Het tweede kwart van de zestiende eeuw kende de opkomst van een korte mystieke renaissance in het graafschap Gelre en het aangrenzende Rijnland. Het Sint-Agnesconvent in Arnhem vormde een belangrijk centrum in deze mystieke cultuur. De vrouwen die erbij betrokken waren, bevonden zich waarschijnlijk binnen en buiten dit klooster. Deze mystieke vrouwen stonden in nauw contact met de Kartuizers uit het Sint-Barbaraklooster in Keulen, die dezelfde doelen nastreefden als de vrouwen. Ze probeerden het oprechte katholicisme nieuw leven in te blazen via hun talrijke edities van klassieke en eigentijdse mystieke teksten. Een corpus van drie aan elkaar gerelateerde mystieke teksten is verbonden aan dit nauw verweven netwerk van mystieke vrouwen: de Arnhemse mystieke prekenDie evangelische peerle en Den tempel onser sielen. Deze teksten zijn een getuigenis  uit het middelpunt van de mystieke cultuur in deze regio. Ze zijn op zeer nauwe wijze aan elkaar verbonden door hun taal en mystieke inhoud. De voorbije jaren is het onderzoek naar deze amper bekend episode in de geschiedenis van de spiritualiteit sterk toegenomen.

Die grote euangelische Peerle: kritische editie (2014- )

De eerste editie van Die grote euangelische Peerle (1536-1537) is de basis voor de editie. Duidelijke fouten zijn gecorrigeerd aan de hand van vier andere tekstgetuigen:

  1. Die euangelische Peerle van 1535 (de zogenoemde kleine Peerle)
  2. De excerpten van de Peerle in het handschrift Den Haag, KB, 71 H 51 (midden zestiende eeuw)
  3. De derde editie van Die grote euangelische Peerle (1542)
  4. De negende en laatste editie van dezelfde tekst  (1629)

De orthografie van de tekst is gedeeltelijk gemoderniseerd en de overvloedige bronnen worden genoemd. De editie zal worden voorzien van een introductie waarin de inhoud en de context van het traktaat worden beschreven.

Auteurschap, compositie en tekstuele verbondenheid van drie 16e-eeuwse mystieke teksten. Een stylometrische benadering (2012-2016)

Dit onderzoeksproject richt zich op drie zestiende-eeuwse mystieke Nederlandse teksten, die enerzijds een mix van stilistische en literaire verbondenheid tonen en anderzijds individuele kenmerken. Die evangelische peerle, Vanden tempel onser sielen en de Arnhemse mystieke preken bevatten lexicale, semantische, conceptuele en stilistische overeenkomsten, die tegengewicht worden geboden door de karakteristieke trekken en de inconsistenties tussen en in de teksten. Het onderzoekscorpus biedt een unieke kans meerdere ergerlijke problemen te bekijken die verbonden zijn met 'auteurschap' en de verbondenheid tussen laatmiddeleeuwse, vroegmoderne teksten. In de zoektocht naar antwoorden op deze problemen, zullen de teksten zowel via traditionele literaire analyse als via stylometrie  bestudeerd worden.

  • Project: 2012 – 2016
  • Renske van Nie
  • Begeleiding: Kees Schepers & Walter Daelemans (CLiPS, Universiteit Antwerpen)
  • Beurs: FWO
  • Publicaties: proefschrift (in voorbereiding)

Beschrijving en analyse van de populariteit van veertiende-eeuwse mystieke Nederlandse en Duitse teksten in de zestiende eeuw (2010-2013)

Dit PhD-project was onderdeel van de onderzoekslijn van Kees Schepers naar de zestiende-eeuwse mystieke cultuur in Gelre. Deze onderzoekslijn onderzoekt specifiek de heropleving van de interesse in laatmiddeleeuwse mystiek kort na het begin van de Reformatie in vrouwelijke kloostergemeenschappen en begijnhoven in de Lage Landen.  Teksten die centraal staan in deze onderzoekslijn zijn contemporaine mystieke teksten geschreven in het Nederlands enerzijds (bijvoorbeeld Die euangelische peerle, Vanden tempel onser sielen en de Arnhemse mystieke preken), en oudere mystieke teksten uit Brabant en het Rijnland die de inspiratie vormden voor deze zestiende-eeuwse mystieke cultuur anderzijds. 

Het onderzoek van Markus Polzer richtte zich op de tekstuele geschiedenis van teksten die werden toegeschreven aan Johannes Tauler, gedrukt en gekopieerd in de zestiende eeuw, in de Lage Landen en in Duitsland. Zijn methode bekeek specifiek de paratextuele omkadering van de drukken en de handschriften, om zo te kunnen vaststellen hoe het boekontwerp werd gebruikt om religieuze boeken te promoten in een religieus gescheiden samenleving.

Het project maakte onderdeel uit van het Marie Curie Initial Training Network: Mobility of Ideas and Transmission of Texts: Vernacular Literature and Learning in the Rhineland and the Low Countries (ca. 1300-1550), een samenwerking met de universiteiten van Leiden, Oxford, Lecce en Freiburg. Het liep van 1 september 2010 tot en met 31 augustus 2013.

  • Project 2010-2013
  • Markus Polzer
  • Begeleiding: Kees Schepers
  • Beurs: Marie Curie Initial Training Network
  • Publicaties: 

De preken uit Hs Den Haag, KB, 133 H 13: getuige van een zestiende-eeuwse mystieke renaissance in Gelre (2007-2011)

Het Sint-Agnesconvent in Arnhem was een centrum van de zestiende-eeuwse mystieke cultuur, stevig geworteld in de werken van de veertiende-eeuwse Brabantse en Rijnlandse mystici Ruusbroec, Eckhart, Tauler en Suso. De originele teksten die uit deze cultuur voortsproten worden, echter, even sterk gekarakteriseerd door een specifieke Christocentrische mystiek gecombineerd met een mystiek begrip van de belangrijke dagen op de liturgische kalender. Deze plotse heropleving van mystiek in Arnhem en de omliggende Gelderse regio is pas recent herkend als een samenhangend fenomeen. Het blijkt terecht te kunnen worden bestempeld als een mystieke renaissance.

Een codex in de Koninklijke Bibliotheek in Den Haag, die 162 mystieke preken bevat en zeer waarschijnlijk vervaardigd is in het Sint-Agnesconvent, geeft een unieke inkijk in deze mystieke cultuur.

Het onderzoeksproject stelde zich twee doelen: (1) een beschrijving van de bijzondere aard van de mystieke cultuur en de inherente mystieke theologie waar deze preken van getuigen; (2) een beschrijving van het netwerk van relaties met vroegere en contemporaine systemen van mystiek en theologie.

  • Project: 2007-2011
  • Ineke Cornet
  • Begeleiding: Rob Faesen (KULeuven) en Kees Schepers
  • Beurs: FWO
  • Publicaties: proefschrift (in voorbereiding)

Zestiende-eeuwse mystieke cultuur in Gelre en het Rijnland (2007- )

Deze onderzoekslijn richt zich op een nog vrij onbekend onderzoeksveld in de geschiedenis van de Noord-Europese mystiek en spiritualiteit, in het bijzonder de mystieke cultuur in het oosten van de noordelijke Lage Landen en het aangrenzende Rijnland in het tweede en derde kwart van de zestiende eeuw. Deze periode, net na het begin van de Reformatie, kende een plotse heropleving van mystieke teksten en cultuur. Dit fenomeen was tot voor kort niet opgemerkt, waardoor er nog geen doelgericht onderzoek naar heeft plaatsgevonden. Alles wijst erop dat het Arnhemse Sint-Agnesklooster een vooraanstaand centrum was tijdens deze zestiende-eeuwse mystieke renaissance. De werken van Ruusbroec, Eckhart, Tauler en Suso - de klassieken uit de veertiende-eeuwse mystiek - werden er gelezen en gaven de inspiratie voor een hernieuwde focus op het mystieke leven en de mystieke ervaringen. Uit deze cultuur sproten enkele originele teksten voort, die onder meer werden gekarakteriseerd door een sterk Christocentrisme dat verbonden werd aan een mystieke imitatio Christi en een mystiek herleven van het liturgische jaar. Deze bloei van mystieke cultuur in Gelre vond plaats in de context van grote religieuze, culturele en sociale strijd en veranderingen, maar hoe de mystieke renaissance zich precies tot deze gebeurtenissen verhield, moet nog worden uitgezocht.

Drie teksten zijn van groot belang voor ons begrip van deze mystieke cultuur. Die evangelische peerle, Vanden tempel onser sielen, twee werken die al bekend waren en bestudeerd zijn, en de collectie van Arnhemse Mystieke Preken, een corpus van preken die pas recent zijn geïdentificeerd.

Een kritische editie met Engelse vertaling van de Arnhemse Mystieke Preken is in voorbereiding.