Inzetten van MOOC’s in je eigen opleidingsonderdeel

Als lesgever kan je MOOC’s (Massive Open Online Courses), op verschillende manieren inzetten in de leeromgeving waarvoor je verantwoordelijk bent (zie ECHO-tip 2019: Het gebruik van MOOC's in het hoger onderwijs). Tevens kan je hier als lesgever een opdracht (een verwerkingsopdracht, een reflectie, …) aan koppelen die geëvalueerd kan worden. Integratie in een opleidingsonderdeel kan op deze manier enerzijds een oplossing bieden voor het probleem van de te grote vrijblijvendheid van MOOC’s en anderzijds hoef je als lesgever niet al het leermateriaal zelf te ontwikkelen.

Belangrijk hierbij is dat je de opdracht duidelijk kadert voor de studenten. Volgende vragen kunnen hier bijvoorbeeld aan bod komen:

  • Hoe verwacht je dat studenten hiermee aan de slag gaan? Moeten ze enkel de video’s bekijken of verwacht je ook dat ze de oefeningen maken?
  • Wat is de link met de contactmomenten?
  • Hoe verhoudt de structuur van de MOOC zich tot de structuur van jouw lessen?
  • Sluit de invalshoek van de MOOC aan bij degene die je zelf hanteert, of biedt de MOOC net een andere kijk op de leerstof?
  • Moeten de studenten bewijzen dat ze de MOOC doorlopen hebben? Hoe moeten ze dit doen?
  • Wat moeten de studenten hiervan kennen/kunnen voor de evaluaties (m.a.w. wat zijn de leerdoelen)?

Als lesgever integreer je zo de inhouden en eventueel de didactische opbouw van MOOC’s in een opleidingsonderdeel waarvoor je verantwoordelijk bent.
 

Verschillende mogelijke niveaus van integratie

  1. Gebruik van specifieke MOOC-video’s
    Regelmatig verwijs je als lesgever naar online videomateriaal als verplicht materiaal om op voorhand te bekijken (zie ook ECHO-tip 2017: Hoe studenten voorbereid naar de les laten komen). In plaats van dergelijk materiaal zelf te ontwikkelen, kan je ook gebruik maken van videofragmenten die ontwikkeld zijn in het kader van een MOOC. Het is immers niet nodig om steeds zelf het warm water opnieuw uit te vinden door eigen video’s te ontwikkelen. Op dit eerste niveau van integratie bied je onderdelen van een MOOC aan alle studenten aan als leermateriaal, zonder dat ze daarom de volledige MOOC doorlopen.
    Of het mogelijk is om elke video binnen een MOOC te bekijken zonder de voorgaande te hebben doorlopen, is afhankelijk van de voorwaarden van het online platform waarop deze worden aangeboden (zie ECHO-tip 2019: Het gebruik van MOOC’s in het hoger onderwijs)
     
  2. Differentiatie via MOOC’s
    Op het tweede niveau van integratie worden bepaalde MOOC’s aangeboden aan specifieke studenten. Op die manier wordt er gedifferentieerd in leerinhouden: verschillende studenten die eenzelfde opleidingsonderdeel volgen, krijgen deels verschillende leerinhouden aangeboden. Enerzijds hebben sommige studenten immers een grotere ondersteuning nodig dan je als lesgever kan bieden of missen ze een deel voorkennis. Anderzijds is er een groep die net nood heeft aan meer uitdaging en zich verder willen verdiepen. Voor beide groepen kan het een meerwaarde bieden indien je hen gericht doorverwijst naar online cursussen die hen helpen de leerinhouden op een rustiger tempo dan wel verdiepend te verwerken.
    Naast differentiatie volgens voorkennis, is het ook mogelijk om te differentiëren naar interesses. Het is bijvoorbeeld mogelijk om een verplichte differentiatie in te voeren waarbij de studenten één MOOC moeten volgen uit een vooraf bepaalde lijst (Bralic & Divjak, 2018 a & b). Hierdoor kunnen ze binnen het kader van het vak zelf een beperkte specialisatie uitkiezen.
    Uiteraard blijft het ook bij een dergelijke differentiatie belangrijk dat de leerdoelen van je opleidingsonderdeel door alle studenten behaald worden.
     
  3. MOOC als onderdeel van een flipped classroom
    Binnen dit derde niveau vraag je alle studenten die het opleidingsonderdeel volgen om eenzelfde MOOC te doorlopen, waarbij je dus gebruik maakt van de volledige didactische structuur en inhoud van de MOOC. Je laat de studenten bijvoorbeeld thuis voorafgaand aan iedere les een deel zelfstandig doorlopen, waardoor je tijdens de les meer tijd kan besteden aan diepgaandere casussen en oefeningen. Deze leeromgeving waarbij de nieuwe leerhinhouden op voorhand thuis worden verworven en de klastijd gebruikt wordt voor het toepassen hiervan, staat bekend als flipped of inverted classroom (zie ECHO-tip 201: Flipped classroom
    Een belangrijke overweging bij dit niveau van integratie is dat je een deel van de controle over je leeromgeving verliest, vermits je je zal moeten aanpassen aan de structuur en didactische opbouw van de MOOC (Kim, 2016).

Meer weten?

ECHO-onderwijstips:

Bralić A. & Divjak B. (2018a), Use of MOOCs in traditional classroom: blended learning approach. European Journal of Open, Distance and E-learning, 21 (1), 47-58.

Bralić, A., & Divjak, B. (2018b). Integrating MOOCs in traditionally taught courses: achieving learning outcomes with blended learning. International Journal of Educational Technology in Higher Education, 15(2), .

Kim, S.-W. (2016). MOOCs in Higher Education. In D. Cvetkovic, Virtual Learning (121-135), IntechOpen.

Reich, J. and Ruipérez-Valiente, J. A. (2019). The MOOC Pivot. Science 363(6423), 130-131.

 

(Onderwijstip oktober 2019)