Voor studenten is schrijven een onmisbare vaardigheid, of ze nu een carrière in de vertaalwereld, de wetenschap of het bedrijfsleven ambiëren. Als lesgever heb je dé kans om hier een positieve impact op te hebben. Vaak speel je immers een cruciale rol in het ontwikkelen van de schrijfvaardigheid van jouw studenten. Maar het begeleiden van schrijfopdrachten is soms een uitdagende taak. In deze tip gaan we in op enkele praktische adviezen die het begeleidingsproces bevorderen.

Soorten schrijfopdrachten

Schrijfopdrachten kennen verschillende invullingen: denk daarbij aan practicumverslagen, korte samenvattingen van artikels of bijdragen aan een online wiki, maar ook aan uitgebreidere essays, onderzoekspapers of bachelor- en masterscripties.

Bovendien kan het doel van schrijfopdrachten verschillen. Zo kan je aan de hand van een opdracht werken aan de schrijfvaardigheden van studenten (‘learning to write’) of kan het schrijven het leerproces van de student faciliteren (‘writing to learn’) (Broadhead, 1999, geciteerd in Carter et al., 2007). Bij de eerste categorie opdrachten gaat het om het ontwikkelen van de vaardigheid van het academisch schrijven en het leren schrijven van een specifieke tekstsoort, zoals een practicumverslag, adviesrapport, geneesmiddelenfiche of bachelorscriptie. Bij de tweede categorie gaat het om het verwerken en verbinden van kennis en inzichten, waarbij schrijven als hulpmiddel wordt gebruikt. Een student schrijft bijvoorbeeld om meer te leren over een bepaalde theorie of onderwerp. Natuurlijk zijn er ook schrijfopdrachten die beide invalshoeken combineren.

Opdrachtinstructie

Een schrijfopdracht staat of valt met duidelijke communicatie. Een goede opdrachtbegeleiding start dus met een kwaliteitsvolle opdrachtinstructie. De lengte en gedetailleerdheid van de instructie die je geeft aan studenten, hangt uiteraard af van hun ervaring met de opdracht en de bijbehorende leerinhoud. Ook speelt mee hoe zelfstandig ze de taak moeten volbrengen.

Hieronder geven we een aantal onderdelen van een kwaliteitsvolle opdrachtinstructie mee (Van Petegem, 2010):

Communiceer over het doel van de opdracht

  • Gaat het om het leren schrijven (‘learning to write’, cf. supra), om het verwerken van inzichten en inhoud (‘writing to learn’) of een combinatie?
  • Neem leerdoelen op in de opdrachtinstructie. Wat moeten studenten na het uitvoeren van de schrijfopdracht onder de knie hebben? Wat is de relevantie van de opdracht voor hun latere opleidingsjaren/beroepsleven? Voor UAntwerpen personeelsleden is deze handleiding leerdoelen en competenties beschikbaar als hulpmiddel hierbij.

Communiceer over de beoordelingscriteria

Deze kunnen betrekking hebben op de inhoud (bijv. inhoudelijke juistheid, correcte synthese literatuur), het proces (bijv. argumentatie, resultaten, conclusie) en/of het product (bijv. spelling, bronverwijzing, structuur). (UAntwerpen personeelsleden kunnen tip 42 uit ’50 Onderwijstips’ bekijken als extra ondersteuning)

Communiceer over vormelijke aspecten

Welke tekstsoort (essay, paper, practicumverslag) wordt er verwacht? Specificeer welke kenmerken deze tekstsoort heeft. Mogelijks kan dit variëren afhankelijk van het vakgebied of de lesgever, waardoor het belangrijk is om hier transparant over te zijn naar de studenten toe en hier bovendien afspraken over te maken op opleidingsniveau.  

Mogelijke aandachtspunten zijn:

  • Wie is de doelgroep van de tekst? Een tekst voor een lekenpubliek kan/moet een andere vorm aannemen dan een tekst voor vakgenoten; welke stijl is passend?
  • Hoe moet de globale structuur eruit zien?
  • Wat is het algemene doel van de tekst, bijvoorbeeld laagdrempelig communiceren of overzichtelijk data beschrijven?

Communiceer over ondersteuning

Hoe verloopt de begeleiding en het feedbackproces? Zijn er eventueel (externe) ondersteuningsmiddelen beschikbaar (bijvoorbeeld, handleidingen, workshops, websites,…). Voor studenten UAntwerpen zijn er, onder andere, de Doorschrijfweek, het Monitoraat op Maat, het Zelfstudiepakket basisvaardigheden academisch Nederlands en het Infocenter Ondersteuning Studenten.

Begeleidingsproces

Als je een student begeleidt bij een schrijfopdracht via één of meerdere gesprekken, neem je best een coachende houding aan. Laat de student vooral zelf input geven en leun dus gerust achterover, tenzij de student passief blijft. 
Geef feedback die de student stimuleert om zelf actief aan de slag te gaan (William, 2013). Dit kan op verschillende manieren:

  • Stel vragen, geef hints en suggesties en/of bied bronnen aan waar studenten zelf een antwoord of input/ondersteuning kunnen vinden en verwerken.
  • Laat studenten reflecteren op feedback en vraag hen bijvoorbeeld kort te beschrijven hoe ze de feedback zullen meenemen/verwerken.
  • Geef studenten indien mogelijk de kans om de feedback toe te passen in een volgende (versie van de) opdracht.

Geef feedback op een efficiënte, gedoseerde manier. Dit is niet alleen tijdbesparend voor jou, maar ook interessant voor de student. Die hoeft zich dan immers niet door een grote hoeveelheid feedback te worstelen. Mogelijkheden om efficiënt feedback te geven zijn:

  • Focus op de belangrijkste aspecten van de opdracht, oftewel de higher order concerns (Keh, 1990). Dit zijn de criteria die het belangrijkst zijn voor de voorliggende opdracht. Zo kunnen bijvoorbeeld voor een bepaald paper ‘argumentatie’ en ‘structuur’ higher order concerns zijn, en ‘spelling’ of ‘lay-out’ lower order concerns. Om efficiënt feedback te geven, richt je je dan eerst en voornamelijk op argumentatie en structuur. Aandachtspunten rond spelling en lay-out kunnen kort aangehaald worden zonder daar dieper op in te gaan. Deze lower order concerns kunnen eventueel nog bij een latere versie van de uitwerking aangepakt worden.
  • Verbeter slechts enkele fouten. Markeer bijvoorbeeld een aantal taalfouten op 1 pagina en geef aan waarom ze fout zijn en hoe men ze kan verbeteren. Geef vervolgens aan de student de opdracht om gelijkaardige taalfouten in de rest van de opdracht zelf op te sporen en te verbeteren.
  • Bespreek een deel van de tekst en de strategieën en technieken die studenten vervolgens kunnen inzetten om ook andere tekstdelen aan te pakken en te verbeteren. Ga, bijvoorbeeld, in op de argumentatie en bespreek hoe deze nog verder verbeterd kan worden en welke argumentatietechnieken zeker ook toegepast kunnen worden in andere tekstdelen.
  • Laat studenten aangeven op welke aspecten/criteria van de opdracht ze tussentijdse feedback willen ontvangen. Hierdoor leren ze kritisch kijken naar hun eigen uitwerking en zal de feedback die je geeft, altijd relevant zijn.
  • Maak een genummerde databank van veelgemaakte fouten en bijbehorende feedback. Vervolgens kan je in eerste instantie feedback geven door gebruik te maken van deze databank. Deze feedback kan je dan eventueel aanvullen met meer gepersonaliseerde feedback.
  • Begeleid studenten in groep in plaats van individueel, bijvoorbeeld ter bespreking van een schrijfplan of eerste draft.
  • Zet medestudenten in als feedbackgever.

Wil je graag nog meer input over kwaliteitsvolle feedback? Neem dan deze categorie ECHO-tips door.

ChatGPT

Sinds enige tijd kunnen studenten gebruik maken van ChatGPT om schrijfopdrachten uit te voeren. Hieraan zijn uiteraard een aantal uitdagingen en aandachtspunten verbonden.

Aangezien ChatGPT soms feitelijke onwaarheden produceert, heb je als gebruiker een minimale domeinkennis nodig om te kunnen inschatten of wat het systeem antwoordt, inhoudelijk correct en volledig is. Daarnaast zijn door het generatief karakter van ChatGPT teksten die eventueel door studenten worden overgenomen niet gevoelig voor plagiaatchecking. De tekst staat namelijk niet in die vorm op het internet. 

Het is met andere woorden belangrijk om studenten aan te leren om op een zinvolle, kritische en wetenschappelijk integere manier om te leren gaan met ChatGPT en andere gelijkaardige AI-hulpmiddelen.

Hoe kan jij als lesgever ChatGPT op een zinvolle manier aanwenden bij schrijfopdrachten?

  • Gebruik ChatGPT als hulp bij een brainstorm. Dit kan, bijvoorbeeld, om ideeën van de studenten aan te vullen of om studenten verder te laten werken op de door AI gegenereerde ideeën. 
  • Laat studenten een antwoord of een tekst van ChatGPT kritisch analyseren/beoordelen en eventueel verbeteren.
  • ChatGPT kan studenten helpen met suggesties ter verbetering of vertaling van een tekst
  • Laat ChatGPT een eerste versie van een tekst genereren. Studenten moeten hier vervolgens op verder werken, deze herschrijven of verbeteringen aan de tekst aanbrengen vanuit een analyse van de Chat GPT-versie. 

Hoe toets je schrijfopdrachten op een valide manier met ChatGPT?

  • Organiseer feedbackgesprekken waarin je aandachtspunten en sterke punten van de schrijfopdracht bespreekt. Hierbij kan je polsen in hoeverre de student mee is met de inhoud van de uitgewerkte opdracht en wat deze ondernomen heeft om tot het eindproduct te komen. 
  • Vraag een mondelinge toelichting bij een schrijfopdracht.
  • Zorg dat er zowel een tussentijds product of tussentijdse versie als een eindproduct wordt opgenomen en besproken.
  • Laat studenten reflecteren over wat ze concreet gedaan hebben om tot het eindproduct te komen en bevraag dit.

Personeelsleden UAntwerpen verwijzen we graag naar Pintra voor verdere (ook instellingsspecifieke) informatie over ChatGPT.


Meer weten?

ECHO onderwijstips

BV-Databank: begeleiden van bachelor- en masterproeven

Carter, M., Ferzli, M., & Wiebe, E. (2007). Writing to learn by learning to write in the disciplines. Journal of business and Technical Communication, 21(3), 278-302.

Keh, C. (1990). Feedback in the writing process: A model and methods for implementation. ELT Journal, 44(4), 294-304.

Mirande, M., & Wardenaar, E. (1997). Scriptieproblemen. Hoger Onderwijs Reeks. Utrecht: WoltersNoordhoff.

Van Kruiningen, J. & Jong, J. (2022). Geef ze het nakijken: over activerende feedback en schrijfbegeleiding. Amsterdam: Boom. 

Van Petegem, P. (Red.) (2010). Praktijkboek Activerend Hoger Onderwijs. Tielt: LannooCampus.

Wiliam, D. (2013). Assessment: The bridge between teaching and learning. Voices from the Middle, 21(2), 15.


Read this tip in English