Zoals alle mystiek kan ook de christelijke mystiek slechts gekend worden zover zij in taal uitgedrukt wordt. Deze getuigenissen beschrijven de mystieke ervaring als een directe en passieve godservaring. In zichzelf gaat zij de rede te boven en overstijgt daarom alles wat men in taal bedenken kan. Haar beschrijving kan slechts door negatie te werk gaan: wat ervaren wordt is niets van alles wat een mens kan bedenken. Toch kunnen oersymbolen als licht, vuur, water en ruimte suggereren wat mystieke vereniging is. Zij drijft de taal tot het uiterste en brengt haar tot de hoogste vorm van poëtische expressie.

De Nederlanden kenden een invloedrijke mystieke traditie. De beroemdste vertegenwoordigers van deze stroming - Jan van Ruusbroec, Hadewijch, Beatrijs van Nazareth en Marguerite Porete - en hun pogingen om hun ervaringen in woorden uit te drukken zijn intensief bestudeerd aan het Ruusbroecgenootschap sinds het werd opgericht. Bovendien heeft het Instituut ook altijd wetenschappelijke aandacht getoond voor de minder bekende mystici en anonieme mystieke teksten.