Hoe duurzaam was de middeleeuwse stad?

Ecologie is vandaag een belangrijk ‘issue’ in het stedelijke leven. In een stad als Antwerpen beroeren ecologie-gerelateerde dossiers zoals de mobiliteitsproblematiek (de Lange Wapper), de uitbreiding van de haven (het Saeftinghedok) of de groene ruimte in de stad (de herinrichting van het Stadspark) op gezette tijdstippen de publieke opinie. Verstedelijking is echter géén recent fenomeen en de specifieke ecologische uitdagingen eigen aan verstedelijking stelden zich ook in een verder verleden. Dit is zeker het geval in de middeleeuwse Nederlanden, die samen met Noord-Italië, tot de vroegst en dichtst verstedelijkte regio’s van Europa behoorden. Middeleeuwse steden worden in film, literatuur, en ook door tijdgenoten vaak voorgesteld als vuil, ongezond en stinkend. Anderzijds beschouwen milieu-onderzoekers die steden soms ook als inherent duurzaam, want gebaseerd op een grotendeels organische economie met minimale inputs, een beperkt bevoorradingsgebied, en een maximale recyclage van afval en grondstoffen. Men spreekt wel eens van het ‘gesloten’ metabolisme van de pre-moderne stad, dat pas door de Industriële Revolutie geleidelijk werd opengebroken.
Vertrekkend van dit spanningsveld tussen stank en duurzaamheid, gaat Tim Simoens in deze lezing in op enkele belangrijke thema’s uit de ecologische geschiedenis van de middeleeuwse stad. Denk aan de controle over het water; de omgang met natuurrisico’s en rampen (overstromingen, misoogsten, epidemies), de energie-bevoorrading, de industriële vervuiling en de recyclage van organisch afval, en het al dan niet bestaan van inherente ecologische grenzen aan de middeleeuwse stadsgroei. Hij vertrekt daarbij van recente inzichten rond onder meer de externalisatie van ecologische risico’s, de ecologische ongelijkheid tussen arm en rijk; de pad-afhankelijkheid van technologische keuzes en de toenemende maar niet altijd onbaatzuchtige rol van de overheid in de omgang met het leefmilieu.

Tim Soens

Tim Soens is sinds 2007 Hoofddocent Middeleeuwse en Ecologische Geschiedenis aan het Departement Geschiedenis van de Universiteit Antwerpen. Hij studeerde Geschiedenis aan de Universiteit Gent en promoveerde er in 2006 met een proefschrift over waterbeheer, overstromingen en bedijkingen in de Vlaamse Kustvlakte (Middeleeuwen-Vroegmoderne Tijd). Nadien specialiseerde hij zich verder in onderzoek over de historische interactie tussen samenleving en ecologie. De laatste jaren spitste zijn onderzoek zich toe op de inpolderingsgeschiedenis van de Wase Scheldepolders en de ontwikkeling van de grootschalige vroegmoderne en moderne polderlandbouw in dit gebied. Daarnaast werd recent samen met collega’s van het Antwerpse Centrum voor Stadsgeschiedenis een nieuwe onderzoeksinfrastructuur rond de stedelijke ruimte opgestart: GIStorical Antwerp, een digitaal informatie-systeem dat op termijn alle historische, archeologische, en iconografische data over elk van de c. 10.000 huizen en percelen van de Antwerpse binnenstad en hun bewoners moet ontsluiten en beschikbaar maakt voor ruimtelijke analyse.