Kerncompetenties
Master organisatie en management
In de master organisatie en management staan de volgende doelstellingen centraal.
1. De master kan de grondbegrippen en theorieën van de bedrijfskunde definiëren, onderscheiden en toepassen en kan de stand van de wetenschappelijke discussie en de nieuwste ontwikkelingen in dit domein beschrijven.
2. De master is in staat om op een systematische manier bronnen en onderzoeksliteratuur over een specifiek managementvraagstuk te verzamelen en kritisch te verwerken.
3. Op basis van eigen analytisch inzicht en methodologische vorming kan de master zelfstandig of in groepsverband, op een wetenschappelijke wijze een onderzoeksvraag formuleren en een onderzoeksopzet uittekenen.
4. De master kan de resultaten van wetenschappelijk onderzoek kritisch evalueren en vertalen naar praktische en (ethisch) verantwoorde managementaanbevelingen.
5. De master beheerst academische kernvaardigheden (zoals zelfstandig analyseren en synthetiseren, zelfstandig redeneren, oordelen en respectvol communiceren) en onderkent het belang van zelfstudie en levenslang en levensbreed leren.
6. De master kan initiatief nemen en zelfstandig (ethisch) verantwoorde (creatieve) oplossingen formuleren voor complexe managementvraagstukken.
7. De master kan zowel schriftelijk als mondeling doelgericht en respectvol communiceren en rapporteren.
8. De master is in staat om op een open manier om te gaan met het multiculturele, internationale of multinationale karakter van de organisatie waarbinnen men functioneert.
9. De master kan een wetenschappelijk kader hanteren bij de analyse van managementproblemen en kan informatie op een onafhankelijke en kritische manier benaderen. De master kan op een ethisch verantwoorde manier omgaan met technologische toepassingen.