UAntwerpen werkte samen met provincie Antwerpen en NIVI Research Center

De eerste quarantainestudie in Vaccinopolis is achter de rug. UAntwerpen en partners provincie Antwerpen, Provinciale Ontwikkelingsmaatschappij (POM) Antwerpen en NIVI Research Center blikken tevreden terug op de primeur. “Deze studie levert belangrijke inzichten op over hoeveel virus besmette mensen uitscheiden en hoe ze immuniteit opbouwen. Die kennis is cruciaal om snel te reageren op een uitbraak die tot een pandemie kan leiden.”

In september en oktober verbleven 24 deelnemers dertien dagen lang in Vaccinopolis. Het ging om de eerste quarantainestudie in de unieke klinische onderzoeksfaciliteit van de Universiteit Antwerpen. Gezonde volwassenen werden in gecontroleerde omstandigheden geïnfecteerd met een griepvirus. Het doel? De impact van griep op ons lichaam en de verspreiding van griep beter begrijpen.

24 vrijwilligers verbleven dertien dagen lang in Vaccinopolis.

De FLAIM-studie stond onder leiding van prof. Pierre Van Damme en dr. Joren Raymenants (FWO-onderzoeker). FLAIM staat voor Flu Longitudinal Antigenic and Immunological Monitoring. De studie werd mogelijk gemaakt dankzij de financiële steun van de provincie Antwerpen, de Provinciale Ontwikkelingsmaatschappij (POM) Antwerpen en het NIVI Research Center, verbonden aan de universiteit van Kopenhagen. UAntwerpen bestelde het gebruikte virus bij SGS Clinical Pharmacology Unit.

Snel reageren op dreigende pandemie

Alles verliep naar wens. “De 24 deelnemers die begonnen aan de studie, hebben ze ook afgerond”, legt prof. Pierre Van Damme (UAntwerpen) uit. “20 deelnemers ontwikkelden een milde infectie. Niet alle 20 hadden symptomen. De anderen hadden wat last van spierpijn en hoofdpijn, maar die symptomen verdwenen na enkele dagen.”

“In het algemeen blikten de deelnemers positief terug op hun verblijf in Vaccinopolis. Ze wisten zich goed bezig te houden en dat helpt om de dagen snel te zien voorbijgaan: online volgen van een opleiding, cursussen bijwerken, halftijds werken via de computer, iemand had een naaimachine en haar breimateriaal mee ... Een van de deelnemers kwam zelfs tijd te kort om alles te doen wat ze gepland had. We zijn hen allemaal erg dankbaar, want zonder deelnemers, geen onderzoek.”

Van linksaf: Steven Van Passel, Joren Raymenants, Luk Lemmens, Miranda Coppens en Pierre Van Damme.

Bij elk van de deelnemers werden heel wat speeksel- en bloedstalen afgenomen. Wetenschappers uit Antwerpen, Leuven, Rome en Kopenhagen gaan die 3900 stalen onderzoeken om inzicht te krijgen in hoeveel virus besmette mensen uitscheiden en hoe ze immuniteit opbouwen. Die kennis is cruciaal om snel te reageren op een uitbraak van griep die tot een pandemie kan leiden.

Samen bouwen aan innovatief ecosysteem

Naast de financiële bijdrage speelt het NIVI Research Center ook een belangrijke rol bij het ontrafelen van de onderzoeksvragen rond luchtwegimmuniteit. “We zijn zeer trots om samen met Vaccinopolis te werken aan de FLAIM-studie”, zegt prof. dr. Thor Theander, Executive Director NIVI Research Center. “FLAIM sluit nauw aan bij de missie van NIVI om luchtwegimmuniteit te benutten voor de ontwikkeling van nieuwe vaccins. Dit onderzoek laat ons toe een belangrijke stap vooruit te zetten.”

Ook de provincie Antwerpen zette mee haar schouders onder het project. “De samenwerking tussen de provincie en Vaccinopolis is een goed voorbeeld van hoe we samen bouwen aan een innovatief ecosysteem”, legt Luk Lemmens, gedeputeerde van de provincie Antwerpen, uit. Hij is bevoegd voor Economie en Innovatie en voor POM Antwerpen.

“We bundelen onze krachten om onderzoek te stimuleren dat niet alleen wetenschappelijke kennis oplevert, maar ook een maatschappelijke en economische meerwaarde creëert. De lifesciencessector is een economische sterkhouder in de provincie Antwerpen. Daarom blijft de provincie erin investeren. POM Antwerpen speelt daarbij een sleutelrol: op het Wetenschapspark in Niel brengt POM Antwerpen start-ups en ondernemingen samen die werken rond gezondheid, biotechnologie en farma. Zo versterken we innovatie, ondernemerschap en onze paraatheid voor toekomstige uitdagingen.”