Als lesgever kom je geregeld in aanraking met studenten die er niet in lijken te slagen zich te richten op de essentiële aspecten van je vak of de opleiding. Ze zijn vaak niet aanwezig, leveren taken niet in, concentreren zich meer op hun smartphone dan op de les zelf, lijken onvoorbereid naar de les of het examen te komen,… Een mogelijk bril om naar dergelijke problemen te kijken, is de introductie van de term "bandbreedte". Dit concept werd bedacht door Harvard-econoom Sendhil Mullainathan en Princeton-psycholoog Eldar Shafir, die stellen dat schaarste (een gebrek aan tijd, geld, voedsel, sociale contacten of iets anders) menselijk gedrag beïnvloedt. Schaarste kan de mens vindingrijk en doelgericht maken, maar kan door een vermindering van de bandbreedte ook het denkvermogen beperken. De term "bandbreedte” verwijst hierbij niet naar de feitelijke mentale capaciteiten, maar wel naar het beschikbare gedeelte hiervan.
 

Wat kan een verminderde bandbreedte bij studenten betekenen?

Studenten die schaarste ervaren (een gebrek aan tijd, geld, sociale contacten, duidelijke instructie, vertrouwen dat zij kunnen slagen, …), zullen onbewust gaan focussen op hetgeen waar zij een tekort aan hebben. Dit kan positief zijn, bv. om bij een naderende deadline economisch met de beschikbare tijd om te gaan, maar het kan ook negatief uitdraaien. Als een student bijvoorbeeld een essay moet schrijven zonder dat hij/zij duidelijkheid heeft over de structuur die dat essay moet hebben, kan het zijn dat zijn/haar aandacht zich niet op de inhoud van het schrijven richt, maar wel op deze onduidelijkheid. De student wordt dan bijvoorbeeld iedere keer afgeleid door de vraag of wat hij/zij schrijft ook daadwerkelijk is wat de lesgever te lezen wil krijgen. Doordat zijn/haar denken voortdurend in beslag genomen wordt door andere processen ("Gaat mijn lesgever dit wel goed vinden?", "Aan wie kan ik vragen om mijn essay na te lezen?", "Zijn dit voldoende woorden?",...), blijft er minder "denkkracht" over om over de inhoud van het essay te redeneren. Zo leidt schaarste bij die student tot een directe vermindering van de bandbreedte.
 

Wat kan ik als lesgever doen om de bandbreedte van mijn studenten breed te houden?

Sommige studenten ervaren op verschillende levensdomeinen schaarste: financiële schaarste, dierbaren die in conflictgebieden wonen en om wie zij zich zorgen maken, de vraag of zij aanvaard worden met hun (culturele, gender- of andere minderheids)identiteit, faalangst, … Als lesgever heb je op veel van deze aspecten weinig tot geen directe invloed. Maar wat kan je wel doen? Je kan jouw leeromgevingen zodanig ontwerpen dat ze tegemoet komt aan de pedagogische behoeften van studenten. Je zorgt ervoor dat ze over praktische zaken van de leeromgeving al zeker niet moeten piekeren en zo ondersteun je hen om hun bandbreedte breed te houden. We bespreken vier concrete acties die hiertoe kunnen bijdragen.

  • Een studiewijzer aanbieden waarin je je verwachtingen expliciteert
    Studenten hebben nood aan duidelijkheid en structuur. Via de website krijgen ze reeds een duidelijk beeld van het totale studieprogramma. Daarnaast willen studenten concreet horen wat de lesgever binnen een specifiek vak van hen verwacht. Het aanbieden van een studiewijzer en deze tijdens het eerste lesmoment overlopen, is hierbij een hulpmiddel. Naast algemene informatie bevat de studiewijzer best ook gepersonaliseerde informatie, bv. over de voorwaarden of manier waarop de lesgever gecontacteerd wil worden, concrete richtlijnen of verwachtingen m.b.t. bepaalde opdrachten, verwachtingen van de lesgever wat betreft studiehouding en tussentijdse leeruitkomsten van de studenten.
    De studiewijzer bevat ook de toelichting bij de evaluatie van het opleidingsonderdeel. Het belang van transparantie over de gestelde verwachtingen en evaluatiecriteria kwam reeds aan bod in een vorige onderwijstip (zie ECHO-tip 2018: Bevorderen van de doorstroom van kansengroepen in het hoger onderwijs). Belangrijk hierbij is dat een oplijsting van evaluatiecriteria in een jargon dat voor de lesgever duidelijk is, niet noodzakelijk begrepen wordt door studenten. Als studenten veel mentale capaciteit dienen te besteden aan het begrijpen van de evaluatiecriteria, blijft er minder bandbreedte over voor de studie zelf.
     
  • Gestructureerde opbouw van de les
    Een gestructureerde les vergroot het gemak waarmee studenten de opbouw van de redenering van de lesgever kunnen volgen. Studenten kunnen de aandacht dan richten op de eigenlijke redenering van de lesgever, en moeten geen mentale capaciteit besteden aan nadenken over hoe deze uitleg past binnen het opleidingsonderdeel of aansluit bij voorgaande lessen. Bij uitbreiding geldt deze actie ook voor de opbouw van een volledig opleidingsonderdeel.
     
  • Smartphone uitzetten tijdens de les
    Hoewel het voor studenten anno 2020 niet vanzelfsprekend is om hun smartphone uit te zetten om de aandacht exclusief te richten op de uitleg van de lesgever, is dit wel iets wat hen kan helpen om de bandbreedte breed te houden. Hier zijn twee voorwaarden aan verbonden, nl. dat de lesgever aan de studenten uitlegt waarom hij dit vraagt en dat er begrip wordt opgebracht als een student uitzonderlijk toch in contact moet blijven met de wereld buiten de aula. Uiteraard geldt dit niet alleen voor smartphone-gebruik, maar ook voor de afleiding die websites bieden wanneer studenten notities maken op hun laptop (zie ECHO-tip 2019: Laptops en smartphones in de aula).
     
  • Duidelijkheid bieden over de meest geschikte studiemethodiek
    ​In ECHO-tip 2018: Bevorderen van de doorstroom van kansengroepen in het hoger onderwijs kwam het normaliseren van ondersteuning aan bod. Veel studenten vragen zich voortdurend af of ze wel op de juiste manier studeren. Bij studenten uit kansengroepen is deze onzekerheid nog groter door de aanwezigheid van factoren zoals een minder aansluitende vooropleiding, andere thuistaal,… Dergelijke bezorgdheden over de studiemethodiek vernauwt hun bandbreedte en zorgt ervoor dat er minder ruimte overblijft om zich op de studie zelf te richten. Het is uiteraard niet de taak van de individuele lesgever om een opleiding studiemethodiek aan te bieden. Wel kunnen ze hun verwachtingen m.b.t. de studiemethodiek van studenten expliciteren en hen wijzen op de mogelijkheden tot ondersteuning die er bestaan, al dan niet aangeboden door de onderwijsinstelling zelf.

Meer weten?

ECHO-tip 2018: Bevorderen van de doorstroom van kansengroepen in het hoger onderwijs

Corradi, D., Levrau, F., Clycq, N., & Timmerman, C. (2017). Monitoraat op maat & Mentoraat Plus: een analyse van twee ondersteuningsinstrumenten aan de UAntwerpen: rapport. Antwerpen: Centrum Migratie & Interculturele Studies, Universiteit Antwerpen.

Corradi, D., Levrau, F., De Coninck, D., Nouwen, W., Clycq, N., & Timmerman, C. (2016). Analyse van studietrajecten en ondersteuningsbeleid aan de UAntwerpen. Antwerpen: Centrum Migratie en Interculturele Studies.

Mullainathan, S., & Shafir. E. (2013). Schaarste. Hoe gebrek aan tijd en geld ons gedrag bepalen. Amsterdam: Maven Publishing B.V.

Mani, A., Mullainathan, S., Shafir, E., & Zhao, J. (2013). Poverty impedes cognitive function. Science, 341, 976-980.

 

(ECHO-onderwijstip maart 2020)