Onderzoeksgroep

Expertise

Ik heb expertise in het uitvoeren van interdisciplinair onderzoek in het domein van sociaal taalgebruik (roddel, eerder onderzoek) en voedselstudies (huidig onderzoek). Methoden die ik gebruik omvatten grootschalige enquêtes, (online) experimenten, psychofysiologische metingen (eye-tracking, EDA/HRV, EEG en Facial Expression Analyses - ik ben een gecertificeerd Facial Action Coder), interviews en focusgroepen, nutritionele analyses en framinganalyses.

Het Antwerp Social Lab (tASL). 01/01/2022 - 31/12/2026

Abstract

Het Antwerp Social Lab is in 2018 ontstaan uit de samenwerking MIOS en EDUBRON aan de faculteit Sociale Wetenschappen. Het bundelt de expertise, netwerken en een portfolio van onderzoeksprojecten waarin een grote verscheidenheid aan state-of-the-art psychofysiologische en gedragsmatige onderzoeksmaatregelen worden ingezet. Hoewel sociaalwetenschappelijk onderzoek typisch steunt op zelfrapportage als een manier om gegevens van individuen te verzamelen, laten psychofysiologische en gedragsmethodes toe om meer directe, spontane en continue reacties te verkrijgen. Dit maakt meer verfijnde en aanvullende inzichten mogelijk in complexe menselijke processen zoals aandacht, leren en geheugen, die van belang zijn voor allerhande soorten educatieve en communicatiegebieden. Bovendien zijn nauwkeurige en valide affectieve metingen noodzakelijk voor het veelbelovende AI-gebied van "affective computing", waarbij een individuele of groepsgebaseerde affectieve en cognitieve toestand wordt ingevoerd in technologische systemen die zich vervolgens dienovereenkomstig aanpassen, waardoor een optimale ervaring of doeltreffendheid mogelijk wordt. Het Antwerp Social Lab beschikt momenteel over state-of-the-art infrastructuur zoals eye-tracking om aandacht en cognitieve verwerking te bestuderen en electrodermale activiteit (zweetreacties), facial EMG (activatie van gelaatsspieren) en hartslag om affectieve processen zoals stress en interesse vast te leggen. Op thematisch vlak heeft het Antwerp Social Lab zich toegespitst op de toepassing van deze psychofysiologische en gedragsmethoden op menselijke interacties in interpersoonlijke en gemedieerde contexten, over een brede waaier van toepassingsdomeinen (samenwerking, leren, strategische communicatie, mediagebruik en -effecten). Het Antwerp Social Lab heeft de sterke ambitie om op te schalen en zijn expertise verder open te stellen voor andere groepen, faculteiten en externe partners door onderzoek te faciliteren, advies te geven en samen te werken. We zijn ervan overtuigd dat onderzoek in het Antwerp Social Lab essentiële en momenteel onderbelichte gebruikersinzichten kan bieden in de context van acceptatie, ervaring en adoptie van een brede waaier aan innovaties en technologieën binnen verschillende wetenschappelijke domeinen, en zo bij te dragen aan urgente maatschappelijke en economische uitdagingen.

Onderzoeker(s)

Onderzoeksgroep(en)

Project type(s)

  • Onderzoeksproject

Experimentele studies naar de evolutionaire wortels van roddel. Neuro-endocriene, psychofysiologische en psychologische effecten van roddel op stress. 01/10/2021 - 30/09/2024

Abstract

Roddel is een universeel sociaal gedrag en speelt een centrale rol in de evolutie van de menselijke socialiteit. Roddel bevordert de samenwerking en het vertrouwen binnen een groep en draagt bij aan de vorming en het behoud van sociale banden. De suggestie bestaat dat roddel een vergelijkbare rol zou spelen bij de menselijke soort als 'vlooien' bij primaten. Vlooien versterkt de banden in een groep, maar vermindert ook het stressniveau van het groepsleven door de daling van stresshormonen en stress-veroorzakende fysiologische systemen. De hypothese dat roddel dezelfde functie heeft als vlooien is verleidelijk, maar tot nu toe is er nog geen empirisch onderzoek gevoerd of roddel bij de mens werkelijk dezelfde fysiologische effecten genereert. Het doel van deze studie is om die leemte op te vullen en de vraag te beantwoorden of roddel de fysiologische stressniveaus verlaagt. In twee experimentele studies en een longitudinale surveystudie onderzoeken we de relaties tussen roddel en niet-sociale, sociale en werkgerelateerde stressoren. Fysiologisch stressniveau wordt gemeten met behulp van state-of-the-art biologische markers: cortisol, bèta-endorfine, elektrodermale activiteit en hartslagvariabiliteit. Daarnaast zal ook de subjectieve perceptie van stress gemeten worden met gevalideerde zelfinschattingsschalen om een volledig beeld te krijgen van de psychosociale-biologische effecten van roddel.

Onderzoeker(s)

Onderzoeksgroep(en)

Project type(s)

  • Onderzoeksproject

Meat, Men & Masculinities: hoe sociale media en interpersoonlijke communicatieprocessen vorm geven aan de relatie tussen mannelijke identiteiten en vleesconsumptie. 01/01/2021 - 31/12/2024

Abstract

De overconsumptie van vlees leidt tot gezondheids- en duurzaamheidsproblemen en toch eten veel mannen meer vlees dan aanbevolen. Dit kan te wijten zijn aan het dominante denkbeeld dat "echte mannen vlees eten". Dit denkbeeld rijmt wel met hegemonische, patriarchale opvattingen over mannelijkheid, maar niet met nieuwere, meer inclusieve vormen van mannelijkheid. Nieuwere vormen van mannelijkheid winnen aan kracht, en tegelijkertijd lijken ook vleesloze diëten toe te nemen. Het algemene doel van dit project is te bestuderen of er een verband is tussen het (niet) eten van vlees en opvattingen over mannelijkheid. Concreet zullen we bestuderen: (1) hoe sociale media vlees, mannen en mannelijkheid representeren; (2) hoe de beslissing van mannen om (geen) vlees te eten verband houdt met interpersoonlijke distantiëring en polarisatie; en (3) hoe vlees, mannen en mannelijkheid aan elkaar gelinkt zijn op cultureel, interpersoonlijk en individueel niveau van voedselkeuzegedrag. Kwantitatieve en kwalitatieve inhoudsanalyses zullen worden gebruikt om (1) Instagram- en Twitter-content over vlees en mannelijkheid te bestuderen. Experimenten met zelfrapportage en psychofysiologische metingen zullen inzicht bieden in: (2) de interpersoonlijke processen en (3) het effect van sociale mediacontent en interpersoonlijke interacties op de keuze van mannen om al dan niet vlees te eten. Mogelijks biedt dit noodzakelijke oplossingen om fervente vleeseters te helpen hun vleesinname te verminderen.

Onderzoeker(s)

Onderzoeksgroep(en)

Project type(s)

  • Onderzoeksproject

Meat, Men & Masculinites: Hoe het (niet) eten van vlees in verband staat met persoonlijke, interpersoonlijke en culturele communicatie, met een focus op "vlees", "mannen" en "mannelijkheid". 01/10/2020 - 30/09/2024

Abstract

Voeding gaat over gezondheid, en over communicatie. Voeding raakt aan onze identiteit, onze relaties en onze cultuur. Hoewel onderzoek naar voedsel en gezondheid overvloedig is, blijft onderzoek naar voedsel als communicatieproces schaars. Charlotte De Backer vult deze niche in met haar onderzoek (https://www.uantwerpen.be/en/projects/food-media-society/). De Backer en collega's onderzoeken momenteel hoe communicatie over voeding anders en beter kan (cSBO InFlOOD, FWO-project, VLAIO- Meat The Challenge). De focus van de lopende projecten ligt op hoe communicatie voedselkeuzes beïnvloedt. Het doel van dit voorstel is ook te onderzoeken hoe voedselkeuzes communicatie beïnvloeden. Het uitgangspunt van dit voorstel is de idee dat "echte mannen vlees eten", en de groeiende weerstand hiertegen. Samen met Gaëlle Ouvrein voert De Backer momenteel pilootstudies uit die aantonen dat vleeseters en vegetariërs/veganisten elkaar stereotyperen. Er lijkt, vooral bij mannelijke respondenten, sprake te zijn van een polarisatieproces. Ouvrein, een internationale expert op het gebied van bashing onderzoek, is ook copromotor van dit voorstel. Vertrekkend van een sociaalecologischemodel, zal dit Meat, Men & Masculinities-project bestuderen hoe keuzes om al dan niet vlees te eten interageren met communicatieprocessen op niveau van (1) het individu, (2) interpersoonlijke interacties en (3) cultuur. Ten eerste, is het op individueel niveau geweten dat mannen, in vergelijking met vrouwen, een sterkere attitude tegenover vlees hebben die zich manifesteert op zowel expliciet rationele als impliciet onbewuste niveaus. We hebben echter recent aangetoond dat niet alle mannen gelijk zijn, en dat verschillen in mannelijke identiteiten verschillen voorspellen in de expliciete houding van mannen ten opzichte van vleesconsumptie. Met dit project plannen we verder te onderzoeken of vergelijkbare verschillen in mannelijkheid ook verschillen in attitudes en motieven op onbewuste, impliciete niveaus kunnen voorspellen. Impliciete attitudes en motieven zijn minder vatbaar voor culturele verandering, maar bieden wel een krachtigere inzet voor interventies. Ten tweede, op het niveau van cultuur, nemen massamediaberichten over voedsel elke dag toe. Onderzoek heeft aangetoond dat massamedia overtuigingen als "{echte mannen eten vlees" versterken, maar deze onderzoeken zijn verouderd en er is weinig aandacht besteed aan online mediaberichten. We willen dus onderzoeken of en hoe de huidige print- en online media feitelijke informatie over vlees, mannen en mannelijkheid weergeven. Om online media te beperken, zullen we ons richten op Instagram en Twitter, bekend om hun overvloedige en vaak uitgesproken berichten over voeding. Ten derde, en gericht op het interpersoonlijke niveau, zijn er veronderstellingen dat vlees mensen polariseert in degenen die wel en geen vlees eten. We zijn van plan dit empirisch te onderzoeken, en ook hoe dit uiteindelijk samenhangt met communicatie op individueel en cultureel niveau. Kwantitatieve en kwalitatieve inhoudsanalyses zullen worden gebruikt om mediaberichten over vlees, mannen en mannelijkheid te bestuderen. (Online) enquêtes met zelfrapportage worden gecombineerd met psychofysiologische metingen om te onderzoeken hoe mannen zichzelf identificeren in relatie tot vlees, reageren op (sociale) mediaberichten over vlees en omgaan met vleeseters en vegetariërs/veganisten. Uiteindelijk zullen de multimethodische resultaten van dit project diepgaande kennis opleveren over hoe een ogenschijnlijk eenvoudige keuze om 'vlees te eten of niet' werkt als een belangrijke boodschap op het niveau van persoonlijke, interpersoonlijke en culturele communicatie. Deze kennis zal van belang zijn voor de communicatiestrategieën van gezondheidswerkers en marketeers die dringend oplossingen zoeken om fervente (meestal mannelijke) vleeseters te overtuigen hun vleesinname te verminderen.

Onderzoeker(s)

Onderzoeksgroep(en)

Project type(s)

  • Onderzoeksproject

Fulbright doctorale beurs "Visiting Student Researcher" 2022-2023 01/05/2023 - 31/10/2023

Abstract

Mijn doctoraatsonderzoek richt zich op de percepties, motivaties en effecten van voedingsmedia-inhouden (elke voedselgerelateerde boodschap of inhoud aanwezig in media, zoals gedrukte media, sociale media, enz.) bij jongvolwassenen tussen 18 en 25 jaar in Vlaanderen, België. Mijn onderzoeksproject bestudeert dit onderwerp via verschillende methodologieën: kwalitatief via focusgroepen, en kwantitatief via zelfrapportage vragenlijsten en directe metingen met een media psychofysiologie experiment. Op deze manier wordt dit onderwerp holistisch benaderd vanuit verschillende perspectieven en wordt de kennis ervan iteratief opgebouwd terwijl ik vorder van diepe, interpretatieve kwalitatieve gegevens naar specifiekere kwantitatieve gegevens met meer voorspellende waarde. Mijn laatste studie houdt directe metingen in, via media psychofysiologie en experimentele methoden, om de percepties en effecten van voedingsmedia-inhouden bij jongvolwassenen te bestuderen. Het uitvoeren van deze psychofysiologische studie vereist versterking van die specifieke methodologische expertise. Prof. Dr. Paul Bolls, die gevestigd is in Pullman, WA, V.S. aan Washington State University, heeft geholpen de basis te leggen voor onderzoek naar media psychofysiologie en heeft aan de Universiteit Antwerpen strategieën voor media psychofysiologie geïnspireerd. Hij voert media psychofysiologie studies uit als de kern van zijn onderzoek en heeft dus een uitgebreide know-how als het gaat om het voorbereiden, uitvoeren, analyseren en rapporteren van dergelijke studies. Daarom vervul ik deze laatste fase van mijn doctoraat samen met deze expert in media psychofysiologie in de VS dankzij een succesvolle Fulbright-beurs van de Commissie voor Onderwijsuitwisseling tussen de Verenigde Staten, België en Luxemburg. Meer bepaald begeleidt Prof. Dr. Bolls mij bij het analyseren van de psychofysiologische gegevens die ik in Antwerpen heb verzameld, het rapporteren van de resultaten en het schrijven van het manuscript. Dit zal mijn huidige onderzoek versterken en mij voorzien van diepgaande methodologische expertise die mijn profiel als academisch onderzoeker in de toekomst zal versterken. Dit onderzoeksverblijf schept ook mogelijkheden voor interculturele uitwisseling van onderzoeksexpertise in het algemeen en van media laboratoriumprocessen en -vaardigheden in het bijzonder. Ten eerste krijg ik met dit bezoek de kans om meer geavanceerde psychofysiologie-apparatuur en -praktijken te leren kennen dan mijn eigen instelling momenteel toelaat. Dit bevordert niet alleen mijn kennis; ik zal deze expertise meenemen naar het psychofysiologische lab in mijn eigen instelling, zodat onze teams in België ook van deze best practices kunnen leren. Zo zal de kennisoverdracht die tijdens mijn bezoek zal plaatsvinden, zich uitstrekken tot onderzoekspraktijken op lange termijn die zijn overgenomen van geavanceerd Amerikaans onderzoek naar media psychofysiologie.

Onderzoeker(s)

Onderzoeksgroep(en)

Project type(s)

  • Onderzoeksproject

Micro-processen diepgaander bestuderen: een eye-tracker met hoge samplingfrequentie voor het verzamelen van multimodale data. 01/01/2020 - 31/12/2021

Abstract

Deze aanvraag heeft betrekking op de aanschaf van een eye-tracker van +1000 Hz en een upgrade van de software. Deze eye-tracker levert data van hoge kwaliteit met een hoge tolerantie voor hoofdbewegingen en is ontwikkeld voor het bestuderen van microsaccades en zeer snelle oogbewegingen. Deze eye-racker laat ook toe om eye-tracking data te synchroniseren met andere hoogfrequente databronnen (zoals bijvoorbeeld EEG, GSR of andere biometrische gegevens). De aanvraag heeft ook betrekking op een desktop om de eye-tracker software en hardware uit te voeren en een 24 "scherm dat kan worden losgekoppeld om de eye tracker te gebruiken met andere schermen, projectoren of in "real life" fysieke opstellingen. Ten slotte maken ook de noodzakelijke software-updates die ook beschikbaar zullen zijn voor de bestaande eye-tracking-infrastructuur van de universiteit deel uit van deze aanvraag. De uitrusting zal worden beheerd door het Antwerp Social Lab en zal bijgevolg beschikbaar zijn voor andere onderzoekers aan de Universiteit Antwerpen en in het bijzonder van de Faculteit Sociale Wetenschappen. Op korte termijn zal de apparatuur worden gebruikt in de lopende projecten van de onderzoeksgroepen Edubron en MIOS van de Faculteit Sociale Wetenschappen en zal het kansen bieden voor nieuwe onderzoeksvoorstellen waarin eye-tracking data moet worden gesynchroniseerd met andere hoogfrequente gegevensbronnen.

Onderzoeker(s)

Onderzoeksgroep(en)

Project type(s)

  • Onderzoeksproject

In the Spotlight: Het effect van Celebrity Bashing op (jonge) Omstaanders en Slachtoffers. 01/10/2019 - 30/09/2022

Abstract

Dit project stelt een studie voor rond een zeer specifieke, maar vaak voorkomende vorm van online agressie: Celebrity bashing. Celebrity bashing verwijst naar het negatief berichten over en becommentariëren van celebrities. De celebrity-bashers kunnen zowel journalisten, mensen uit het publiek als andere celebrities zijn. Het doel van dit project is om meer kennis te verwerven over dit fenomeen door zowel het perspectief van jonge daders als van de celebrity-slachtoffers beter in kaart te brengen. Langs de kant van de daders ligt de focus van dit onderzoek vooral op de causale link tussen blootstelling aan de verschillende types van celebrity bashing en zelf een dader worden van celebrity bashing, de onderliggende processen (mediatoren) die deze relatie kunnen verklaren en contextuele factoren (i.e., type dader en type celebrity-slachtoffer) die deze relatie kunnen modereren (moderatoren). Het onderliggende theoretische model voor deze studie is het General Aggression Model (GAM). Daarnaast zal dit project ook focussen op de kant van het slachtoffer en meer kennis genereren over de gevoelens en copingstrategieën van celebrities die geconfronteerd worden met bashing. Door deze combinatie zal dit project in staat zijn om een beter zicht te krijgen op de impact van celebrity bashing op adolescenten en celebrities, wat essentieel is voor de ontwikkeling van effectieve preventie- en interventie-initiatieven.

Onderzoeker(s)

Onderzoeksgroep(en)

Project type(s)

  • Onderzoeksproject

3XG Gezondheidsonderzoek in Dessel, Mol en Retie 2019-2020. 01/04/2019 - 31/12/2020

Abstract

3xG staat voor 'Gezondheid - Gemeenten - Geboorten' en volgt longitudinaal de (milieu)gezondheid op van 300 pasgeborenen in de regio Dessel, Mol en Retie van bij de geboorte. De studie is één van de meerwaardeprojecten die de lokale partnerschappen STORA (Dessel) en MONA (Mol) op eigen initiatief hebben verbonden aan de geïntegreerde oppervlakteberging van laag- en middelactief kortlevend radioactief afval (kortweg categorie A-afval). NIRAS, de nationale instelling voor radioactief afval en verrijkte splijtstoffen, werkt het project van de geïntegreerde berging (het cAt-project) uit in samenspraak met de partnerschappen. De 3xG studie meet met de techniek van humane biomonitoring de blootstelling aan milieuvervuilende stoffen in het lichaam van de opgroeiende kinderen. Daarnaast worden ziekte- en sterftecijfers van de regio opgevolgd en geanalyseerd. Universiteit Antwerpen staat in voor de sociaalwetenschappelijke onderzoekskant.

Onderzoeker(s)

Onderzoeksgroep(en)

Project website

Project type(s)

  • Onderzoeksproject

inFLOOD: een studie naar de impact van media op voedselconsumptie in Vlaanderen 01/01/2019 - 31/03/2023

Abstract

Het wetenschappelijk doel van InFlOOD is te bestuderen hoe food media (gedefinieerd als alle massacommunicatie over voeding en eten met uitzondering van traditionele reclamecampagnes en voorlichtings-/ gezondheidscampagnes) de voedselconsumptie patronen in Vlaanderen beïnvloeden. De overvloed van -dikwijls tegenstrijdige en niet evidence-based mediaberichten over voeding zaaien verwarring. In deze context is het voor de voedingsindustrie en gezondheidsorganisaties een hele uitdaging om nog effectief te communiceren over voeding en voedingsrichtlijnen. Ons doel is om van de steeds groeiende groep erg succesvolle food influencers te leren hoe we beter kunnen communiceren over voeding. Als een groep van academici, gezondheidsorganisaties, voedingsproducenten en media producenten willen we positieve, krachtige evidence-based boodschappen over voeding verspreiden. De concrete doelen van InFlOOD zijn: 1. Vertrekken van een diepgaande historische analyse om de inhoud van populaire food media te bestuderen in relatie tot de Vlaamse voedselconsumptiecijfers: 2. Inzoomen op de potentiële rol van de beroemdheidsstatus van populaire food influencers, 3. Ontwikkelen van communicatie strategieën die gebruik maken van het discours van de meest invloedrijke voedingsgoeroes (hoe communiceren) toegepast op evidence-based informatie (welke boodschap) over voeding(srichtlijnen), door middel van: 4. Het opzetten van een onhankelijk communicatieplatform over voeding, dat doorverwijst naar de diverse expert-organen. De valorisatie van het project zal bekomen worden via drie routes: Route 1: Evidence-based output opleveren over de invloed van food media op de Vlaamse voedselconsumptie Route 2: Het opzetten van een platform dat de brug vormt tussen voedings- en media industrie Route 3: Het opzetten van een onafhankelijk communicatieplatform over voeding dat de consument tot bij de bevoegde experten brengt. Dit project heeft drie verschillende stakeholder groepen met elk hun eigen motivatie om deel te nemen aan dit project: De voedingsindustrie wordt geconfronteerd met communicatie-uitdagingen zoals het bijbenen in het nieuwe tijdperk van digitale marketing (sociale media, food influencers), en het weerleggen van de stroom van negatieve en ook vaak foute boodschappen over voeding die in de media verschijnen. De voedingsmarketing en media industrie hebben het moeilijk om hun boodschap tot bij de consument te krijgen in deze tijden van overvloedige communicatie over voeding. Gezondheidsorganisaties vragen naar meer inzicht in hoe ze voedingsrichtlijnen moeten communiceren aan de consument. In deze internet-geconnecteerde tijden worden consumenten meer direct geïnformeerd en worden de gezondheidsprofessionals die vroeger als tussen persoon dienden om de boodschappen uit te leggen en te kaderen steeds vaker overgeslagen.

Onderzoeker(s)

Onderzoeksgroep(en)

Project type(s)

  • Onderzoeksproject

Meat the Challenge 01/01/2019 - 31/03/2021

Abstract

De vleeswarensector wordt geconfronteerd met uitdagingen op vlak van gezondheid, voedselveiligheid en milieu. Ook het vertrouwen van de consument in de vleessector wordt steeds vaker op de proef gesteld. Een aantal crisissen binnen de sector, negatieve aandacht in de pers, steeds luider klinkende stemmen om voor vegetarische alternatieven te kiezen en herhaaldelijke boodschappen dat 'vlees eten' ongezond is, hebben bij de consument onrust en verwarring gezaaid. Het algemeen doel van dit project is het analyseren en optimaliseren van de communicatievaardigheden van vleeswarenbedrijven. Op welke manier kunnen zij geloofwaardig correcte informatie over hun product communiceren? En kunnen we hierbij het vertrouwen van de consument herstellen waar nodig?

Onderzoeker(s)

Onderzoeksgroep(en)

Project type(s)

  • Onderzoeksproject

Een studie naar de mogelijke inzet van kookprogramma's ter bevordering van voedselgeletterdheid bij kinderen/adolescenten. 15/07/2018 - 14/07/2019

Abstract

Het is meer dan ooit tijd om kinderen attent te maken op het belang van voedselgeletterdheid. Voedselgeletterdheid staat voor een levenslange gezonde relatie tot voeding, en is cruciaal in de strijd tegen obesitas. Obesitas, bij zowel volwassenen als kinderen, is de afgelopen decennia drastisch toegenomen. Op verschillende manieren speelt televisie (TV) een rol in deze toename, onder andere door de blootstelling van kijkers aan ongezondere voedselkeuzes. Onderzoek naar deze blootstelling heeft tot nu toe vooral gefocust op reclame, en er is opvallend weinig wetenschappelijke aandacht voor andere programma's die kijkers blootstellen aan voeding, zoals de immer populaire kookprogramma's. Kookprogramma's en video's over koken/eten op sociale media zijn vandaag belangrijke bronnen van informatie, inspiratie en ontspanning geworden bij jongeren. Er is tot op heden weinig geweten over de nutritionele waarde van de recepten in deze programma's en de mogelijke impact van dit genre op het publiek. Vandaar is de algemene doelstelling van deze studie om de relatie tussen het 'kijken naar koken' (via kookprogramma's op TV en sociale media) en de voedselgeletterdheid van Vlaamse jongeren tussen 9 en 16 jaar oud in kaart te brengen. In deze levensfase worden kinderen/jongeren gevoeliger voor informatie over voeding. In de afgelopen 28 maanden toonden de resultaten van een eerste studie reeds aan dat de nutritionele waarde van kookprogramma's gericht op deze doelgroep alarmerend slecht is (OBJ.1). Uit een reeks survey-studies bleek tevens dat er een verband bestaat tussen het kijken naar koken en voedselgeletterdheid (OBJ. 3) en de resultaten van twee experimenten toonden aan dat kijken naar koken een effect heeft op het eetgedrag van deze doelgroep (OBJ. 4). Ook werd er een nieuwe schaal ontwikkeld om alle deelaspecten van voedselgeletterdheid (planning, selectie, bereiden en eten van voeding) bij deze jonge doelgroep in kaart te kunnen brengen (OBJ.2). Deze schaal moet nog verder verfijnd en gevalideerd worden, aan de hand van een reeks bijkomende studies. Ook staan er nog een reeks bijkomende experimenten gepland om middels deze nieuwe schaal opnieuw de impact te meten van het kijken naar koken op de diverse aspecten van voedselgeletterdheid bij de beoogde doelgroep. De uitkomsten van dit project zullen ons meer inzicht geven in de mogelijke rol van de aanhoudende hype van kookprogramma's in de eveneens aanhoudende toename van obesitas bij jongeren. Tevens beoogt dit project suggesties aan te reiken om kookprogramma's in een meer positieve zin in te zetten. Zo heeft één van de reeds uitgevoerde experimenten al aangetoond dat indien kinderen kijken naar een aflevering van een kookprogramma dat focust op gezonde voeding (verse fruit en groenten), ze meer geneigd zijn om te kiezen voor een gezonde snack (stuk fruit vs. een koek). Dus, indien programmamakers meer aandacht zouden besteden aan gezonde gerechten, dan kunnen kookprogramma's gezonder gedrag uitlokken bij hun publiek. Deze en andere aanbevelingen maken dit bijna afgeronde project maatschappelijk relevant en belangrijk.

Onderzoeker(s)

Onderzoeksgroep(en)

Project type(s)

  • Onderzoeksproject

Van voeding in de media naar voedselgeletterdheid: een studie naar de mogelijke inzet van voedingsgerelateerde media ter bevordering van voedselgeletterdheid bij jongvolwassenen (18-25). 01/01/2018 - 31/12/2021

Abstract

Voeding is alomtegenwoordig in diverse media. In dit project onderzoeken we of deze vorm van entertainment ook kan dienen als informatie/inspiratiebron voor jongvolwassenen (18-25). De studie start met een exploratie onderzoek naar hoe het gesteld is met de voedselgeletterdheid van Vlaamse jongeren. Tevens brengen we in kaart via welke media deze jongeren het vaakst in contact komen met informatie/beelden van voeding. In een tweede luik van dit project gaan we mits inhoudsanalyses in kaart brengen of en hoe diverse aspecten van voedselgeletterdheid aan bod komen in diverse media. Tot slot zullen we met een reeks experimenten ook effectief testen of blootstelling aan voedingsmedia een impact heeft op de voedselgeletterdheid van Vlaamse jongeren.

Onderzoeker(s)

Onderzoeksgroep(en)

Project type(s)

  • Onderzoeksproject

Een studie naar het mogelijke gebruik van entertainment-educatie ter preventie van obesitas bij Zuid-Afrikaanse vrouwen. 01/01/2018 - 31/12/2019

Abstract

Dit project is een samenwerking tussen de University of the Western Cape (UWC), the Human Science Research Council (HSRC), Universiteit Antwerpen en KU Leuven. DOEL: (1) ondersteuning van de School of Public health (SOPH) UWC door het versterken van de Master opleiding, en (2) het opstarten van een entertainment-education (EE) programma ter preventie van obesitas. Met het EE programma willen we de voedselgeletterdheid en het lichaamsbeeld van Zuid-Afrikaanse vrouwen helpen te verbeteren. METHODE: Via dit project kunnen 2 Master studenten voltijds aangeworven worden in een onderzoeksproject en zal er expertise uitgewisseld worden tussen de betrokken partnerinstellingen. Dit project zal de effectiviteit van een multimedia EE programma testen, door Zuid-Afrikaanse vrouwen in contact te brengen met EE programma's die we mede ontwikkelen. Voor en na deze blootstelling wordt hun voedselgeletterdheid en hun lichaamstevredenheid opgemeten. De interventies zullen zowel in stedelijk als ruraal gebied plaatsvinden.

Onderzoeker(s)

Onderzoeksgroep(en)

Project type(s)

  • Onderzoeksproject

3xG Gezondheidsonderzoek in Dessel, Mol en Retie 2018. 01/01/2018 - 31/12/2018

Abstract

3xG staat voor 'Gezondheid - Gemeenten - Geboorten' en volgt de longitudinaal de (milieu)gezondheid van inwoners uit de regio Dessel, Mol en Retie op van bij de geboorte. De studie is één van de meerwaardeprojecten die de lokale partnerschappen STORA (Dessel) en MONA (Mol) op eigen initiatief hebben verbonden aan de geïntegreerde oppervlakteberging van laag- en middelactief kortlevend radioactief afval (kortweg categorie A-afval). NIRAS, de nationale instelling voor radioactief afval en verrijkte splijtstoffen, werkt het project van de geïntegreerde berging (het cAt-project) uit in samenspraak met de partnerschappen. De 3xG studie meet blootstelling aan milieuvervuilende stoffen in het lichaam van 300 opgroeiende kinderen in de regio. Daarnaast worden ziekte- en sterftecijfers van de regio opgevolgd en geanalyseerd. In 2018 legt UAntwerpen de focus op: (i) het faciliteren van de externe communicatie van groepsresultaten over hormoonverstorende stoffen aan lokale actoren en het brede publiek. (ii) het opzetten van focus gesprekken met jonge kinderen (8-9 jaar) in 4 basisscholen in Dessel, Mol, Retie en Antwerpen om beter inzicht te krijgen in het kindperspectief op milieu en gezondheid.

Onderzoeker(s)

Onderzoeksgroep(en)

Project website

Project type(s)

  • Onderzoeksproject

De Slimme Stad 01/05/2016 - 30/04/2020

Abstract

Meer en meer alledaagse toestellen worden verbonden met het internet. Deze evolutie, die het internet der dingen (IoT) genoemd wordt, heeft een recente boost gegeven aan onderzoek naar grootschalige draadloze sensor netwerken. Meer specifiek worden steden met IoT technologie uitgerust maar echte grootschalige installaties van draadloze sensornetwerken geven nog erg grote onderzoeksuitdagingen. Tegelijkertijd is de stad ook een schat aan belangrijke data indien dit op een goeie manier kan gemonitord worden. Testbeds worden vaak gebruikt om onderzoeksresultaten te valideren maar een grootschalige en multi-technologie slimme stad infrastructuur is momenteel nog onbestaand. De City of Things onderzoeksinfrastructuur wil een multi-technologie en multi-niveau testbed bouwen in de stad van Antwerpen. 100 locaties, verdeeld over de stad, zullen voorzien worden van sensor basisstations. Deze basisstations worden vervolgens verbonden met een reeks van sensoren die informatie verzamelen omtrent mobiliteit, geluid, luchtkwaliteit, enz.

Onderzoeker(s)

Onderzoeksgroep(en)

Project website

Project type(s)

  • Onderzoeksproject

Roddel als sociaal bindmiddel: een studie naar de mogelijkse mediërende rol van oxytocine. 01/10/2015 - 30/09/2019

Abstract

Roddelen is een universele menselijke gedragsvorm die sociale cohesie en vertrouwen in groepen in stand houdt, vermoedelijk omwille van de relaxerende en sociaal-informatieve functies die aan roddelgedrag worden toegeschreven. Tot op heden is er weinig of geen aandacht besteed aan de onderliggende biologische mechanismen van de welbekende relatie tussen roddel, sociale cohesie en vertrouwen. Wij vermoeden dat de neuropeptide oxytocine (OT) hierbij een cruciale rol speelt. Men weet reeds dat OT een belangrijke rol speelt in het sociale gedrag van zoogdieren. OT gehaltes stijgen wanneer mensen een vertrouwenssignaal ontvangen, alsook wanneer men een geheim uitwisselt. Roddel betreft vaak vertrouwelijke, 'geheime' informatie. Aldus lijkt het plausibel dat roddelgedrag OT gehaltes beïnvloedt, en ook sociale cohesie en vertrouwen onder groepsleden zal versterken. Met deze studie willen we onderzoeken of en hoe OT een mediërende functie vervult tussen roddelgedrag enerzijds, en sociale cohesie en vertrouwen binnen een groep anderzijds. Bovendien willen we nagaan of, en hoe, individuele verschillen (geslacht en persoonlijkheidseigenschappen) deze relatie beïnvloeden. En, wat mogelijks de rol is van contextuele factoren (roddel onder vrienden versus roddel onder onbekenden). We willen dit testen aan de hand van een reeks experimenten. We wensen na te gaan of een groep van roddelende deelnemers (versus groepen die geen roddelinformatie uitwisselen en individuele deelnemers) (1) verhoogde OT waarden vertonen (wat wijst op een grotere OT reactie), en (2) meer vertrouwen en bereidheid tot coöperatie vertonen naar de andere groepsleden toe. Dit is een innovatief project omdat het voor de eerste keer wetenschappelijke expertise samenbrengt die tot nog toe afzonderlijk werd bestudeerd. Enerzijds hebben sociale wetenschappers reeds veelvuldig onderzocht hoe roddel samenhangt met sociale cohesie en vertrouwen. Anderzijds wordt er in het domein van de psychoneuroendocrinologie steeds meer aandacht besteed aan de neurale netwerken en chemische processen die aan de basis liggen van prosociaal gedrag, zoals vertrouwen en coöperatie. Nog nooit eerder werden beide inzichten met elkaar verbonden. Gezien de alomtegenwoordigheid van roddel in alle culturen en vrijwel alle aspecten van ons dagelijkse leven zullen de inzichten die in dit project verworven kunnen worden niet enkel van belang zijn voor diverse onderzoeksdomeinen, maar ook voor de maatschappij in het algemeen.

Onderzoeker(s)

Onderzoeksgroep(en)

Project type(s)

  • Onderzoeksproject

Haalbaarheidsonderzoek Biomonitoring i.k.v. 3xG gezondheidsonderzoek in Dessel, Mol en Retie. 01/01/2015 - 31/12/2016

Abstract

Het team van Universiteit Antwerpen coördineert binnen het consortium het sociaalwetenschappelijke onderzoek. In dit stadium gaat het vooral om onderzoeksondersteuning bij de beleidsvertaling van de biomonitoringresultaten 3xG enerzijds (fasenplan) en de communicatiestrategie voor de groep van deelnemers en de ruimere lokale gemeenschap anderzijds.

Onderzoeker(s)

Onderzoeksgroep(en)

Project type(s)

  • Onderzoeksproject

Wat ons verbindt: Onderzoek naar de kracht van sociale informatie-uitwisseling en gedeelde maaltijden op gevoelens van samenhorigheid, coöperatie en vertrouwen in vluchtige interacties. 01/02/2014 - 31/12/2014

Abstract

Vele hedendaagse samenlevingen worden gekenmerkt door vluchtige interacties. We communiceren met velen, maar vaak ontbreekt een samenhorigheidsgevoel, wat leidt tot verminderd vertrouwen en - samenwerking. Vorige studies en theorieën suggereren dat praatjes over beroemdheden en gedeelde maaltijden de kracht hebben om mensen met elkaar te verbinden, zelfs in de context van vluchtige contacten. Dit zal getest worden via sociale experimenten.

Onderzoeker(s)

Onderzoeksgroep(en)

Project type(s)

  • Onderzoeksproject

Eerst het eten, dan de moraal: de rol van (nieuwe) media in het verval van de gezamenlijke maaltijd en de impact op de ontwikkeling en activering van morele attitudes en moreel gedrag 01/01/2011 - 31/12/2012

Abstract

Mede door de opgang van televisiegebruik is de gezinsmaaltijd in verval, waardoor ook rituelen van morele socialisatie teloorgaan, wat kan verklaren waarom lage frequenties in gezinsmaaltijden correleren met negatief psychologisch welzijn. Dit project beoogt de relatie tussen eetpatronen, moraliteit en welzijn te analyseren, waarbij de rol van nieuwe media, alsook het samen eten buiten de gezinscontext betrokken worden als nieuwe invalshoek.

Onderzoeker(s)

Onderzoeksgroep(en)

Project type(s)

  • Onderzoeksproject

Pilootproject: het e-safety label. 30/10/2010 - 30/06/2011

Abstract

Dit project kadert in een onderzoeksopdracht tussen enerzijds UA en anderzijds EUN Partnership AISBL . UA levert aan EUN Partnership AISBL de onderzoeksresultaten genoemd in de titel van het project onder de voorwaarden zoals vastgelegd in voorliggend contract.

Onderzoeker(s)

Onderzoeksgroep(en)

Project type(s)

  • Onderzoeksproject