i.s.m. Prof. Cedric Vuye (UAntwerpen, Toegepaste Ingenieurswetenschappen)

In een onderwijscontext wordt peerreview volgens Pearce et al. (2009) gezien als ‘de onderwijskundige aanpak waarbij studenten de kwaliteit beoordelen van het werk van hun medestudenten en hierop feedback geven’. In deze onderwijstip bouwen we verder op deze invulling en staat peerreview voor het proces waarbij studenten mekaars schriftelijke werkstukken voorzien van zowel feedback als van een beoordeling. 

Waarom peerreview invoeren?

Peerreview kan zowel voordelen voor de student als de docent inhouden:

  • Peerreview maakt het mogelijk dat studenten snellere, meer gedetailleerde (Cho & MacArthur, 2010) en soms beter begrijpbare feedback verkrijgen.
  • Het leren geven van peerfeedback zorgt ervoor dat de kwaliteit van de schrijfopdracht significant verbetert.
  • Het schrijven van een review stimuleert het kritisch denken, toepassen van evaluatiecriteria, en het reflecteren over het eigen werk op basis van wat studenten observeren bij hun collega-studenten.
  • Voor de docent betekent het invoeren van peerreview tijdswinst, aangezien niet meer alle teksten zelf gelezen en van commentaar dienen voorzien te worden (Hoogeveen & van Gelderen, 2014).
  • De stukken die de docent zal beoordelen, zullen wellicht van hogere kwaliteit zijn.  

Natuurlijk zijn er ook een aantal mogelijke valkuilen:

  • Feedback van een peer is dikwijls uitgebreider, duidelijker en motiverender, maar niet altijd correct. Studenten kunnen de review van de medestudent daardoor als van lagere kwaliteit of betrouwbaarheid ervaren dan die van de docent.
  • De ontvangen feedback is soms niet specifiek of constructief genoeg.
  • Ze voelen zich niet altijd zelfzeker of ervaren genoeg om de review uit te voeren.

Deze valkuilen kan je ondervangen met een goed ontwikkeld peerreviewproces. 

Ontwerpen van een peerreviewproces

​Hierna volgen enkele aanbevelingen die volgens Topping (2009) onmisbaar zijn om een kwaliteitsvolle peerreview te ontwerpen.

1. Werk in groep

Bespreek de doelstellingen, het concept en de uitwerking met je collega’s, zowel met diegenen betrokken bij het opleidingsonderdeel, als met de onderwijsondersteuners. Zij kunnen het initiële werk verlichten en aan de hand van hun eigen expertise het peerreviewproces optimaliseren.

2. Creëer een draagvlak

Betrek alle stakeholders en zeker ook de studenten vroeg in het proces.  Verduidelijk bijvoorbeeld de beoordelingscriteria, potentiële voordelen en mogelijke uitdagingen die de studenten zullen tegenkomen (Carless & Boud, 2018). Hiermee geef je hen een gevoel van eigenaarschap en verminder je mogelijke angst of weerstand om een nieuw feedback- en/of beoordelingssysteem toe te passen.

3. Doe aan peermatching

In sommige gevallen (bijv. taalonderwijs) is het nodig om de studenten op te delen volgens hun eerder getoetste niveau. Het is aangeraden om dan studenten met eenzelfde niveau aan mekaar te koppelen. Studenten met een lager beginniveau kunnen hierbij extra opgevolgd worden door de docent.

4. Voorzie training

Bespreek met de studenten wat het doel is en wat van hen verwacht wordt. Bediscussieer processen en strategieën van beoordeling en feedback, en focus niet enkel op de details van een specifiek werkstuk (Carless & Boud, 2018). Geef voorbeelden van goede en minder goede feedback, bijv. aan de hand van voorbeeldverslagen die voorzien zijn van feedback en een beoordeling, of aan de hand van gegeven feedback van vorige jaren. Dit kan je beschouwen als een vorm van ‘feed up’, waarbij je de studenten vooraf duidelijk aangeeft waar zij naartoe moeten werken.

5. Geef duidelijke richtlijnen

Voorzie de nodige documenten, zoals templates (zowel voor het schriftelijk werkstuk als voor de beoordeling), duidelijke evaluatiecriteria (zie bijv. Andrade, 2005 of van den Berg et al., 2014), en een instructiedocument (bij voorkeur inclusief een weergave van het te volgen stappenplan). Rubrieken (zie ECHO-tip 'Rubrieken als begeleidings- en beoordelingsinstrument (2017)) en de tool Comproved (zie ECHO-tip 'Comproved: Waarom moeilijk beoordelen als het ook eenvoudig kan?' (2021)) kunnen hierbij handige hulpmiddelen zijn. 

6. Stel deadlines

Maak duidelijke afspraken qua timing en zorg dat de deadlines effectief gerespecteerd worden. Het is hierbij nodig om dit proces op regelmatige tijdstippen (bijv. wekelijks) op te volgen. Voorzie een overzichtsdocument met daarin alle deadlines en communiceer over de consequenties van het niet naleven van de deadlines (bijv. een minscore).

7. Monitor en coach

Zeker in de beginfase is het belangrijk om steekproefsgewijs de vorm en kwaliteit van de feedback en eventuele beoordeling te verifiëren. Grijp in wanneer de feedback te vaag of te negatief is. Je kan hierbij zelfs overwegen om na de eerste ronde van het peerreviewproces een extra sessie in te richten waarbij je dieper ingaat op de gegeven feedback.

8. Controleer

Blijf continu de kwaliteit, validiteit en betrouwbaarheid van de peerreview monitoren. Dit kan je standaard inbouwen door zelf een werkstuk te evalueren en van feedback te voorzien wanneer de beoordelingen van de verschillende reviewers te ver uit mekaar liggen, of door regelmatig steekproefsgewijs enkele werkstukken zelf te evalueren en de bekomen scores te vergelijken.

9. Geef feedback op de feedback

Het is zeer zinvol om feedback te voorzien op de gegeven feedback. Alleen zo zullen de studenten ook beter worden in het geven van feedback. Dit kan je ofwel zelf doen als docent, ofwel vraag je de studenten in hoeverre zij de ontvangen feedback zinvol, duidelijk en nuttig vonden. Dit wordt ook ‘backward evaluation’ genoemd, en wordt sterk aangeraden om het engagement van de studenten te vergroten (Misiejuk et al., 2021).

Wil je meer weten over hoe je zo'n peerreview nu concreet kan ontwikkelen binnen jouw vak? Lees dan hieronder de volledige onderwijstip!