Wat is coaching?

Wat als… je studenten meenam op een ontdekkingstocht waarbij ze na verloop van tijd hun eigen gids werden? Wat als… je studenten tijdens je les door middel van gerichte interacties en feedback zou kunnen leiden naar meer zelfsturing? Wat als… je als docent naast lesgever, ook coach kon zijn voor je studenten? De kern van de coachingsaanpak is het faciliteren van het leren met behulp van actief luisteren en vraaggesprekken, en het bieden van de juiste uitdaging en ondersteuning (Griffiths, 2005). Door studenten gericht te coachen, kan je er als docent voor zorgen dat ze hun leren zelf gaan plannen, monitoren en evalueren, dat ze groeien in het verwerken en toepassen van leerinhouden en probleemoplossend leren denken. 


​Principes van goede coaching

Wat zijn nu die coachende vaardigheden die je tijdens het lesgeven kan inzetten? Hierna volgen zeven specifieke vaardigheden die volgens Clement (2015) bijdragen aan goede coaching.

  • Exploreren: ​Verken de situatie van je studenten: hoe is het met hun leervaardigheden gesteld? Wat doen ze al? Waar zijn ze sterk in?
  • Waarderen en bekrachtigen: Probeer een positief leerklimaat te creëren waarin ruimte is voor bevestiging en waardering.
  • Betrokken confronteren: Confronteer je studenten op gezette tijdstippen met opbouwende feedback, die de student motiveert om aan de slag te gaan. Door die feedback creëer je nieuwe leerkansen.
  • Uitdagen: Stimuleer hen om initiatief te nemen en hun grenzen te verleggen, bijvoorbeeld door samen uitdagende doelen op te stellen.
  • Inspireren: Door het stellen van gerichte vragen, kan je studenten inspireren om na te denken over alternatieve invalshoeken of mogelijke nieuwe pistes.
  • Toelaten: Studenten kunnen aanlopen tegen bepaalde gevoelens die hun leerproces in de weg zitten. Deze gevoelens toelaten en eventueel benoemen kan het leerproces weer op weg helpen.
  • Ontspannen: Een ontspannen leerklimaat is een onmisbaar gegeven voor zowel docent als student.


Het coachingsgesprek

Coachende vaardigheden zijn breed inzetbaar in het onderwijs en kunnen even zinvol zijn bij het lesgeven aan grote groepen, als bij het begeleiden van individuele studenten. Het eigenlijke coachingsgesprek daarentegen richt zich met name op het begeleiden van kleinere studentenaantallen (bijvoorbeeld bij groepswerk) of individuele studenten (bijvoorbeeld bij het begeleiden van een scriptie). Dit sluit echter niet uit dat bepaalde elementen eigen aan een coachingsgesprek ook kunnen ingezet worden bij het doceren aan grotere groepen.

​Tijdens een coachingsgesprek reflecteer je samen met de student over zijn leervaardigheden door middel van verdiepende vragen. Je geeft daarbij ontwikkelingsgerichte feedback, die gericht is op de groei van de student. Samen zoeken jullie naar de oorzaken van succes en falen en exploreren jullie verbetermogelijkheden (Slooter, 2018).

Een coachingsgesprek wordt gekenmerkt door een specifieke gespreksstructuur. Een model dat vandaag nog steeds breed wordt toegepast is het GROW-model van Whitmore (1992).


Samengevat

“Coachen is het beste uit de student halen door het beste van jezelf als docent in te zetten. Het is het regisseren van een ontdekkingstocht… met de regie in handen van de docent.” (Wyffels, 2014)