Luiers en zindelijkheid
Absorberende pampers houden het droog, maar maken plassignalen minder zichtbaar
Alexandra Vermandel en Lola Bladt ontdekten dat sterk absorberende luiers mogelijk het zindelijkheidsproces kunnen vertragen
Werken moderne luiers té goed? Een experiment van de Universiteit Antwerpen en het Universitair Ziekenhuis Antwerpen suggereert van wel. Onderzoekers bestudeerden hoe wegwerpluiers het gedrag van jonge kinderen beïnvloeden tijdens het plassen. “Omdat de kinderen geen nattigheid voelden, gaven ze minder gemakkelijk aan dat ze moesten plassen.”
De studie werd uitgevoerd door prof. Alexandra Vermandel, zindelijkheidsexpert en hoofddocent verbonden aan de Faculteit Geneeskunde en Gezondheidswetenschappen (UAntwerpen) en het UZA, en door Lola Bladt, doctoraatsonderzoekster in productontwikkeling (UAntwerpen).
“In de afgelopen decennia is zindelijkheidstraining in westerse landen steeds later begonnen,” legt prof. Vermandel uit. “Waar kinderen vroeger rond 18 maanden startten, gebeurt dat nu gemiddeld pas tussen 2 en 3 jaar. Ook het moment waarop kinderen volledig zindelijk zijn, is verschoven: van ongeveer 2 jaar naar 3 tot zelfs 3,5 jaar.”
Minder plassignalen
De wetenschappers vermoedden dat het wijdverspreide gebruik van wegwerpluiers daar iets mee te maken heeft. “Wegwerpluiers zijn sterk absorberend, waardoor kinderen het gevoel van natheid bij het plassen nauwelijks ervaren,” vertelt Bladt. “Door dat gebrek aan directe gevoelsmatige feedback worden ze zich minder bewust van het plassen. Omdat de kinderen erna geen nat of oncomfortabel gevoel ervaren, uiten ze ook geen ongenoegen. ”
Kinderen die luiers dragen, geven veel minder vaak aan dat ze moeten plassen.
Nochtans zijn aanwijzingen, zoals stoppen met spelen, trippelen of wiebelen met de benen, of aangeven dat ze moeten plassen, belangrijk om de zindelijkheid te trainen. Maar door de absorberende pampers pikken ouders die zogenaamde eliminatiesignalen minder snel op, waardoor ze niet kunnen reageren door het kind bijvoorbeeld op een potje te zetten en zo mogelijk onbewust de start van de zindelijkheidstraining uitstellen.
Geen luier? Meer wiebelen
Het negatieve effect van luiers konden de onderzoekers ook aantonen met een experiment. Bij 23 kinderen tussen 18 en 36 maanden werd het gedrag vergeleken in twee situaties: eerst zonder luier, daarna met luier. Zonder luier gaven meer kinderen aan dat ze moesten plassen (43% tegenover 13%). Ook zochten meer van hen contact met hun ouder of verzorger (52% tegenover 13%). Het aantal kinderen dat trippelde of met de benen wiebelde, lag eveneens beduidend hoger bij de groep zonder luier (87% tegenover 35%). Dezelfde trend was zichtbaar bij kinderen die stopten met spelen tijdens het plassen (87% tegenover 35%).
Vermandel: “De resultaten tonen dat meer kinderen signalen vertoonden, zowel voor, tijdens als na het plassen, wanneer ze geen luier droegen. Er bestaat dus wel degelijk een verband met het gebruik van wegwerpluiers, al zijn verdere studies nodig om te begrijpen hoe dit de start van zindelijkheidstraining en de uiteindelijke zindelijkheid beïnvloedt.”
Prijskaartje
Die uitgestelde zindelijkheidstraining is problematisch, volgens de onderzoekers, en niet alleen voor het kind of de ouders. “Een gezin geeft gemiddeld tussen de 35 en 50 euro per maand uit aan wegwerpluiers: een kost die een huishouden dus langer moet dragen,” legt Bladt uit. “Maar ook voor de maatschappij en het milieu hangt er een prijskaartje aan vast. Wegwerpluiers leveren een aanzienlijke bijdrage aan de afvalberg: elk kind gebruikt gemiddeld 5000 tot 6000 luiers voordat het volledig zindelijk is. Dat komt neer op ongeveer 22 kilogram luierafval per maand, 260 kilogram per jaar, en in totaal bijna één ton per kind tijdens de luierperiode.”
“Daarnaast zorgt uitgestelde zindelijkheid in scholen en kinderopvang voor een hogere werkdruk,” voegt Vermandel toe. “Begeleiders en leerkrachten moeten meer tijd besteden aan luierverzorging, waardoor er minder ruimte overblijft voor hun kerntaak. Onderzoek heeft ook aangetoond dat later zindelijk worden kan leiden tot een hogere kans op blaas- en darmproblemen op latere leeftijd, zoals bedplassen of constipatie.”