i.s.m. Edith Piqueray en Janine Meijer (UAntwerpen, Team Diversiteit) 

‘Diversiteit moet een vanzelfsprekend onderdeel zijn van de vraag: waartoe leiden we eigenlijk op? Die vraag stellen we te weinig. Wat moeten onze studenten straks kennen en kunnen? Pas daarna komt de vraag: wat stoppen we in het curriculum? Wanneer je je dit afvraagt, ontkom je niet aan de vraag, zeker niet in grote steden, wat we doen met de diversiteit van onze studenten, en deels van onze collega’s?’ (lector in een hogeschool in Nederland, in Naber & Knippels, 2013). 

Deze ECHO-onderwijstip bespreekt wat diversiteitsensitief onderwijs is, onderstreept het belang ervan en reikt lesgevers enkele praktische handvaten aan om maximaal in te zetten op een diversiteitsensitieve onderwijsaanpak. 

Wat is diversiteitsensitief onderwijs? 

De onderlinge verschillen in de huidige generatie studenten zijn groter dan ooit. Er zijn verschillen op het vlak van sociaal-economische en etnisch-culturele achtergrond, maar ook op het vlak van vooropleiding, leeftijd, levensbeschouwing, gender en seksuele identiteit (Pulinx, Schrooten, & Emmers, 2021). Geen enkele student is in één hokje te stoppen. Diversiteitsensitief onderwijs houdt rekening met de aanwezige verschillen, door het onderwijs af te stemmen op de diverse groep studenten.

Het belang van diversiteitsensitief onderwijs

Elke student heeft recht op kwaliteitsvol onderwijs. Diversiteitsensitief onderwijs is de sleutel om dit recht te vervullen. Het vergroot de kans op gelijkwaardige onderwijskansen voor alle studenten.  

Investeren in diversiteitsensitief onderwijs betekent ook investeren in de kwaliteit van onderwijs. De leerstof wordt namelijk benaderd vanuit verschillende perspectieven en onderbelichte stemmen uit een vakgebied worden meegenomen in het curriculum. Dit verruimt de blik van zowel docenten als studenten.

Minstens zo belangrijk is dat bij diversiteitsensitief onderwijs het welbevinden van studenten toeneemt (Siebrecht & Jansen, 2021). Door in te spelen op de behoefte bij studenten aan meer diversiteit in de lesinhoud en de manier van lesgeven zorg je ervoor dat studenten met verschillende achtergrondkenmerken zich meer thuis voelen aan de onderwijsinstelling. Dit zorgt er weer voor dat ze ook beter presteren en dat het studiesucces toeneemt.

Aan de slag met diversiteitsensitief onderwijs

Hoe kan je diversiteitsensitief onderwijs in de praktijk brengen? We onderscheiden vier domeinen. Concrete tips en toepassingen lees je in de volledige onderwijstip (zie onderaan deze pagina). 

1. Inhoud van de lessen

  • ​Vraag jezelf af wat je als standaardkennis in een bepaald domein beschouwt en of dat terecht is. Pas indien nodig de lesinhoud aan om van een gedeelde en duurzame basiskennis te vertrekken. 
  • Reflecteer als docent op je eigen visie en overtuigingen. Wat is je referentiekader? Hoe kan je daar uitbreken? Zijn er eventueel blinde vlekken in je kennis? Vooronderstellingen die in vraag gesteld kunnen/moeten worden? Wees je ervan bewust dat je als docent een voorbeeldfunctie hebt. 
  • Zorg voor multi-perspectiviteit. Denk aan auteurs die je noemt, voorbeelden die je geeft, bronnen die aan bod komen of rolmodellen die worden genoemd. 
  • Geef afwisselende voorbeelden zodat elke student wel eens in contact komt met iets dat vreemd en daarmee leerzaam is.
  • Zet studenten aan om problemen te benaderen vanuit verschillende, ook minder gekende of vertrouwde invalshoeken.

2. Onderwijsmethode

  • Ga in gesprek met studenten. Moedig ook de onderlinge dialoog tussen studenten aan. Zorg hierbij voor een veilige sfeer tijdens de lessen zodat studenten voor een andere mening durven uitkomen en vragen durven stellen.
  • Betrek (internationale) gastdocenten bij je opleidingsonderdeel. Dat kan fysiek, maar online is het vaak makkelijker te organiseren.
  • Communiceer duidelijk over de verwachtingen naar studenten toe.  Welke competenties moeten studenten beheersen en hoe ga je dit bij je studenten toetsen?
  • Geef voldoende structuur aan de inhoud van de lessen.
  • Informeer je over de facultaire/universitaire ondersteuningsmaatregelen en zet ze actief in of wijs studenten op de plek waar ze deze informatie kunnen vinden.

3. Taal

  • ​Zorg ervoor dat er een gedeelde woordenschat is en dat iedereen de woordenschat onder de knie heeft.
  • Geef bij een online les of overlegmoment studenten de keuze tussen spraak of chat. Chatten is een laagdrempelige manier om schriftelijk te communiceren, zeker voor studenten met een andere thuistaal dan het Nederlands. 
  • Wees je ervan bewust dat het taalgebruik bij lessen die je zelf opneemt, vaak formeler en dus moeilijker is dan wanneer je voor een aula staat.

4. Community building

​Zorg ervoor dat je voldoende in contact staat en blijft met studenten. Motiveer studenten om met je vak bezig te zijn. Blijf studenten activeren en probeer sociaal isolement tegen te gaan door sociale participatie te stimuleren.