Techno-economische haalbaarheid van CO2-gebruik voor olieproductie

Voorbeeld van een masterproef (afstudeerrichting: Sustainability Engineering)

​Onder invloed van continue economische groei en een toenemende wereldbevolking zal de energievraag met 25% zal toenemen tegen 2040. Er moet daarvoor gezocht worden naar energiebronnen die een beperkte impact hebben op het klimaat.

Hoewel hernieuwbare energiebronnen in opmars zijn, zal aardolie ook in de toekomst een belangrijke energiebron blijven. De CO2-EOR-methode is een techniek waarbij CO2 geïnjecteerd wordt in het ondergrondse oliereservoir om de olie die anders achter zou blijven, toch te kunnen winnen. Tijdens dit proces komt een gedeelte van de geïnjecteerde CO2 mee naar boven met de olie en blijft een gedeelte opgeslagen in het reservoir. Ook nadat de olieproductie stopt, kan er verder CO2 geïnjecteerd worden in het ondergrondse reservoir. Op die manier kan CO2-EOR als techniek zowel voor additionele olieproductie als CO2-opslag zorgen, wat een enorme troef is van deze techniek.

Handelsingenieur Sjoerd Geens onderzocht in zijn masterproef de economische haalbaarheid van deze EOR-methode voor een specifiek oliereservoir in Tsjechië.

Hiervoor rekende hij de netto contante waarde uit voor drie scenario’s.

  • In het eerste scenario vertrok hij van een louter ecologische doelstelling: de klimaat impact beperken.
  • In het tweede scenario is de economische doelstelling de primaire doelstelling: zo veel mogelijk olie winnen.
  • In het laatste scenario werden de ecologische als de economische doelstelling als even belangrijk beschouwd.

Voor elk scenario maakte Sjoerd een fictieve, maar realistische kostenmodellering in de programmeertaal Visual Basic for Applications.

Sjoerd: “Rekening houdend met geologische onzekerheden en marktonzekerheden, blijkt uit mijn analyse dat het tweede scenario de hoogste kans op economische haalbaarheid heeft. Er is 42% kans dat dit type van project winstgevend is. Om de kans op een succesvol project te vergroten, moet daarom aan een aantal voorwaarden voldaan zijn. Ten eerste moet de olieprijs voldoende hoog zijn. Dat betekent ten minste boven de break-even prijs van € 91 per vat, en bij voorkeur zelfs nog wat hoger. Ook dienen de CO2-captatiekosten zo veel mogelijk beperkt te worden en moet de prijs voor het verhandelen van CO2-uitstootrechten hoger zijn dan €36 per ton CO2.”