Kerncompetenties van de master biologie: evolutie- en gedragsbiologie
In de afstudeerrichting evolutie- en gedragsbiologie staan de volgende doelstellingen centraal.
Algemeen
1. De master is in staat zelfstandig een wetenschappelijk probleem te situeren, te evalueren en een vraagstelling te formuleren. De master heeft de kennis en de kunde om binnen de context van de huidige stand van de wetenschappelijke kennis terzake in de (internationale) literatuur de vraag te beantwoorden.
2. Daarnaast laat de wetenschappelijke vorming in de master toe een probleemoplossende strategie van experimenten of waarnemingen op te stellen. De master bezit de vaardigheden om deze uit te voeren en hierbij zo nodig samen te werken in een team.
3. Op basis van de analyse van de gegevens met - indien nodig - geavanceerde methoden kan de master een relevant antwoord op de vraagstelling geven en oplossingen voorstellen, en dit zowel in een puur academisch kader als meer toepassingsgericht.
4. Door de aangeleerde vaardigheden kan de master eigen bevindingen samenvatten, communiceren en interpreteren, schriftelijk zowel als mondeling en zowel naar een gespecialiseerd als een minder gespecialiseerd publiek.
Biologie-specifiek
5. De master is zich bewust van de relativiteit der dingen, van de grens tussen objectiviteit en subjectiviteit, van de mogelijkheden en grenzen gesteld door technologie en kennis. De master fungeert als een nadenkend en beschouwend wetenschapper in alle activiteiten.
6. De master kan zelfstandig problemen in verband met leven en samenleven onderkennen en omschrijven. De master kan relevante gegevens opsporen met de daartoe geëigende methoden en ze interpreteren. Uitermate belangrijk is de gevorderde kunde om paradigma’s en theorieën naar waarde te schatten en hun betrouwbaarheidsgrenzen te definiëren.
7. De master heeft een gevorderd inzicht in de levende materie, en in de relatie tussen levende en niet-levende materie. De master heeft een attitude om voortdurend de stand van de kennis op te volgen in het deelgebied van de specialisatie, en leert met de gangbare methodologie en technologie denken, plannen, experimenteren en concluderen.
8. De master heeft de vereiste sociale en communicatieve vaardigheden om in team samen te werken, zowel binnen de discipline als in een interdisciplinaire omgeving, om zowel experimenten te leiden tot ze zelf uit te voeren als om de gegevens te verwerken en presenteren.
9. De master beschikt over een professioneel verantwoordelijkheidsgevoel. de master zal trachten de vrucht van de eigen creativiteit op een hoog niveau te communiceren om zo de algemene kennis uit te breiden.
10. De master kan niet alleen in de onderwijstaal acties ondernemen, maar ook minstens in de Engelse taal, het internationaal communicatiemiddel bij uitstek.
11. De master heeft een maatschappelijk verantwoordelijkheidsgevoel. De master heeft een gedegen kritische vorming. Door de aangeleerde vaardigheden kan de master relaties leggen tussen het eigen vakgebied en de maatschappij, en verantwoording afleggen naar beide richtingen in deze relatie. Om de rol in de maatschappij optimaal te vervullen, specialiseert de master zich binnen het vakgebied in de afstudeerrichting 'Evolutie en Gedragsbiologie' Hierbinnen bekwaamt de master zich in één van twee mogelijke beroepsprofielen: Onderzoek of Ondernemen.