Kerncompetenties

Master cultuurmanagement

In de master cultuurmanagement staan de volgende doelstellingen centraal.

1. De master heeft inzicht in de huidige wetenschappelijke kennis in het domein van het cultuurmanagement, begrijpt de relevantie ervan binnen een culturele organisatie en kan deze toepassen waar nodig.

2. De master is in staat om op een systematische manier bronnen en wetenschappelijke literatuur over een specifiek managementvraagstuk kritisch te selecteren, te verwerken en te synthetiseren.

3. De master kan op basis van een open en kritische houding complexe problemen van cultuurmanagement op wetenschappelijke wijze detecteren, analyseren en op creatieve wijze oplossingen aanreiken vanuit een interdisciplinair denkkader.

4. De master kan actief inspelen op maatschappelijke culturele ontwikkelingen (interculturaliteit, vergrijzing,...) en kan een situatie beoordelen en/of beslissingen nemen in een onzekere lokale of internationale context met oog voor creativiteit en originaliteit.

5. De master beheerst de methodologie van het managementonderzoek en kan deze zelfstandig gebruiken bij managementvraagstukken uit de culturele sector (zoals participatieonderzoek, publieksonderzoek en performantieanalyse).

6. De master is in staat om op een gefundeerde, synthetische en zelfstandige wijze de eigen kennis aan te wenden en toe te passen bij het voorbereiden, het nemen en het opvolgen van management- en beleidsbeslissingen in de culturele sector.

7. De master is in staat om efficiënt en effectief in team te werken, ondernemerschap aan de dag te leggen en die vaardigheden ook actief aan te wenden in een netwerk.

8. De master is in staat om de eigen analyse van en oplossingen voor problemen te evalueren en op creatieve en begeesterende wijze te communiceren met vakgenoten en leken en daarbij te inspireren.

9. De master is in staat de institutionele- en beleidscontext van cultuur kritisch door te lichten en hier rekening mee te houden bij de analyse van een managementprobleem en de voorstellen tot oplossingen.

10. De master is in staat om kritisch en ethisch te reflecteren over cultuur en maatschappij, gebaseerd op cultuursociologische en -filosofische inzichten en heeft daarbij oog voor de diversiteit van cultuuruitingen in een lokale en internationale omgeving.

11. De master kan reflecteren over eigen denken en werken en is in staat die reflecties te vertalen in constructieve activiteiten en meer adequate oplossingen voor te stellen.