Kerncompetenties

Algemene kerncompetenties

1. De master beheerst algemene managementtaken in de gezondheidszorg.

2. De master kan wetenschappelijk, innovatief en creatief functioneren in de multiprofessionele, complexe en onzekere context van de verpleegkundige en vroedkundige zorgverlening.

Algemeen-wetenschappelijke competenties

3. De master kan algemene onderzoeksmethoden en -technieken toepassen.

4. De master beheerst onderzoeksmethoden voor het verwerven en verwerken van gegevens in de gezondheidszorg.

5. De master kan wetenschappelijke literatuur over de gezondheidszorg raadplegen, interpreteren en erover rapporteren.

6. De master is in staat tot het opzetten en uitvoeren van kleinschalig, toegepast wetenschappelijk onderzoek in de verpleegkundige en vroedkundige zorgverlening.

Wetenschappelijk-disciplinaire competenties

7. De master heeft grondige kennis van fysiopathologische processen van belang voor een adequate verpleegkundige en vroedkundige zorgverlening.

8. De master heeft kennis van en beheerst relevante zorgprocessen in de verpleegkunde en de vroedkunde en kan deze plaatsen in het huidige kader van verpleegkundige en vroedkundige theorievorming.

9. De master heeft grondige kennis van en inzicht in de nationale en internationale gezondheidszorg.

Kerncompetenties beginnend beroepsbeoefenaar

10. De master integreert klinische en verpleegwetenschappelijke kennis met het oog op het zelfstandig toepassen, ontwikkelen en coördineren van verpleegkundige en vroedkundige zorgprocessen.

11. De master stuurt en coördineert directe patiëntenzorg in een multiprofessionele context met het oog op het verhogen van de kwaliteit van de zorg.