In het verlengde van de cursus Jiddisch bestaat er sinds het academisch jaar 2002-2003 een succesvolle en levendige leesgroep Jiddisch, de Leyenkrayz. Wie ooit taallessen Jiddisch heeft gevolgd of op een andere manier met het Jiddisch vertrouwd is, kan onder begeleiding van Paul Gybels het contact met deze taal onderhouden. Gedurende een jaar worden, tijdens tweewekelijkse bijeenkomsten, belangrijke werken uit de Jiddische literatuur gelezen. Om beurten lezen de deelnemers een stuk van de tekst voor (gevorderde lezers enkele bladzijden, wie nog niet zo vlot leest enkele paragrafen), daarna is er tijd voor verklaring en discussie.

Dit jaar staat Fun mayn tatns beys-din shtub van Isaac Bashevis Singer (1903-1991), winnaar van de Nobelprijs voor literatuur 1978, op het programma. Dit tot op zekere hoogte autobiografische boek wordt beschouwd als één van zijn mooiste, intiemste en meest nostalgische: de herinneringen aan zijn jeugd in voornamelijk Warschau, voor en tijdens de Eerste Wereldoorlog.
De auteur groeide op als zoon van een chassidische rabbijn in een arme Joodse wijk van Warschau. Vrijwel dagelijks trok er aan zijn oog een stoet voorbij van zonderlinge, schilderachtige types die bij zijn vader de rabbijn kwamen antichambreren, klagen, bijpraten, discussiëren, ruzies bijleggen, zaken opbiechten en advies vragen. Het huis van de Singers was een soort rechtbank, synagoge, leerhuis en spreekkamer van een psychiater tegelijk. Singer beschikt over een onvoorstelbaar goed geheugen voor zelfs de miniemste details, zo blijkt uit dit bonte, meesterlijk geschreven boek.
Vóór we aan Bashevis Singer beginnen, lezen we nog van Bashevis’ zuster Esther Kreitman het laatste hoofdstuk van Der sheydim-tants, de eveneens min of meer autobiografische roman die vorig academisch jaar op het programma van de leeskring stond, maar die we nog niet helemaal hebben uitgelezen.
De begeleider stelt de tekst, samen met een verklarende woordenlijst, ter beschikking van de ingeschreven deelnemers. Beide verschijnen eerstdaags ook op de website van het Instituut voor Joodse Studies. Het werk is in vele talen vertaald, steeds echter op basis van de door de auteur geautoriseerde Engelse vertaling, die kan afwijken van het Jiddische origineel. Er is een behoorlijke Nederlandse vertaling door Bartho Kriek (Het hof van mijn vader. Herinneringen aan een Joodse jeugd. Amsterdam: De Arbeiderspers, Privé-domein nr. 180, 1992) beschikbaar op het Instituut.
Concept: Herman Note en Dominique Dossche
Voorbereiding en begeleiding: Paul Gybels
Plaats (eerste semester): Stadscampus Universiteit Antwerpen, lokaal R.125, Rodestraat 14, 2000 Antwerpen.
Bijeenkomsten eerste semester 2025-2026: 22 oktober, 5 en 19 november, 3 en 17 december 2025. Telkens op woensdagavond van 19.30 tot 21.30 uur.
Bij het vastleggen van de data wordt rekening gehouden met religieuze feestdagen en vakantieperiodes.
Klik hier om u in te schrijven voor de leesgroep Jiddisch. Deelname is gratis.
Meer informatie: paul.gybels@uantwerpen.be