Visuele Kritiek

Dit onderdeel biedt een close reading van sleutelteksten omtrent de verhouding tussen woord en beeld zoals die centraal staat in de master Theater- en Filmwetenschap. We nemen de cultuurtheoretische canon onder de loep en leggen zo de basis voor een kritische kijkmodus en schriftuur die vertrekt vanuit de ontmoeting tussen kunstwerk en beschouwer.De colleges gaan uit van een directe confrontatie met oorspronkelijke theoretische paradigma’s die het denken over kunst in de twintigste eeuw hebben bepaald. Aandacht gaat daarbij ook naar het specifieke (literaire) idioom van de betrokken auteurs. De onderwijsvorm is eerder die van het werkseminarie dan die van het hoorcollege: per sessie neemt een studentengroepje het voortouw door het werk van de maîtres à penser te introduceren, de voorliggende teksten te bespreken en de discussie met alle studenten te modereren. De docenten treden op als interlocuteurs die de ontstaanscontext van het gedachtengoed verder duiden en de invloed ervan op theater-, film- en danswetenschap toelichten. Op die manier leren studenten de klassiekers in een juiste verhouding tot de eigen tijd te plaatsen en theorievorming met praktijk in dialoog te brengen. 

Lesgever: Timmy De Laet, Kurt Vanhoutte en Kristof van Baarle

Dramaturgie

This course examines the history, theories, and praxis of dramaturgy as a critical tool for making contemporary performance. The course is divided into three segments: in the first segment, we learn the basic history and theories of dramaturgy from Aristotle’s Poetics, Lessing’s Hamburgische dramaturgie to Hans This-Lehmann’s ‘dramaturgy of real time’. Based on these canonical texts, we discuss how dramaturgy has historically contributed to the development of theatre; in the second segment, we invite three theatre practitioners from culturally different provenances for cultivating a better understanding of how researchers, theatre directors, and theatre producers develop critical and pragmatic dramaturgies suitable for their respective localities and projects; in the third segment, we will explore how dramaturgy has revived the interest in how live performance engages in social contexts and political themes. Here we will explore the vast field of what Marianne Van Kerkhoven calls the ‘new dramaturgy’, which became the provocation for developing interdisciplinary dramaturgies in contemporary theatre such as relational dramaturgy with the spectators, NMD (new media dramaturgy), viral dramaturgy, and ecological dramaturgy. Associated with hundreds of different tasks, the function of a dramaturg is, in a way, the mediator between the artist and the performers, the performer and the spectator, the spectator and the city, the city and the festival, the festival and the political landscape and so forth. Hence, the dramaturgical theory is almost-never fixed; it should be given birth each time from relevant theories and praxis. As much as gaining knowledge of historical dramaturgies, the students in this course will, therefore, be ‘doing’ dramaturgy through group presentations, group work analysis, and the final assignment in order to develop their own set of dramaturgical knowledge. 

Lesgevers: Kyoko Iwaki, Kristof van Baarle

Esthetica van de hedendaagse cinema

De vragen die in deze cursus aan bod komen, spruiten allemaal voort uit één centrale vraag: op welke manieren vertellen films verhalen? Wat is, en hoe werkt, een filmnarratief? Wat word je als kijker verondersteld te kunnen, te weten en te doen wanneer we naar een (fictie)film kijken? Welke aspecten, structuren en strategieën worden door filmmakers doorheen de filmgeschiedenis gehanteerd om ons narratief begrip te versterken of tijdelijk in de war te sturen? Welke narratieve patronen zijn dominant en waarom? We proberen deze vragen te beantwoorden aan de hand van zowel (film)theoretische teksten als van concrete filmvoorbeelden. We besteden aandacht aan specifieke narratieve conventies en technieken zoals bijvoorbeeld het gebruik van de flashback of flashforward, de voice-over, vormen van point-of-view en wisselende vertellers, alsook aan het gebruik en effect van strategieën als mozaïekvertellingen (of ‘network narratives’), ingebedde verhalen en subjectieve vertellingen. Zo onderzoeken we in welke mate dergelijke netwerkvertellingen functioneren als allegorieën of morele parabels en toetsen we de bruikbaarheid van (literair narratologische) concepten als ‘vertellers’ en ‘focalisatie’ in een filmische context. We gaan na hoe narratieve strategieën uit verwante narratieve en/of visuele media –theater, literatuur, cartoons, schilderkunst, grafische kunsten etc- film hebben beïnvloed en vice versa. Voorts besteden we ruim aandacht aan de gehanteerde stijl (of vorm) van een film (in de mise-en-scène, de montage, de acteerconventies) alsook aan de wijze van karakterisering en het gebruik van affectieve patronen en hoe deze ons begrip en onze ervaring van het narratief bepalen. Naast een duidelijke focus op klassiek en hedendaags Hollywood, bestuderen we ook de narratieve patronen en structuren eigen aan specifieke tradities of filmgenres zoals de stille film, de nouvelle vague, de art-film, independent cinema, en niet-westerse filmtradities. 

Lesgever: Tom Paulus

Theater-, Dans- en Filmkritiek

‘Een beeld zegt meer dan duizend woorden’ – het is een vaak gehoorde boutade. Toch vormt net het beschrijven en analyseren van beelden een van de grootste uitdagingen voor de theater-, dans- en filmwetenschap. Zelfs in onze huidige visuele cultuur blijft taal – zowel geschreven als gesproken – hét medium bij uitstek om inzicht te verschaffen in de individuele poëtica’s van filmauteurs, theaterregisseurs en choreografen. Maar hoe breng je de visuele stijl of artistieke signatuur van een kunstenaar onder woorden? Welke strategieën kan je hanteren om taal niet louter informatief maar ook beeldend te laten werken? Hoe ontwikkel je een schriftuur die het evenwicht vindt tussen evocatieve beschrijving en kritische reflectie?

Deze vragen staan centraal in het opleidingsonderdeel ‘Theater-, dans- en filmkritiek’. Het uitgangspunt vormt het klassieke vraagstuk rond de notie van ‘ekphrasis’, een term die stamt uit de Oudheid en reeds toen de overgang van beeldende kunstvormen naar geschreven taal op de spits dreef. We bekijken verschillende hedendaagse tradities in het schrijven over theater, dans en film als voedingsbodem om vervolgens zelf aan de slag te gaan. Via schrijfopdrachten maken studenten kennis met verscheidene modi om theater, dans of film te vatten in tekst, gaande van descriptief tot evaluatief tot performatief. De verwoording van de esthetische ervaring is daarbij de cruciale vaardigheid die we zullen trainen, met aandacht voor de specifieke vereisten die het schrijven over theater, dans en film in verschillende contexten (recensies, programmablaadjes, subsidiedossiers, academisch onderzoek, etc.) met zich meebrengt. 

Lesgevers: Tom Paulus, Timmy De Laet en Kurt Vanhoutte​

Stage

De stage maakt deel uit van het praktische luik van de MA-opleiding theater- en filmwetenschap. Het biedt de studenten een uitgelezen kans om ervaring op te doen in het culturele veld. De theoretische bagage van de opleiding dient daarbij als bagage, maar tijdens de stage verkent de student ook andere, meer praktische horizonten en ontwikkelt zo nieuwe competenties. Het wordt dan ook beschouwd als een voorbereidende beroepsoriëntatie met het oog op de toekomst. Naast werkervaring biedt de stage tevens de mogelijkheid om eerste professionele contacten te leggen. Het effent het pad naar een latere tewerkstelling in de culturele sector. Naargelang de oriëntatie van de student, loopt hij of zij stage in het professionele domein van film of theater (MA). Bedoeling is dat de student zowel door observatie als door actieve betrokkenheid in de praktijk, 'aan den lijve' kennis maakt met de sector. Tijdens die stage zal de student concrete taken uitvoeren. Deze taken worden in overleg met de student, de coördinatoren en de gastinstelling bepaald. Bovendien wordt er verwacht dat de student die specifieke praktijk ook in een bredere context kan situeren. De stage is dus geenszins vrijblijvend maar veronderstelt een grondige voorbereiding, een actieve en flexibele opstelling tijdens de stageperiode, en een voortdurende bereidheid tot reflectie en dialoog met de praktijk waarin men terechtkomt.

Praktische informatie

De student loopt 1 maand voltijds stage bij een professionele instelling binnen het domein van de podiumkunsten of film (voor BA-studenten kan ook literatuur). Omgerekend in werkuren moet de student minimum 150 uur stage lopen. Pas dan is er sprake van een volwaardige stage.

De stage kan gespreid worden over het ganse academiejaar, de vakantieperiodes incluis. In overleg met de stageplek worden de werkuren bepaald. Sommige studenten opteren voor een spreiding doorheen het jaar, andere lopen liever een intensieve periode stage. Hou er rekening mee dat je andere lessen niet verwaarloost en in elk geval contact opneemt met docenten als je tijdelijk niet in de les kan zijn.

Niet alleen de stage zelf, maar ook de zoektocht naar een stageplek en het schrijven van een stageverslag worden in rekening gebracht bij het beoordelen van de stage. De student legt met andere woorden een volledig traject af, waarin er een grote zelfredzaamheid wordt verwacht.
Alle praktische informatie vind je in het studentenportaal en de Blackboard-leeromgeving (voor ingeschreven studenten).

Van de student wordt een stageverslag van 12 pagina's verwacht: enerzijds een persoonlijke en kritische (zelf)evaluatie, anderzijds een meer objectieve beschrijving van de organisatie (interne werking en plaats in het culturele veld). In principe kiest de student zelf zijn/haar stageplaats. Internationale stages worden uitdrukkelijk gestimuleerd. De stageplaats wordt best zo snel mogelijk vastgelegd, aan het begin van het academiejaar.

Lesgevers: Kurt Vanhoutte en Charlotte De Somviele

Workshop theater

Elk jaar creëren de studenten in de master theater- en filmwetenschap een eigen artistieke productie. Bedoeling is om samen een creatieproces te doorlopen en de praktijk van binnenuit te ontdekken. Zowel het dramaturgisch bijeenbrengen van materiaal als het proces om dat materiaal om te zetten in een scenische praktijk staan daarbij centraal. Een regisseur of een collectief uit de professionele praktijk begeleidt je hierbij. Aan het einde van de workshop volgt een publiek toonmoment. 

Lesgevers: Kurt Vanhoutte en Charlotte De Somviele

Onderzoeksseminarie Film

In dit onderzoeksseminarie werken de studenten gezamenlijk aan een door de docenten geformuleerde onderzoeksopdracht over een bepaalde casus uit de filmgeschiedenis. Films (die zich bij voorkeur in een Belgisch archief bevinden) worden met behulp van diverse onderzoeksvaardigheden benaderd: archiefonderzoek, close-reading, receptiegeschiedenis, restauratie-onderzoek, interviews, et cetera.

In dit seminarie wordt ook gereflecteerd over de adequate output van de onderzoeksresultaten, die de vorm kan aannemen van een paper, onderzoekdossier of een (virtueel) filmprogramma, symposium, boek, compilatiefilm, DVD-extra, video-essay of tentoonstelling.

In het academiejaar 2018-2019 wordt aandacht geschonken aan de film Het leven eener groote Abdij (1930) van de Belgische cineast Carlo Queeckers. In deze film wordt aan de hand van geënsceneerde tableaux de geschiedenis verteld van de Onze-Lieve-Vrouwabdij van Tongerlo, die kort voor de productie van de film door een zware brand werd geteisterd. Een kopie van deze film bevindt zich in het Koninklijk Filmarchief te Brussel.

Lesgevers: Steven Jacobs, Gertjan Willems, Ruben Demasure

Media-Archeologie

Dit seminarie biedt een theoretische en ervaringsgerichte introductie in het zich ontwikkelende veld van de media-archeologie. We onderzoeken de uiteenlopende benaderingen van de belangrijkste tenoren (Kittler, Zielinski, Huhtamo, Parikka, Ernst, Elsaesser, Emerson, Strauven etc.) en de schouders waarop ze steunen (Warburg, Benjamin, Foucault, McLuhan etc.) vanuit het centrale perspectief dat hen verenigt: de ontwikkeling van een alternatieve geschiedenis van media en technologie. Door te focussen op vergeten of uitgestorven apparaten en hun gebruikscontext richt media-archeologie zich tegen een lineaire geschiedschrijving en het daarbij horende vooruitgangsdenken. Verleden, heden en toekomst worden uitwisselbare categorieën in een benadering die het geheugen van morgen herkent in het archief: deze archeologie wil niet zozeer de geschiedenis reconstrueren dan wel tot leven wekken door een actieve omgang ermee in het heden. Zo zullen we het gesprek aangaan met kunstenaars die vandaag oude machines en denkbeelden reactiveren in hun werk. Het is opvallend dat kunst en wetenschap in media-archeologie goed samengaan, omdat ze eenzelfde creatieve logica delen. We overschrijden daarbij als vanzelf de disciplines en kijken naar creaties in podiumkunsten, literatuur, film en fotografie. Daarnaast ontwikkelen we ook een praktijkgerichte opdracht die ons in de archieven binnenleidt op zoek naar de magie van vergeten werelden die een nieuwe kijk op onze toekomst kunnen bewerkstelligen. Het patent van een vergeten uitvinder kan omzeggens grotere waarde hebben dan de technologie van een multinational.

Lesgever: Kurt Vanhoutte

Avant-garde en experimentele cinema

Deze cursus belicht diverse sleutelmomenten uit de geschiedenis van de experimentele film. In de keuze van onderwerpen wordt er gestreefd naar een evenwicht tussen een historische spreiding (historische avant-gardes uit het interbellum, naoorlogs modernisme, recente producties). Er wordt ruimte gecreëerd voor een nauwgezette inhoudelijke en vormelijke analyse van concrete films maar ook voor de studie van relevante (film)theoretische en cultuurfilosofische concepten.

In het bijzonder wordt in deze cursus aandacht geschonken aan onderstaande onderwerpen:

• toonaangevende figuren (Richter, Vertov, Deren, Brakhage, Snow, et cetera), stromingen (Trance Film, Structural Film, et cetera) en genres (Lyrical Film, abstracte film, stadssymfonie, et cetera) uit de geschiedenis en theorie van de experimentele film

• filmexperimenten van toonaangevende kunstenaars (bvb. Duchamp, Man Ray, Warhol, Broodthaers) en de filmproductie van belangrijke artistieke stromingen (bvb. Dada, Surrealisme, Fluxus).

• het concept “avant-garde” in relatie tot film

• toonaangevende figuren van de videokunst

Lesgever: Steven Jacobs

Danstheorie en analyse

Het domein van danswetenschap heeft de afgelopen decennia op internationaal vlak een enorme bloei gekend, niet alleen door de institutionele verankering van het veld maar ook door de methodologische verdieping van het onderzoek. Dans wordt daarbij benaderd vanuit een breed scala aan invalshoeken, vaak lenend uit andere disciplines in de humane wetenschappen, om zo de analytische en interpretatieve kaders te ontwikkelen die inzicht verschaffen in de aard van dans als artistiek medium, de choreografische strategieën in specifieke werken of oeuvres, alsook de bredere sociaalpolitieke betekenis van dans in zijn historische en hedendaagse context. Dit vak zal studenten vertrouwd maken met de verschillende benaderingen in danswetenschap en gaandeweg het nodige instrumentarium aanreiken om dans te begrijpen, adequaat te beschrijven en kritisch te analyseren. We zullen recente tendensen historiseren door hedendaagse en historische cases te bespreken in relatie tot de meest bepalende debatten in het veld.

Naast een voorbereidende inleiding op de vorming en het (inter)disciplinaire karakter van danswetenschap, focust de cursus in een eerste deel op de belangrijkste paradigma’s die een bepalende invloed hebben uitgeoefend op het onderzoek naar dans, onder meer poststructuralisme, fenomenologie, antropologie en etnografie, cognitieve wetenschap, etc. Het tweede deel van het vak behandelt vervolgens een reeks sleutelconcepten alsook enkele van de meest markante tendensen in het veld. Via klassikale case-analyses en close readings van sleutelteksten zullen we niet alleen nagaan hoe de theorievorming over dans wordt aangestuurd door de praktijk (en vice versa), maar ook hoe vermeend hedendaagse evoluties hun historische tegenhangers kennen.

Lesgever: Timmy De Laet

Masterproef

De masterproef handelt over een onderwerp dat verband houdt met één van de vakgebieden die binnen de masteropleiding Theater- en Filmwetenschap aan bod komen. De onderwerpen waaruit de student kan kiezen worden ieder jaar aangeboden op de website van de opleiding Taal- en Letterkunde.