I.s.m. Isabelle Vloeberghs en Sara Erreygers – Dienst voor Studieadvies en Studentenbegeleiding

Elke docent of studiebegeleider komt wel eens studenten tegen met wie het niet goed lijkt te gaan. In sommige situaties is een student echt in nood en maak je je zorgen over de veiligheid van deze student of van andere betrokkenen. Het is niet altijd evident hoe je dan best reageert. In deze ECHO-onderwijstip geven we een aantal handvatten om crisissituaties te herkennen en ermee om te gaan. Onthoud vooral dat er in elke situatie verschillende gepaste manieren zijn om zorgzaam te reageren. Niets doen houdt het grootste risico in!

Dreigt een crisis?

Soms zie je een crisis bij een student aankomen, soms ook niet. Het is goed om steeds alert te zijn voor drie soorten signalen.

  • Signalen bij de studie: alarmerende signalen zijn: frequente afwezigheden, gemiste deadlines of afspraken, dalende kwaliteit van opdrachten, vaak uitzonderingen vragen, enz.
  • Signalen in gedrag en emoties: Een student die plots erg angstig, agressief of geïrriteerd reageert, of een student die zich plots erg somber toont, kan in moeilijkheden verkeren. Ook het niet reageren op vragen of mails, of het stopzetten van groepswerk of interactieve opdrachten, kan een crisis aankondigen. 
  • Lichamelijke signalen: Lichamelijke signalen zijn – zeker in geval van weinig live contact – erg moeilijk op te pikken. Toch kan je opmerken dat een student uitgeput is en mogelijk op een burn-out afstevent. Als je opmerkt dat een student sterk vermagerd is, zichtbare snij- of brandwonden of blauwe plekken heeft, moet je in elk geval actie ondernemen. 

Hoe handelen als je inschat dat een student in moeilijkheden zit?

Gesprek met studenten in moeilijkheden

Bekijk eerst op welke manier je het gesprek gaat voeren. Live interacties (op de campus, videogesprek, telefonisch, chatten) zijn te verkiezen boven e-mail, omdat je veel sneller kunt reageren op elkaar.

Geef van in het begin van het gesprek aan dat je bezorgd bent. Bombardeer de student niet met persoonlijke vragen, dat kan overkomen als een verhoor. Probeer vooral goed te luisteren en geef geen ongevraagd advies. Blijf rustig en erken de gevoelens en zorgen die de student ervaart.

Verder is het goed om jezelf in het hele verhaal niet te vergeten: hoe gaat het met jou, kan je dit aan, waar ligt jouw grens? Als je zelf met vragen of zorgen zit, is het een goed idee om hier met anderen over te praten.

Crisissituaties

Crisissituaties zijn heel zeldzaam en het is moeilijk om vaste richtlijnen te geven over hoe te handelen. Enkele suggesties die je kunnen helpen als je een situatie tegenkomt waarin iemand op het punt staat zichzelf of anderen schade toe te brengen:

  • Probeer kalm te blijven, neem geen bedreigende houding aan (bv. niet zomaar aanraken).
  • Probeer in contact te blijven en vraag bij wie de student terecht kan, vooral wanneer je enkel online contact hebt.
  • Probeer verzekerd over te komen en geef aan dat je ervoor gaat zorgen dat de student hulp krijgt.
  • Als de student kalm genoeg is, help hem/haar dan om naar de gepaste dienst(en) te geraken.
  • Als de student zich blijft gedragen op een manier die de eigen veiligheid of die van anderen in gevaar brengt, moet je de nooddiensten (ambulance of politie) op de hoogte brengen. Informeer ook altijd het hoofd van je dienst/afdeling/faculteit of de preventiedienst over wat er aan het gebeuren is.

Doorverwijzen

Enkele suggesties wanneer je de student doorverwijst:

  • Aarzel zeker niet om door te verwijzen als je zelf niet over de juiste vaardigheden of kennis beschikt.
  • Bij een doorverwijzing is het belangrijk om met de student de opties voor verdere hulp te bespreken en de student te helpen om tot een beslissing te komen over de alternatieven die er zijn.
  • Wees zeker en vastberaden over de noodzaak om door te verwijzen. Probeer ook de doorverwijzing positief te kaderen en te normaliseren.
  • Neem de verantwoordelijkheid niet over van de student: probeer hem/haar zoveel mogelijk te stimuleren om zelf afspraken te maken bij de dienst of persoon naar wie je doorverwijst.
  • Als je aan de student gezegd hebt dat je hem/haar nog zal contacteren nadat hij/zij contact heeft gelegd met de persoon of dienst naar wie je hebt doorverwezen, is het belangrijk om dat ook effectief te doen.