Bachelor in de diergeneeskunde

Dit mag je verwachten van de bacheloropleiding:

Iets voor jou?

Je bent zes jaar intensief met je opleiding bezig

Als dierenarts heb je enkele typische eigenschappen nodig:

  • handigheid
  • goed waarnemingsvermogen
  • plichtsbesef
  • verantwoordelijkheidszin
  • vlotte omgang met mens en dier

Voor de opleiding tot dierenarts is een goed geheugen heel belangrijk, zowel voor de diergeneeskundige als voor de klinische opleidingsonderdelen. Zoals voor elke universiteitsstudent zijn doorzettingsvermogen, wilskracht en regelmatige werklust onmisbaar.

Sterk in wetenschappen

Belangrijke opleidingsonderdelen in het eerste jaar zijn chemie, biologie en medische fysica. We starten voor deze wetenschappen van wat je in het secundair onderwijs geleerd hebt. Al is het uitgangspunt wel anders: begrijpen, opbouwen en toepassen zijn belangrijker dan weten.

Hoe ziet je opleiding eruit?

Starten doe je met basiswetenschappen

Zoals in andere wetenschappelijke opleidingen start je in het eerste semester van het eerste jaar met de basiswetenschappen. Voor dierenartsen in spe is een grondige kennis van natuurkunde, chemie en biologie belangrijk. Vanaf het tweede semester komen de meer studierichtingsspecifieke opleidingsonderdelen aan bod.

Aan het einde van het eerste bachelorjaar heb je een voldoende inzicht in de zwaarte en de aard van de opleiding om te weten of de opleiding je ligt of niet.

Eerst leer je over het gezonde dier

Vanaf het tweede semester begin je dus aan de studie van het ‘normale’, gezonde dier. Ook in het tweede – en in mindere mate in het derde – bachelorjaar ligt hier de focus.

We maken een onderscheid tussen opleidingsonderdelen waarin we:

  • de vorm en ontwikkeling van de stelsels en organen bestuderen (zoals anatomie en weefselleer);
  • de functie ervan bestuderen (zoals fysiologie, biochemie en genetica).

Uiteraard komen er vooral diersoorten aan bod waarmee een Vlaamse dierenarts veel in contact komt: paarden, runderen, honden, katten, varkens, konijnen, pluimvee…

Vanaf het derde jaar bestudeer je ook het zieke dier

In het derde jaar start je dan met onderwerpen zoals ziekte en afweer. Je bestudeert:

  • het ontstaan en de ontwikkeling van ziektes (pathologie en pathofysiologie)
  • infectieziektes veroorzaakt door parasieten, virussen, bacteriën en schimmels (microbiologie)
  • weerstand en afweerreacties tegen ziektes (immunologie)
  • de werking van geneesmiddelen (farmacologie)

Aan je omgang met dieren hechten we veel belang

Als dierenarts moet je op een vlotte en veilige manier omgaan met dieren. Vooral met de grotere dieren zoals koeien en varkens zijn veel startende studenten nog niet vertrouwd.

  • Tijdens bedrijfsbezoeken aan onder andere rundvee-, varkens- en kippenbedrijven verken je de habitat van verschillende soorten landbouwhuisdieren.
  • Voor het begin van het derde jaar ga je ook een week op bedrijfsstage in een van deze bedrijven. Ook kennels en dierenopvangcentra staan op de lijst van stagebedrijven.

Voor demonstraties en hands-on practica kunnen we terecht in onze demonstratiestal De Ark. Hier loop je tijdens het derde jaar 3 weken stage en word je dus tijdelijk de 'veehouder' van onze stal. Je leert er veilig werken met paarden, koeien, lama’s, honden en katten waarbij we inzetten op dierenwelzijn en 'low stress animal handling'.

Meer over praktijk in de opleiding lees je bij Proeven van praktijk.

Klinisch onderzoek en diergeneeskundige vaardigheden

Al vanaf de start van het tweede jaar kan je in ons Skills Lab terecht. Verschillende diermodellen stellen je in staat om het klinisch onderzoek aan te leren. Je leert injecties geven, hechten, verbanden plaatsen, monsters nemen en zo veel meer. 

In het derde jaar kan je dit klinisch onderzoek verder uitdiepen in de lessen propedeutica en oefen je op levende dieren. Het perfect observeren van dierengedrag en het correct communiceren met de eigenaar zijn erg belangrijke vaardigheden. Dit leer je niet alleen op onze campus. We sturen je ook op observatiestage in een echte dierenartsenpraktijk.

Bedrijfsmanagement en voedselveiligheid

Voor veehouders hebben dieren een economische waarde. Daar mag je als dierenarts niet blind voor zijn. Daarom leer je tijdens je opleiding ook over bedrijfsmanagement en vee-exploitatie.

Ook onderwerpen als dierhygiëne, huisvesting en diervoeding zijn vanuit dat oogpunt belangrijk.

Ten slotte is het ook de taak van dierenartsen om de kwaliteit te bewaken van de vlees- en zuivelproducten die geproduceerd worden. Veterinaire volksgezondheid vormt daarom een belangrijke rode draad door het bachelorprogramma.

Mix van onderwijsvormen

Dit alles leer je niet alleen in theorielessen. Veel opleidingsonderdelen hebben ook een praktische component. Je doet:

  • dissecties
  • laboratoriumsessies
  • microscopiesessies
  • pc-practica
  • skills lab praktische oefeningen in diergeneeskundige vaardigheden
  • stages op bedrijven buiten de campus en in onze eigen onderwijsstal De Ark
  • stage bij een dierenarts

Je kan deze opleiding dan ook niet via afstandsonderwijs volgen.

Bereid je voor

Toelatingsexamen dierenarts

Sinds dit academiejaar (2023-2024) is er net als voor geneeskunde een toelatingsexamen voor de opleiding diergeneeskunde. Meer informatie over het nieuwe toelatingsexamen.

Overbruggingsonderwijs

In september kan je deelnemen aan het overbruggingsonderwijs. Je krijgt dan de kans om:

  • je kennis van wiskunde en chemie bij te spijkeren
  • academisch Nederlands te leren gebruiken
  • je studievaardigheden aan te scherpen

Aan de slag

(Andere) voorkennis kan je testen, opfrissen en bijschaven op ons online voorbereidingsplatform.

Bekijk het studieprogramma