Genderpatronen in gebruik van ouderschapsverlof

Voorbeeld van een masterproef

Zijn er genderpatronen in het gebruik van ouderschapsverlof? En heeft dat een invloed op de verdere tewerkstelling bij vrouwen? Dat onderzocht studente Robine Grootjans (SEW, 2018) in haar masterproef.

Ze analyseerde daarvoor data uit het Rijksregister en de Kruispuntbank van de Sociale Zekerheid. Robine: "Eerst bekeek ik of - ongeacht het geslacht - het arbeidsniveau hier een invloed had. Wanneer een kind geboren wordt, is het rationeel gezien de beste beslissing dat de ouder die het meeste verdient ook het snelst aan het werk gaat. Zo heb je als koppel uiteindelijk het meeste loon. Maar als ik dat vergeleek met de rolverdeling binnen het koppel, bleek dat sociale mechanismen hier veel belangrijker waren."

"Zelfs als een vrouw een betere job heeft dan een man, is de kans groot dat zij langer thuis blijft. Dat is gewenst moederlijk gedrag, een gevolg van geïnstitutionaliseerde genderpatronen. In een huishouden nemen vrouwen bijna zeven keer zo veel ouderschapsverlof op dan een man."

In een laatste luik van haar masterproef bekeek Robine wat de relatie is tussen die genderpatronen en de verdere tewerkstelling van vrouwen. Ze kwam tot de conclusie dat als het ouderschapsverlof gelijker verdeeld zou zijn binnen een gezin, vrouwen achteraf een sterkere positie op de arbeidsmarkt zouden hebben.