Master in de geneeskunde

In de masteropleiding geneeskunde sta je oog in oog met de (simulatie)patiënt. Diagnose en behandeling, zowel in theorie als in de praktijk, komen op de voorgrond. Je volgt een jaar lang stage in een ziekenhuis of bij een huisarts. En je werkt aan een eigen onderzoeksproject.

Bekijk het studieprogramma van de master in de geneeskunde

Dit mag je verwachten van de masteropleiding:

5 leerlijnen: verdieping

Je verdiept verder de vijf leerlijnen die ook doorheen de bacheloropleiding lopen.

Kennis

Je focust in de kennislijn nu op de diagnose en behandeling van verschillende ziektes. In multidisciplinaire modules doorloop je een tweede keer de klinische orgaansystemen. Uitgangspunt is niet meer de gezonde mens, maar de patiënt en zijn of haar klachten.

De meeste aandacht gaat naar:

  • symptoomherkenning
  • differentieel diagnostisch denken
  • een behandelingsplan opstellen
  • probleemoplossend redeneren

Vaardigheden

Je blijft verder vaardigheden inoefenen. De nadruk ligt nu op allerlei diagnostische en therapeutische acties. 

Om de vaardigheden van intake, anamnese en klinisch onderzoek te oefenen, werk je in kleine groepen in een consultatiesetting.

Je vertrekt nu van reële klachten van (simulatie)patiënten, waaronder specifiek ook kleuters en mensen met psychische problemen.

Een consult met een simulatiepatiënt:

Arts en maatschappij

De arts- en maatschappijlijn belicht belangrijke aspecten rond:

  • de organisatie van de gezondheidszorg
  • gezondheidssystemen
  • de economische implicaties
  • interculturaliteit
  • deontologie en ethiek

Wetenschappelijk onderzoek

Voor je masterproef werk je, meestal samen met een medestudent, een eigen onderzoeksproject uit in samenwerking met het UZA of met een van de onderzoeksgroepen van de universiteit.

Het kan gaan om klinisch of om fundamenteel onderzoek. Je project behelst verschillende aspecten van wetenschappelijk onderzoek, van de opzet van een studie over het verzamelen, verwerken, presenteren en rapporteren van data tot het kritisch bespreken van de resultaten in de medische wereld.

Integratie: klinisch redeneren

Het blijft belangrijk dat je alle kennis, vaardigheden en inzichten integreert. Dit keer doe je dat vanuit overkoepelende gezondheidsproblemen en onder begeleiding van een team van huisartsen en specialisten. Zo bereid je je voor op het klinisch eindexamen.

De verplichte modules vul je aan met keuzeopleidingsonderdelen die in de lijn liggen van je stage, je masterproef of je latere specialisme.

Stagejaar

Het tweede semester van het tweede masterjaar en het eerste semester van het derde jaar vormen een voltijds stagejaar. Je loopt mee in het spoor van een (zieken)huisarts en brengt je kennis en vaardigheden in de praktijk.

Meer dan 50% van de studenten loopt stage in het buitenland, vaak in een ontwikkelingsland.

Klaarstomen voor je toekomst

In het laatste semester van je opleiding:

  • vormen het klinisch eindexamen en de verdediging van je masterproef de sluitstukken van je opleiding
  • stel je je kandidaat voor een vervolgopleiding waarin je je gaat specialiseren
  • werk je een week lang rond het brandend actuele thema interprofessionele samenwerking in de gezondheidszorg (IPSIG)

Voor IPSIG kreeg de Universiteit Antwerpen als enige universiteit in Vlaanderen een kwaliteitskenmerk van de onderwijsvisitatie. Een week lang werk je interprofessioneel samen met andere gezondheidsmedewerkers zoals psychologen, verpleegkundigen, kinesisten, maatschappelijk assistenten en diëtisten. Je stelt samen een zorgplan op voor patiënten.

Mag je starten?

Behaalde je je bachelor in de geneeskunde aan een andere Vlaamse universiteit, dan heb je toelating nodig om in te schrijven voor deze masteropleiding. Lees de toelatingsvoorwaarden en de inschrijvingsprocedure.