijn datagedreven, terwijl dit project wil vertrekken vanuit een theoretische basis. Het meedelen van persoonlijke informatie door adolescenten zal onderzocht worden aan de hand van complementaire theoretische modellen, met name de Theory of Planned Behavior en het Prototype Willingness Model. Daarnaast zal de Protection Motivation Theory en de Technology Threat Avoidance Theory gebruikt worden om zowel het bewustzijn als de ervaring die jongeren hebben met bepaalde risico's tijdens het meedelen van persoonlijke informatie op SNS te onderzoeken en na te gaan hoe dit beschermend gedrag stimuleert. Ten tweede maken de meeste studies gebruik van een cross-sectioneel onderzoeksdesign. Daarom is het implementeren van een longitudiaal onderzoekdesign de tweede doelstelling van dit project. Het gebruik van dit design maakt het mogelijk om de evolutie in de gedragingen van adolescenten, na het ervaren van concrete gevolgen van het meedelen van persoonlijke informatie, in kaart te brengen.

Onderzoeker(s)

Onderzoeksgroep(en)

Project type(s)

  • Onderzoeksproject

De Slimme Stad 01/05/2016 - 30/04/2020

Abstract

Meer en meer alledaagse toestellen worden verbonden met het internet. Deze evolutie, die het internet der dingen (IoT) genoemd wordt, heeft een recente boost gegeven aan onderzoek naar grootschalige draadloze sensor netwerken. Meer specifiek worden steden met IoT technologie uitgerust maar echte grootschalige installaties van draadloze sensornetwerken geven nog erg grote onderzoeksuitdagingen. Tegelijkertijd is de stad ook een schat aan belangrijke data indien dit op een goeie manier kan gemonitord worden. Testbeds worden vaak gebruikt om onderzoeksresultaten te valideren maar een grootschalige en multi-technologie slimme stad infrastructuur is momenteel nog onbestaand. De City of Things onderzoeksinfrastructuur wil een multi-technologie en multi-niveau testbed bouwen in de stad van Antwerpen. 100 locaties, verdeeld over de stad, zullen voorzien worden van sensor basisstations. Deze basisstations worden vervolgens verbonden met een reeks van sensoren die informatie verzamelen omtrent mobiliteit, geluid, luchtkwaliteit, enz.

Onderzoeker(s)

Onderzoeksgroep(en)

Project website

Project type(s)

  • Onderzoeksproject

Mediawijze projecten 2015-2016 - ontwikkeling van een website voor ouders over media en opvoeding met specifieke aandacht voor cyberpesten en gaming en de aanvullende projecten over cyberpesten en gaming voor onderwijs. 01/12/2015 - 15/10/2016

Abstract

Om aan de noden van ouders tegemoet te komen, willen we in een eerste deelproject prototypeverhalen over omgaan met cyberpesten voor ouders construeren en online beschikbaar maken. Uit wetenschappelijk onderzoek blijkt dat verhalen een goede manier zijn om te leren over complexe sociale situaties (Hinyard & Kreuter, 2007), zoals cyberpesten. Via verhalen kunnen mensen leren vanuit observatie van het gedrag van anderen en de gevolgen van dat gedrag, waardoor ze de gegeven informatie beter gaan onthouden, vaardigheden ontwikkelen om goed gedrag uit te voeren en zich ook meer bekwaam gaan voelen om dit goede gedrag uit te voeren (Bartholomew, Parcel, Kok, Gottlieb, & Fernandez, 2011). Directies en leerkrachten missen vaak de achtergrond, de tijd en de middelen om een evenwichtig en geïntegreerd anticyberpestbeleid uit te tekenen en te realiseren (Persson & Svensson, 2013; Vandebosch, Poels & Deboutte, 2014). Zij zijn dan ook vragende partij voor hulpmiddelen en instrumenten die hen daarbij kunnen helpen. De "Bouwkit Cyberpesten" die we binnen dit project willen ontwerpen, moet aan deze nood tegemoet komen.

Onderzoeker(s)

Onderzoeksgroep(en)

Project type(s)

  • Onderzoeksproject

Cyberrelationeel geweld bij adolescenten: Op zoek naar de sociale, relationele en individuele antecedenten. 01/10/2015 - 30/09/2017

Abstract

Digitale technologieën bieden aan jonge daders van partnergeweld meer mogelijkheden om hun partners te kwetsen, controleren, stalken of lastig te vallen. Op dit ogenblik, is onderzoek over het recente fenomeen van cyberrelationeel geweld bij adolescenten hoofdzakelijk descriptief van aard en focust het vooral op de verbanden tussen negatieve gezondheid en andere risicogedragingen bij slachtoffers. Er is weinig geweten over de antecedenten van daderschap bij cyberrelationeel geweld. Om effectieve preventiestrategieën uit te bouwen, dient toekomstig onderzoek te focussen op de studie van daderschap vanuit aanvullende theoretische perspectieven. Dit zal ons in staat stellen om de verklarende kracht van de verschillende modellen te vergelijken en biedt aan professionelen informatie over hoe ze preventie-initiatieven op een effectieve manier kunnen afstemmen op de belangrijkste facilitators van daderschap bij cyberrelationeel geweld.

Onderzoeker(s)

Onderzoeksgroep(en)

Project website

Project type(s)

  • Onderzoeksproject

Onderzoek naar ouder-kind communicatie over online contactrisico's. 01/09/2015 - 30/03/2017

Abstract

In het project wordt data verzameld over hoe de ouder-kind communicatie over internetgebruik en onlinecontactrisico's, zoals bijvoorbeeld sexting (het delen door jongeren van seksueel getinte beelden d.m.v. gsm of online applicaties) en cyberpesten (het pesten via het internet en de mobiele telefoon) verloopt en hoe ouders eventueel preventieve en/of curatieve maatregelen nemen m.b.t. deze risico's. Hiervoor wordt een kwantitatief onderzoek uitgevoerd bij gezinnen met een kind tussen 13 en 17 jaar (i.e. de leeftijd waarbij onlinecontactrisico's vaak voorkomen). Binnen eenzelfde gezin zullen moeder, vader en een adolescent (triade) bevraagd worden door gebruik te maken van potlood-en-papier vragenlijsten. Het triadisch onderzoek laat toe om na te gaan of de visie van ouders over de gehanteerde ouder-kind communicatiestrategieën verschillend is van de visie van hun kind over de gehanteerde ouder-kind communicatiestrategieën, en of er verschillen zijn in ouder-kind communicatiestrategieën tussen gezinnen waarbij het kind al dan niet reeds in aanraking is gekomen met onlinecontactrisico's. Daarenboven laat de triadische studie toe om na te gaan welke factoren het meest de ouder-kind communicatiestrategieën beïnvloeden. Deze kennis is belangrijk voor de ontwikkeling van opleidingspakketten. Het project is een samenwerking tussen Odisee en Universiteit Antwerpen, met als betrokkenen dr. Wannes Heirman, Prof. dr. Michel Walrave, Prof. dr. Koen Ponnet, dr. Katrien Symons, drs. Kathleen Emmery en drs. Griet Frère.

Onderzoeker(s)

Onderzoeksgroep(en)

Project type(s)

  • Onderzoeksproject

BFF op SNS? Een longitudinale studie bij adolescenten over wijzigingen in vriendschapskwaliteit binnen diverse vormen van vriendschappen op SNS. 01/01/2015 - 31/12/2018

Abstract

Dit project betreft fundamenteel kennisgrensverleggend onderzoek gefinancierd door het Fonds voor Wetenschappelijk Onderzoek-Vlaanderen. Het project werd betoelaagd na selectie door het bevoegde FWO-expertpanel.

Onderzoeker(s)

Onderzoeksgroep(en)

Project type(s)

  • Onderzoeksproject

Kom je dichterbij? Een longitudinale studie omtrent de zelfonthulling van adolescenten en de ontwikkeling van sociaal kapitaal in sociaalnetwerksites. 01/10/2014 - 30/09/2016

Abstract

Sociaalnetwerksites (SNS) zijn snel geëvolueerd tot het geprefereerde online communicatiemiddel van jongeren. Wanneer adolescenten SNS gebruiken, dan onthullen ze informatie over zichzelf omtrent, onder meer, hun persoonlijke ervaringen. Bovendien vormen ze nieuwe relaties en verdiepen ze bestaande contacten, wat bijdraagt tot hun sociaal kapitaal. Het onderzoek over jongeren, zelfonthulling en sociaal kapitaal vertoont echter enkele beperkingen die dit onderzoek wenst aan te pakken. Tot nu toe heeft onderzoek zich geconcentreerd op de studie van profielinformatie van SNS-gebruikers. Ook werden algemene schalen toegepast om zelfonthulling op SNS te meten. Nochtans kunnen jongeren veranderingen ervaren in domeinen die belangrijk zijn in hun persoonlijk leven, zoals hun uiterlijk en relaties. Ze zijn vaak ook geneigd om hierover op SNS te berichten. Daarom wil dit onderzoek het zelfonthullingsgedrag van jongeren in verschillende domeinen van hun persoonlijk leven op een longitudinale manier onderzoeken. Dit onderzoek wil inzicht verwerven in de manier waarop zelfonthulling in verschillende levensdomeinen zich ontwikkelt en gelinkt kan worden aan de voldoening die jongeren ervaren op psychologisch en sociaal vlak. Wat de psychologische aspecten betreft, wil dit onderzoek bijdragen aan de literatuur door de antecedenten (b.v. persoonlijkheidskenmerken) en gevolgen (b.v. welbevinden) na te gaan van het zelfonthullingsgedrag van adolescenten. Bovendien wordt nagegaan hoe voldoening op bepaalde vlakken leidt tot veranderingen in zelfonthulling. Wat de sociale aspecten betreft, onderzoekt deze studie de relatie tussen zelfonthulling en veranderingen in het sociaal kapitaal van jongeren. Maar ook hoe wijzigingen in sociaal kapitaal mogelijks zelfonthulling beïnvloeden, wordt longitudinaal onderzocht. Tot slot, naast de mogelijke positieve gevolgen van zelfonthulling op vlak van welbevinden en sociaal kapitaal, wordt de impact van negatieve ervaringen bestudeerd. In het bijzonder gaat het onderzoek na hoe zelfonthullingen kunnen leiden tot bepaalde negatieve gevolgen en hoe dit op zijn beurt zelfonthullingen kan beïnvloeden.

Onderzoeker(s)

Onderzoeksgroep(en)

Project type(s)

  • Onderzoeksproject

AdLit : reclamegeletterdheid in een Nieuwe Media-omgeving : onderzoek naar de kennis van minderjarigen met betrekking tot overreding bij nieuwe advertentieformaten. 01/09/2014 - 31/08/2018

Abstract

Dit project wil nagaan in hoeverre minderjarigen gewapend zijn (m.a.w. in welke mate kunnen ze inhoud van reclame onderscheiden en zijn ze in staat om hier consequent mee om te gaan in hun handelen) tegen de nieuwe vormen die publiciteit aanneemt.

Onderzoeker(s)

Onderzoeksgroep(en)

Project type(s)

  • Onderzoeksproject

Couch learning. 01/06/2014 - 30/09/2014

Abstract

Dit project kadert in een onderzoeksopdracht tussen enerzijds UA en anderzijds de opdrachtgever. UA levert aan de opdrachtgever de onderzoeksresultaten genoemd in de titel van het project onder de voorwaarden zoals vastgelegd in voorliggend contract.

Onderzoeker(s)

Onderzoeksgroep(en)

Project type(s)

  • Onderzoeksproject

Waarom delen adolescenten persoonlijke informatie online? Een longitudinale studie bij adolescenten naar het vrijgeven van persoonlijke informatie en beschermend gedrag op sociale netwerk sites. 01/01/2014 - 30/09/2015

Abstract

Het gebruik van sociale netwerksites (SNS) is gedurende het laatste decennium sterk gestegen. Gezien deze sites zich ontwikkelen op basis van persoonlijke informatie, stellen onderzoekers zich kritische vragen bij de mogelijke implicaties voor adolescenten wanneer ze persoonlijke informatie meedelen. Nochtans zijn er nog drie belangrijke beperkingen terug te vinden in het huidige onderzoek rond het vrijgeven van persoonlijke informatie op SNS. Deze beperkingen vormen dan ook de inspiratie voor de drie doelstellingen van dit project. Ten eerste spitsen de meeste studies zich toe op enerzijds de informatie die wordt meegedeeld op de online profielen en anderzijds de privacy-instellingen die gebruikt worden. Het vrijgeven van persoonlijke informatie terwijl men de SNS gebruikt is minder onderzocht. Door zowel de voorspellers als de gevolgen van het meedelen van persoonlijke informatie door adolescenten tijdens het gebruiken van SNS te analyseren, wil dit project een bijdrage leveren aan de literatuur. Daarenboven focust dit project ook op het beschermend gedrag van jongeren tijdens het gebruik van SNS. Ten tweede, de meeste studies zijn datagedreven, terwijl dit project wil vertrekken vanuit een theoretische basis. Het meedelen van persoonlijke informatie door adolescenten zal onderzocht worden aan de hand van een uitgebreid model gebaseerd op de Theorie van het Gepland Gedrag. Daarnaast zal de Protectie Motivatie Theorie gebruikt worden om zowel het bewustzijn als de ervaring die jongeren hebben met bepaalde risico's tijdens het meedelen van persoonlijke informatie op SNS te onderzoeken en na te gaan hoe dit beschermend gedrag stimuleert. Ten slotte maken de meeste studies gebruik van een cross-sectioneel onderzoeksdesign. Daarom is het implementeren van een longitudiaal onderzoekdesign de derde doelstelling van dit project. Het gebruik van dit design maakt het mogelijk om de evolutie in de gedragingen van adolescenten, na het ervaren van concrete gevolgen van het meedelen van persoonlijke informatie, in kaart te brengen.

Onderzoeker(s)

Onderzoeksgroep(en)

Project type(s)

  • Onderzoeksproject

'When ads walk a tightrope.' Een studie naar de inlvloed van privacygevoeligheid op de effectiviteit van gepersonaliseerde advertenties op sociale netwerksites. 01/01/2014 - 30/11/2014

Abstract

Het project handelt over "personalised advertising" op sociale netwerksites. Dit zijn reclameboodschappen die persoonlijk gericht zijn naar, en op maat gemaakt zijn van, de individuele gebruiker van de sociale netwerksite. Het project beoogt in kaart te brengen op welke manier personalisatie zo efficiënt mogelijk kan worden ingezet binnen advertenties op sociale netwerksites. Hierbij wordt de mediërende rol van ''privacy concern'' in rekening genomen. Het onderzoek is opgedeeld in drie complementaire deelprojecten en focust op toekomstige applicaties.

Onderzoeker(s)

Onderzoeksgroep(en)

Project type(s)

  • Onderzoeksproject

Kinderen en persuasieve communicatie op het Internet. 01/10/2013 - 31/08/2016

Abstract

Dit project betreft fundamenteel kennisgrensverleggend onderzoek gefinancierd door het Fonds voor Wetenschappelijk Onderzoek-Vlaanderen. Het project werd betoelaagd na selectie door het bevoegde FWO-expertpanel

Onderzoeker(s)

Onderzoeksgroep(en)

Project type(s)

  • Onderzoeksproject

Waarom delen adolescenten persoonlijke informatie? Een studie naar het vrijgeven van persoonlijke informatie en beschermend gedrag op sociale netwerk sites d.m.v. de Theorie van het Gepland Gedrag en de Protectie Motivatie Theorie. 01/10/2013 - 30/09/2014

Abstract

Dit longitudinaal onderzoek analyseert zowel de voorspellers als de gevolgen van het meedelen van persoonlijke informatie door adolescenten tijdens het gebruiken van SNS. Dit vrijgeven van informatie zal onderzocht worden aan de hand van een uitgebreid model gebaseerd op de Theorie van het Gepland Gedrag en het Prototype Willingness Model. Daarenboven focust dit onderzoek ook op het beschermend gedrag van jongeren tijdens het gebruik van SNS. Hiervoor zal de Protectie Motivatie Theorie gebruikt worden om zowel het bewustzijn als de ervaring die jongeren hebben met bepaalde risico's tijdens het meedelen van persoonlijke informatie op SNS te onderzoeken en na te gaan hoe dit beschermend gedrag stimuleert.

Onderzoeker(s)

Onderzoeksgroep(en)

Project type(s)

  • Onderzoeksproject

Onderzoek naar de beeldvorming rond jong ouderschap bij kwetsbare jongeren. 01/02/2013 - 31/05/2013

Abstract

De doelstelling van dit onderzoek, in opdracht van het Vlaams departement Cultuur, Jeugd, Sport en Media, is drieledig. Ten eerste wordt de representatie van jong ouderschap op de Vlaamse televisie geanalyseerd. Ten tweede zal gekeken worden naar de receptie van televisie-inhouden omtrent het onderwerp bij kwetsbare jongeren. Een derde, onderliggende, doelstelling bestaat erin om via participatieve onderzoekstechnieken na te gaan hoe kwetsbare jongeren betekenis geven aan de mediarepresentatie van jong ouderschap en welke rol sociale media kunnen spelen in dit proces van receptie en betekenisgeving.

Onderzoeker(s)

Onderzoeksgroep(en)

Project type(s)

  • Onderzoeksproject

Mediawijs onderwijs met Media Didactica. Lerarenopleidingen activeren mediagebruik en kritische reflectie op de media. 01/01/2013 - 31/12/2013

Abstract

Het doel van het project is een raamwerk ontwikkelen voor mediawijsheid in de lerarenopleiding (Media Didactica), waarin leerlijnen voor mediawijsheid in de lerarenopleiding worden uitgetekend. Aan de hand van dit raamwerk kunnen lerarenopleiders hun deskundigheid op het vlak van mediawijsheid ontwikkelen en evalueren. Twee inhoudelijke pijlers schragen de leerlijnen: (1) het gebruik van media als leermiddel in en buiten de school en (2) kritische reflectie over de impact van media op het leer- en ontwikkelingsproces in klas, school en samenleving. Het raamwerk is een concrete uitwerking van mediawijsheid zoals dat aan bod komt in het ontwikkelingsprofiel van de lerarenopleider. De leerlijnen worden vakonafhankelijk uitgetekend. Ze zijn bedoeld voor alle lerarenopleiders en bij uitbreiding ook voor de studenten in de lerarenopleiding en voor leraren.

Onderzoeker(s)

Onderzoeksgroep(en)

Project website

Project type(s)

  • Onderzoeksproject

Vlaams Kenniscentrum Mediawijsheid. 21/12/2012 - 31/12/2014

Abstract

Het Kenniscentrum Mediawijsheid stimuleert de kennisopbouw en -deling bij organisaties en werkers in het brede veld van mediawijsheid. Het Kenniscentrum biedt praktijkondersteuning en werkt aan praktijkontwikkeling. Het Kenniscentrum Mediawijsheid werkt actief samen met de relevante stakeholders uit de overheid en het veld en bevordert de dialoog en samenwerking tussen die stakeholders.

Onderzoeker(s)

Onderzoeksgroep(en)

Project type(s)

  • Onderzoeksproject

Cognitieve ontwikkeling in een digitale wereld: kinderen en persuasieve communicatie op het internet. 01/10/2011 - 30/09/2013

Abstract

Dit project betreft fundamenteel kennisgrensverleggend onderzoek gefinancierd door het Fonds voor Wetenschappelijk Onderzoek-Vlaanderen. Het project werd betoelaagd na selectie door het bevoegde FWO-expertpanel.

Onderzoeker(s)

Onderzoeksgroep(en)

Project type(s)

  • Onderzoeksproject

Pilootproject: het e-safety label. 30/10/2010 - 30/06/2011

Abstract

Dit project kadert in een onderzoeksopdracht tussen enerzijds UA en anderzijds EUN Partnership AISBL . UA levert aan EUN Partnership AISBL de onderzoeksresultaten genoemd in de titel van het project onder de voorwaarden zoals vastgelegd in voorliggend contract.

Onderzoeker(s)

Onderzoeksgroep(en)

Project type(s)

  • Onderzoeksproject

De contextuele ontwikkeling van cyberpestgedrag in de vroege adolescentie: een longitudinale en "social network" analyse. 01/01/2010 - 31/12/2013

Abstract

De studie speelt in op drie leemtes in het bestaande onderzoek rond cyberpesten: 1) een gebrek aan een valide en betrouwbaar meetinstrument, 2) een gebrek aan aandacht voor de concrete sociale context waarin het cyberpesten plaatsvindt en 3) een gebrek aan longitudinale gegevens. Het doel van de voorstudie is daarom de ontwikkeling van een multidimensionaal meetinstrument voor cyberpesten. Het eigenlijke onderzoek wil aan de hand van een methode die reeds beproefd is bij het klassieke pesten ¿ nl. Social Network Analysis (SNA) ¿ een diepgaander inzicht verschaffen in "wie-wie-cyberpest", "wie-door-wie-gecyberpest-wordt" en "wiewie-ziet-cyberpesten".

Onderzoeker(s)

Onderzoeksgroep(en)

Project type(s)

  • Onderzoeksproject

Internetobservatorium. 02/01/2008 - 31/08/2010

Abstract

Onderzoeker(s)

Onderzoeksgroep(en)

Project type(s)

  • Onderzoeksproject

Tieners en ICT: risico's en uitdagingen. 01/12/2005 - 31/12/2007

Abstract

De voornaamste doelstellingen van dit onderzoek zijn: 1) Inzicht verschaffen in de nieuwe sociale relaties die tot stand komen door het ICT-gebruik; 2) Inzicht verschaffen in de risicofactoren die ICT-gebruik met zich mee kan brengen om van daaruit efficiënte instrumenten aan te reiken die alle betrokken partijen in staat stellen risico's te herkennen; 3) Beschermingsmaatregelen formuleren teineinde beleidsaanbevelingen te kunnen aanreiken.

Onderzoeker(s)

Onderzoeksgroep(en)

Project type(s)

  • Onderzoeksproject

Verkennend onderzoek naar cyberpesten bij jongeren in Vlaanderen. 01/07/2005 - 28/02/2006

Abstract

In opdracht van het Vlaams Instituut voor Wetenschappelijk en Technologisch Aspectenonderzoek (viWTA), en op vraag van de Commissie Cultuur, Jeugd, Sport en Media van het Vlaams Parlement, werd een verkennend onderzoek gedaan naar cyberpesten bij jongeren in Vlaanderen. Het onderzoek bestond uit twee delen. In een eerste fase werd de literatuur omtrent (klassiek) pesten, en omtrent jongeren en ICT bestudeerd. Ook de (tot nog toe schaarse) wetenschappelijke onderzoeken omtrent deviante internetpraktijken en cyberpesten werden onder de loep genomen. Op basis van deze literatuurstudie werden hypothesen en onderzoeksvragen geformuleerd. Die werden vervolgens getest en beantwoord door middel van een grootschalige schriftelijke enquête bij 2052 Vlaamse jongeren van het vijfde leerjaar tot en met het zesde middelbaar. Het volledige onderzoeksrapport is terug te vinden op de website van de opdrachtgever: www.viwta.be

Onderzoeker(s)

Onderzoeksgroep(en)

Project website

Project type(s)

  • Onderzoeksproject

DITO: Onderzoek naar de mogelijkheden en knelpunten van het gebruik van identity management en het concept digitale kluis inzake e-government. 01/05/2005 - 30/09/2006

Abstract

Onderzoeker(s)

Onderzoeksgroep(en)

Project type(s)

  • Onderzoeksproject

Informatiebeleid voor de jeugd. 15/01/2005 - 31/12/2005

Abstract

Tegenwoordig worden jongeren, door de groeiende kennis ¿ en informatiemaatschappij, overspoeld door informatie over tal van onderwerpen. Er is een overaanbod aan informatie waardoor zij het bos door de bomen niet meer zien. Dit bemoeilijkt het nemen van de juiste beslissingen. Immers, niet alle informatie is even objectief en duidelijk, noch gerelateerd aan hun informatiebehoeften. Bovendien is de informatie niet altijd bereikbaar of toegankelijk. Jongeren hebben nood aan meer op hen toegespitste informatie om duidelijkheid te krijgen over wat hun mogelijkheden zijn om er vervolgens zelf iets mee te kunnen doen. Adequate informatie is daarom een eerste vereiste opdat jongeren hun weg in de huidige samenleving vinden. Dit onderzoek, inventariserend en verkennend van aard, beoogt de ontwikkeling van een samenhangend informatiebeleid voor de jeugd. Meer bepaald wordt er op basis van een veldbeschrijving nagegaan welke actoren een expliciete functie vervullen met betrekking tot jeugdinformatie en binnen welke beleidsdomeinen expliciete informatie-initiatieven worden opgezet. Daarnaast wordt met behulp van diepte-interviews onderzocht in welke mate de informatie terecht komt bij de beoogde doelgroep en op welke wijze de doelgroep wordt betrokken bij de totstandkoming van informatie. Op basis van de onderzoeksresultaten zullen beleidsaanbevelingen worden geformuleerd aan de Vlaamse overheid over het huidige aanbod. Bovendien zullen er suggesties worden geleverd om de participatie van jongeren in het informatieaanbod te verhogen.

Onderzoeker(s)

Onderzoeksgroep(en)

Project type(s)

  • Onderzoeksproject

Vergelijkend onderzoek over de mogelijkheden en beperkingen van telewerktypen. (Onderaanneming van het project ALL-INCLUSIVE / Europees Sociaal Fonds). 01/03/2004 - 28/02/2005

Abstract

Tijd- en plaatsonafhankelijk werken door middel van ICT, telewerken of e-werken genoemd, wordt in dit project theoretisch en empirisch onderzocht. De verschillende mogelijkheden en beperkingen van e-werken, valkuilen en succesfactoren die ondervonden worden door telewerkers en hun werkgevers worden nagegaan, omtrent onder meer interne communicatie, management en coaching van telewerkers en de combinatie werk/privé-leven.

Onderzoeker(s)

Onderzoeksgroep(en)

Project website

Project type(s)

  • Onderzoeksproject