Woordspel in de Hebreeuwse Bijbel en de versiones antiquae

Dr. Karolien Vermeulen

Promotoren: Prof. dr. Klaas Smelik (UGent) & Prof. dr. Vivian Liska (UAntwerpen)

To Play or Not To Play. Wordplay in the Hebrew Bible (Genesis) 

Since the Hebrew Bible text was written down, people have shown interest in its exact wording. However, an academic study in which the language choices would be explained outside a religious-mystical framework has been non-existent for a long time. With I. Casanowitzc’s work on paronomasia at the end of the nineteenth century more and more notices of wordplay started to occur in academic articles, often in footnotes. More recently scholars such as G. Rendsburg, S. Noegel and M. Garsiel have made the unusual renderings as one of their main research topics. The current research project stands in the latter tradition, focusing on wordplay in the Hebrew Bible in the book of Genesis, and in particular on devices of a paronomastic or polysemous nature. The project is highly text based and draws on literary criticism, ancient and late ancient exegesis (Greco-Roman and rabbinic), and previous analyses of Genesis from different angles (narratological, historical-critical, theological, sociological …). Through the use of old translations, and comparative Semitics and literature, it aims to shed a light on the role and use of wordplay in Genesis and in extension in the Hebrew Bible. 

Zin of onzin. Woordspel in de Hebreeuwse Bijbel (Genesis) 

De verwoording van de Hebreeuwse Bijbeltekst heeft gedurende zijn lange geschiedenis steeds interesse gewekt. Een wetenschappelijke studie echter waarin de taalkeuzes verklaard worden buiten een religieus-mystiek kader ontbrak lange tijd. I. Casanowitzc’ werk over Bijbelse paronomasie op het einde van de negentiende eeuw gaf aanzet tot meer en meer vermeldingen van woordspel in wetenschappelijk werk, zeer vaak echter in voetnoten. Vandaag hebben onderzoekers als G. Rendsburg, S. Noegel en M. Garsiel van de ongewone wendingen één van hun voornaamste onderzoeksonderwerpen gemaakt. Het huidige project sluit aan bij die traditie en focust op woordspel in de Hebreeuwse Bijbel in het boek Genesis. Het onderzoek gebruikt de tekst zelf als initieel referentiekader en steunt verder op verworvenheden van de literaire kritiek, antieke en laatantieke exegese (zowel Greco-Romeins als rabbijns), en uiteenlopende reeds bestaande analyses van het boek Genesis (narratologisch, historisch-kritisch, Bijbelstheologisch, sociologisch,…). Met behulp van oude vertalingen en vergelijkende Semitische taal- en letterkunde, beoogt het onderzoek een licht te werpen op de rol en het gebruik van woordspel in Genesis en bij uitbreiding de Hebreeuwse Bijbel.