'Het brood wordt hier dunner gesneden!'

Wat heeft je overtuigd om aan de Universiteit Antwerpen te studeren?

Eerst en vooral was het praktisch voor de hand liggend: ik kom uit Breda dus de afstand om naar de Universiteit Antwerpen te reizen is niet zo groot. Dat was zeker een belangrijke factor. Ondertussen studeer ik hier al zes jaar want ik zit nu in mijn derde master geneeskunde. Voor ik hier kwam studeren, probeerde ik eigenlijk eerst toe te treden tot de opleiding geneeskunde in Nederland. Maar toen was dat voor alle studenten telkens hetzelfde verhaal: je moest uitgeloot worden om de opleiding te kunnen starten.
Daarom besloot ik om Biomedische Wetenschappen in Nederland te studeren. Daarna probeerde ik – ondanks het lotingssysteem – het er toch op wagen om toe te treden tot geneeskunde. Maar het geluk stond niet aan mijn kant. Ik werd niet uitgeloot en kon niet beginnen aan de opleiding. Ik wist dat Nederlandse studenten het toelatingsexamen voor geneeskunde ook mochten meedoen. Ik waagde het erop en, ondanks het pittige niveau, slaagde ik. Tot mijn vreugde zat ik bij de groep studenten die mochten starten. Zo belandde ik uiteindelijk in opleiding geneeskunde aan de Universiteit Antwerpen.

Herinner je je nog wat voor jou de grootste cultuurschok was? Welke verschillen in mentaliteit en cultuur waren voor jou opvallend?

Eigenlijk dacht ik dat er niet zo veel verschillen zouden zijn toen ik naar België kwam. Breda ligt vlakbij en we spreken dezelfde taal. Maar na enkele weken merkte ik dat Nederlanders heel wat verschillende gewoontes hebben: je moet bijvoorbeeld oppassen met heel direct zijn. Directe communicatie zit bij je ingebakken als Nederlander. De kans is groot dat het regelmatig botst als je op zo’n manier in gesprek gaat met Belgen. Ik kwam dan ook in situaties terecht waarbij ik bij mezelf dacht: ‘Oei, heb ik nou iets verkeerd gezegd?’

Tijdens een van de eerste lessen communicatie in mijn eerste jaar vroeg de professor wat onze indruk van de opleiding geneeskunde was en wat we van de Belgische wijze van lesgeven vonden. Ik heb toen in pure Nederlandse stijl geantwoord: ‘Ik merk wel een cultuurverschil, namelijk dat Nederlanders directer zijn en Belgen meer achterbaks’.  

Dat was misschien een iets te eerlijk antwoord. Het viel alleszins niet in goede aarde.

Nu ik vijf jaar in België woon, heb ik uit zulke situaties veel geleerd. Ik heb me gerealiseerd dat Belgen meer politiek correct communiceren en veel zaken subtieler verwoorden. Dat is voor Nederlanders ook een waardevolle les. Je wordt er minder bot van en je beseft dat onze communicatiestijl als arrogant kan overkomen.

Wat me ook opvalt: in Nederland spreken we professoren bij de voornaam aan. In België is dat formeler. Je spreekt de professor aan met zijn titel. Ook in het mailverkeer moet je erop letten dat je beleefd taalgebruik hanteert en je de nodige afstand bewaart. Dat is ook iets waar Nederlanders zich aan mispakken als ze net in België studeren.

Mag ik er dan vanuit gaan dat jou studies en verblijf in Antwerpen voor jou een verrijking zijn geweest?

Absoluut! Ik heb zeker niet het gevoel dat ik mijn identiteit ben verloren of veranderd is. Ik voel me nog steeds Nederlander. Maar ik heb wel geleerd hoe ik beter en subtieler kan communiceren en ik hou ook van de gezapige Vlaamse mentaliteit: genieten van een terrasje, samen dineren,… Lekker ontspannen!

Wat zijn de meest opvallende verschillen in gewoontes die je opvallen?

Er zijn een aantal dingen. Ten eerste, in Nederland fietst iedereen zonder licht en helm. In België heeft iedereen een licht en dragen veel fietsers een helm en een fluohesje. Dat is voor ons vreemd!

Ten tweede, het brood wordt hier dunner gesneden. Als je bij Albert Heijn brood koopt, zijn dat nogal dikke plakken. Bij Belgische bakkers en handelaars is het brood dus veel dunner gesneden. Belgen hebben duidelijk een andere brood-beleg-ratio.

Ook zijn er regelmatig stakingen bij het openbaar vervoer. Dat was in het begin verwarrende, nieuwe ervaring voor mij. Dat zie je in Nederland niet vaak. En je vraagt jezelf heel de tijd af: waarom staken die nou zoveel? Wat gebeurt er toch heel de tijd?

Viel het mee om als Nederlandse student in Antwerpen een netwerk/vriendenkring op te bouwen toen je begon aan je studies?

Dat viel zeer goed mee! Ik ben gedoopt bij Aesculapia - de studentenvereniging van geneeskunde - waar ik snel nieuwe mensen heb leren kennen. Doorheen het eerste jaar heb ik eigenlijk vrij vlot veel nieuwe contacten gelegd. Ik heb er een Nederlandse vriendengroep aan overgehouden. Met een deel van die groep woon ik nu ook samen in een huis in Antwerpen. Nederlanders trekken elkaar wel wat aan als het op samenwonen aankomt. 

Was het moeilijk om een huis of studentenkamer te vinden in Antwerpen?

Helemaal niet. Als je via Kotweb online gaat zoeken, vind je snel iets naar je zin. Toen ik begon te studeren, belde ik in september nog met drie verschillende kotbazen. Ik bekeek op één dag drie verschillende koten en ik kon rustig een keuze maken. Dat vlak voor de start van het academiejaar! Zoiets zie je in Nederland niet snel gebeuren. Daar ben je soms maanden opzoek naar een kamer en moet je geluk hebben dat de andere bewoners instemmen dat je er ook wil wonen. In België beslist de kotbaas of je erin mag of niet. Wat een praktische luxe.

Wat vind je van de faciliteiten die de Universiteit Antwerpen aanbiedt?

Over het algemeen ben ik zeer tevreden met de activiteiten die je via de universiteit kan doen. Enkel op vlak van sport is het wat dubbel. Aan de ene kant kan je heel wat sporten gratis of tegen stevige korting beoefenen met de Plus Pas van de Universiteit Antwerpen. Je kan bijvoorbeeld goedkoop gaan fitnessen en deelnemen aan heel wat sportsessies. Maar wat ik wat jammer vind, is dat er vanuit verschillende sportdisciplines niet veel universiteitsteams zijn die georganiseerd en beheerd worden door studenten. In Nederland heb je dat wel meer.

Maar ik heb toch een universiteitsteam gevonden: The Midgets! Een rugbyteam dat volledig draait op studentenwerking. Daar ben ik ook pas in Antwerpen mee in contact gekomen toen ik in men eerste jaar naar een nieuwe sport op zoek was. Rugby leek me wel een uitdagende sport om uit te proberen.

Ben je, als je terugblikt, blij dat je in Antwerpen bent komen studeren?

Ik zou het niet anders willen. Als ik de keuze terug zou krijgen, schrijf ik me zo weer in voor het toelatingsexamen geneeskunde om aan de Universiteit Antwerpen te kunnen studeren. Als student voel ik me hier helemaal thuis.