De startvoorwaarden bestuderen

Wat?

Om een LIO-traject te kunnen aanvatten moet je aan welbepaalde voorwaarden voldoen. Wanneer je een LIO-aanvraag indient, dan zal de opleiding nagaan of je voldoet aan de startvoorwaarden.

Wanneer?

De startvoorwaarden om in een LIO-traject te stappen neem je best door voor je op zoek gaat naar een LIO-baan.

Om in aanmerking te komen voor een LIO-baan gelden de volgende startvoorwaarden:

  •   je volgt de educatieve master:
    • als student geïntegreerde educatieve master die 15 studiepunten leraarschap op bachelorniveau reeds heeft verworven, nog maximaal 45 studiepunten domeincomponent moet opnemen in een educatieve master van 120 studiepunten of nog maximaal 30 studiepunten domeincomponent in een educatieve master van 90 studiepunten;
    • in het traject van 60 studiepunten waarbij je reeds een masterdiploma hebt behaald. 
  • je volgde vooraf of je volgt gelijktijdig met de LIO-baan het opleidingsonderdeel Algemene didactiek;
  • je volgde vooraf of je volgt gelijktijdig Introductie vakdidactiek met praktijkoefeningen en/of Vakdidactiek met oefenlessen. Uitzondering hierop wordt gemaakt als je start in semester 2. In dat geval is enkel valorisatie voor oriënteringsstage mogelijk;
  • je opdracht bestaat effectief uit een lesopdracht. Een invulling van leraarsuren met bijvoorbeeld opvoedkundige en coördinerende taken komt niet in aanmerking;
  • je presteert minimaal 18 lesuren van 50 minuten in het Vlaamse secundair onderwijs, bij voorkeur aansluitend bij het vereist bekwaamheidsbewijs van je vakdidactiek(en). Uitzonderingen hierop zijn:
    • een afwijking van het onderwijsniveau is mogelijk bij een vakdidactiek die beperkt wordt ingericht in het secundair onderwijs, zoals rechten, Spaans, Nederlands niet-thuistaal, wijsbegeerte, gezondheidswetenschappen, informatica, ontwerpwetenschappen;
    • opdrachten in een Centrum voor Volwassenenonderwijs (CVO), Deeltijds Kunstonderwijs (DKO) of het hoger onderwijs, komen mogelijk in aanmerking voor in-servicestage afhankelijk van de gevolgde vakdidactiek, sowieso zal je 1 groeistage als pre-servicestage moeten afleggen in het secundair onderwijs;
    • indien je een lesopdracht in het buitenland uitvoert, dan leg je ook minstens één groeistage af als pre-servicestage in een Vlaamse secundaire school;
    • opdrachten in de eerste graad van het secundair onderwijs komen zeer beperkt in aanmerking voor valorisatie.
  • de context waarin je lesgeeft, biedt voldoende leerkansen (bv. wanneer je een vreemde taal geeft, moet de context jou toelaten om deze taal voldoende te gebruiken).

De LIO-coördinator moet het volledig ingevulde LIO-aanvraagformulier ontvangen om de LIO-baan te kunnen laten goedkeuren en valorisatie te laten overwegen door de vakdidacticus/i.

Als je LIO-baan niet alle stages in het werkveld vervangt, vul je de in-servicestage aan met pre-servicestage.