Kerncompetenties van de bachelor geschiedenis

In de bachelor geschiedenis staan de volgende doelstellingen centraal.

Historisch referentiekader

De bachelors hebben een aantoonbare basiskennis van fundamentele ontwikkelingen binnen de wereld- en Europese geschiedenis sinds de Oudheid en de vaardigheid om deze kennis in functie van de eigen chronologische, geografische of thematische specialisatie op efficiënte wijze uit te breiden.

1. De bachelors beschikken over een basiskennis van de wereldgeschiedenis in het algemeen, en van de dynamische uitwisselingen die zich in de loop van die geschiedenis hebben voorgedaan tussen Europese en buiten-Europese culturele tradities.

2. De bachelors beschikken over parate historische feitenkennis en inzichten vanuit een sterk ruimtelijk, chronologisch en thematisch referentiekader, en over een uitgediepte kennis van een periode en domein (sociaaleconomische, culturele of politieke geschiedenis).

3. De bachelors tonen een voortdurende wetenschappelijke nieuwsgierigheid naar historische kennis en hebben de vaardigheden om deze kennis van en inzicht in historische fenomenen efficiënt uit te breiden.

Historisch-kritisch denken

De bachelors beschikken over een sterk probleemstellend vermogen. Zij kunnen vanuit een originele onderzoeksvraag die zij onder begeleiding ontwikkeld hebben een status quaestionis van het historische debat formuleren. Daarop voortbouwend zijn zij in staat om een veelheid aan tekstuele en niet-tekstuele informatie op historisch-kritische wijze te lokaliseren, selecteren, analyseren, synthetiseren en te communiceren (zowel schriftelijk als mondeling) naar een gespecialiseerd en niet-gespecialiseerd publiek.

4. De bachelors hebben de kennis, vaardigheid en attitude om kritisch en historisch contextualiserend te denken.

5. De bachelors kunnen een eenvoudige historische vraagstelling ontwikkelen en uitwerken tot een wetenschappelijke studie.

6. De bachelors kunnen de wetenschappelijke debatten uit de internationale vakliteratuur begrijpen en opvolgen (in het Nederlands, Engels en Frans).

7. De bachelors kunnen zich op basis van de informatie verzameld uit een veelheid van informatiekanalen en bronnen, een coherent beeld vormen van de status quaestionis van een bepaald historisch probleem, debat of concreet onderwerp.

8. De bachelors hebben een basiskennis van de historische kritiek, de historiografie, de voornaamste historische hulpwetenschappen en de voornaamste heuristische hulpinstrumenten.

9. De bachelors kunnen de basisprincipes van de historische methode toepassen op concrete historische en actuele vraagstukken en bronnen.

10. De bachelors hebben een sterk ontwikkelde kritische attitude ten aanzien van overgeleverde kennis, opinies, methodes, theorieën, modellen en concepten, de historiciteit van taal en ten aanzien van de diverse bronnen en informatiedragers ervan.

11. De bachelors hebben de attitude om actief deel te nemen aan het wetenschappelijke debat binnen hun discipline.

Onderzoeksvaardigheden

De bachelors kunnen bij het analyseren van historische en actuele problemen de belangrijkste historische onderzoeksmethodes en hulpwetenschappen op efficiënte wijze toepassen, vertrekkend vanuit de spatio-temporele eigenheid van het bronnenmateriaal.

12. De bachelors beschikken over een basiskennis van en inzicht in historische hulpwetenschappen en kunnen die kennis en dat inzicht efficiënt uitbreiden.

13. De bachelors kunnen hulpwetenschappen toepassen die onontbeerlijk zijn voor historisch wetenschappelijk onderzoek, zoals bijvoorbeeld paleografie, iconografie en kwantitatieve methoden.

14. De bachelors hebben een basiskennis van digitale geschiedenis en digitale methoden voor heuristische, analytische en communicatieve doeleinden.

15. De bachelors kunnen zowel zelfstandig werken als in teamverband.

16. De bachelors kunnen de onderzoeksvaardigheden ook toepassen buiten het eigen vakgebied.

17. De bachelors kunnen zeer goed analyseren, synthetiseren en complexe dossiers helder en correct verwoorden, zowel schriftelijk als mondeling, voor een publiek van specialisten en niet-specialisten.

18. De bachelors kunnen de eigen deskundigheid actueel houden in een proces van levenslang leren.

Multi-disciplinariteit

De bachelors kunnen historische ontwikkelingen verklaren door hun historische inzicht te combineren met relevante theorieën en inzichten uit andere disciplines, in het bijzonder uit de mens- en gedragswetenschappen.

19. De bachelors beschikken over een basiskennis van en elementaire inzichten in het brede domein van de gedrags- en menswetenschappen, zoals onder meer de sociale wetenschappen, de economie, de filosofie en de sociale geografie, en kunnen inzichten uit de gedrags- en cultuurwetenschappen integreren in het historisch onderzoek.

20. De bachelors hebben een open geest, leergierige attitude en grote alertheid voor recente ontwikkelingen binnen het eigen vakgebied, de gedrags- en menswetenschappen en de samenleving in het algemeen.

Plaats in de maatschappij

De bachelors hebben inzicht in de plaats en de rol van het verleden in bredere maatschappelijke ontwikkelingen (van lokaal tot globaal) en in de relatie tussen enerzijds het historisch onderzoek en de historische methode en anderzijds de aanwezigheid en functie van het verleden en geschiedenis in de populaire cultuur, de media, de politiek, het onderwijs enzovoort. Zij slagen er ook in het historisch-kritisch denken toe te passen in hun werkveld en het maatschappelijke debat in brede zin.

21. De bachelors tonen een grote algemene interesse voor de actuele samenleving en hebben vooral historisch inzicht verworven in verschillende fundamentele ontwikkelingen en trends binnen belangrijke sectoren van het actuele maatschappelijke en culturele leven.

22. De bachelors zijn in staat om op basis van hun kennis en vaardigheden en vanuit een historische invalshoek deel te nemen aan het bredere maatschappelijke debat.

23. De bachelors zijn in staat om historische kennis en vaardigheden flexibel toe te passen op situaties buiten het academische historische kader.

24. De bachelors hebben zich een genuanceerde en respectvolle houding eigen gemaakt ten opzichte van de maatschappelijke en levensbeschouwelijke pluraliteit van de actuele samenleving.

25. De bachelors beschikken over een aantal historische competenties die inzetbaar zijn in een breed beroepenveld, zoals snel patronen herkennen in complexe informatie, actuele verschijnselen plaatsen in de bredere context en in hun ontwikkeling, hoofd- van bijzaken onderscheiden en tot een synthese komen.