Letteren en Wijsbegeerte

Doctoraatsverdedigingen

Woon een doctoraatsverdediging bij of raadpleeg de voorbije verdedigingen

Ethics in Synthetic Biology: Towards an Embedded and Pluralistic Framework for Responsible Innovation - Varsha Aravind Paleri (17/11/2025)

Varsha Aravind Paleri

  • Doctoraatsverdediging: 17 november 2025 om 13 uur
  • UAntwerpen Stadscampus, promotiezaal Grauwzusters
  • Promotor: Kristien Hens
  • Inschrijven via mail

Abstract

Dit proefschrift onderzoekt de ethische dimensies van synthetische biologie (SynBio), een zich snel ontwikkelend vakgebied op het snijvlak van biologie en techniek. SynBio overstijgt traditionele biotechnologische interventies en introduceert nieuwe vormen van manipulatie die het mogelijk maken bestaande levensvormen te bewerken en zelfs nieuwe te creëren, waardoor de grenzen tussen het natuurlijke en het kunstmatige en tussen leven en technologie worden verlegd. Het eerste deel van het proefschrift bespreekt de belangrijkste ethische vragen die SynBio oproept en onderzoekt hoe deze vragen ons begrip van fundamentele concepten zoals leven, natuur en technologie veranderen. Het tweede deel presenteert de perspectieven van SynBio-wetenschappers zelf, gebaseerd op hun reflecties op de ethische uitdagingen die ze in hun dagelijkse laboratoriumpraktijken tegenkomen. Het derde deel biedt een alternatief kader om deze zorgen aan te pakken door een niet-dualistisch filosofisch perspectief te introduceren, dat dualiteiten zoals natuurlijk/kunstmatig en leven/machine herinterpreteert vanuit een meer integratieve invalshoek. Ten slotte stelt het proefschrift zowel een Standaard Operatie Procedure (SOP) als een ‘ethics-by-design’-toolbox voor om ethische reflectie praktisch en continu in wetenschappelijk onderzoek te verankeren. Er wordt gepleit voor een duurzame samenwerking tussen ethici en wetenschappers, beginnend bij de conceptie van een project, om te garanderen dat ethisch onderzoek een integraal onderdeel wordt van het ontwerp en de ontwikkeling van synthetische biologie.

De context weer tot leven brengen: Affordances in een getemporaliseerd ecologisch heden - Giulia Di Rienzo (18/11/2025)

Giulia Di Rienzo

  • Doctoraatsverdediging: 18 november 2025 om 13 uur
  • UAntwerpen Stadscampus, lokaal KS.203
  • Promotoren: Erik Myin (UAntwerpen) en Ludger van Dijk (Wageningen University)
  • Inschrijven via mail

Abstract

Deze thesis vertrekt vanuit de observatie dat de traditionele cognitieve wetenschap er vaak niet in slaagt om onze directe gevoeligheid voor wat reële situaties van ons vragen adequaat te verklaren. Als reactie hierop bouwt de thesis voort op een alternatieve ontologische houding die deze responsiviteit centraal stelt, en stelt dat een echte aandacht voor het concrete en het particuliere een herziening van onze filosofische methodologieën vereist. In het bijzonder wordt een alliantie voorgesteld met etnografische methoden, zodat het onderzoek kan vertrekken vanuit de praktijk van de echte wereld in plaats van vanuit abstracte beschrijvingen.

Hoofdstukken 1 en 2 behandelen hoe praktische problemen in interdisciplinair samenwerken kunnen worden herkaderd — niet als “cognitivistische” kennislacunes — maar als coördinatievraagstukken binnen praktijken. Hoofdstuk 2 gaat verder in op de beperkingen van traditionele benaderingen om praktische contexten in beeld te brengen. Ik betoog dat deze tekortkomingen voortkomen uit de veronderstelling van een scheiding tussen geest en wereld, of tussen organisme en omgeving, en de noodzaak om die kloof te overbruggen.

Hoofdstuk 3 verkent een alternatief door het concept van organisme-omgeving mutualisme uit te werken. Ik stel dat we, om werkelijk voorbij de dichotomie tussen organisme en omgeving te gaan, moeten onderzoeken hoe interactie wordt begrepen — ofwel via een atemporele interactionistische benadering, ofwel via een transactionele benadering. De thesis stelt dat transactionele mutualiteit de ontologische basis biedt die nodig is om ecologische psychologie te introduceren.

Hoofdstuk 4 gaat dieper in op de ecologische psychologie en benadrukt dat, hoewel haar fundamentele principes geworteld zijn in mutualisme, de interpretatie van dat mutualisme verschilt per traditie. De stroming die het meest aansluit bij de transactionele visie die ik verdedig, is de sociohistorische benadering van ecologische psychologie.

Hoofdstuk 5 bouwt voort op recente ontwikkelingen die de sociale dimensies van perceptie centraal stellen. Binnen deze visie zijn affordances niet beperkt tot het onmiddellijke moment. We moeten afstand nemen van abstracte, lineaire tijdsconcepten en evolueren naar een uitgebreide, dynamische temporaliteit — een die het heden ziet als verstrengeld in de voortschrijdende stroom van praktische betrokkenheid. Dit is wat Van Dijk en Withagen (2015) het ecologische heden noemen: een dynamisch veld waarin handelingen en mogelijkheden wederzijds afhankelijk zijn over meerdere tijdsschalen.

Hoofdstuk 6 richt zich op methodologie en stelt dat we serieus moeten omgaan met de implicaties van dit ontologische perspectief voor filosofisch onderzoek. Ik bepleit dat een soortgelijke verschuiving nodig is binnen de filosofische psychologie en de filosofie van de geest. Als we het hierboven geschetste ontologische wereldbeeld serieus nemen, dan is terugkeren naar de ruwe grond van praktijken niet slechts een methodologische keuze, maar een filosofische noodzaak voor theorievorming. Een wending naar praktijk zou het onderzoek verankeren in de gesitueerde aard van echte betrokkenheid en alledaagse activiteiten, en erkennen dat onze praktijken onlosmakelijk verbonden zijn met de contexten waarin ze plaatsvinden.

Gezamenlijk leggen deze drie bewegingen — het centraal stellen van onbepaaldheid, het prioriteren van gesitueerde praktijken, en het aandacht geven aan fenomenen zoals ze ontstaan en zich ontvouwen — de basis voor een werkelijk wereld-betrokken ecologische psychologie.

Hoofdstukken 7 en 8 presenteren de empirische basis van de thesis, bestaande uit één gepubliceerd artikel en één ingediend manuscript. Deze hoofdstukken maken gebruik van etnografische data en tonen aan hoe de theoretische inzichten die in de thesis zijn ontwikkeld, voortkomen uit en verankerd zijn in wetenschappelijke praktijken uit de echte wereld.

De politiek van licht: Koloniale macht, kennisoverdracht en de toverlantaarn in België (1885-1945) - Anse De Weerdt (27/11/2025)

Anse De Weerdt

  • Doctoraatsverdediging: 27 november 2025 om 14 uur
  • ULB, Campus du Solbosh, salle UD.6.215
  • Promotoren: Karel Vanhaesebrouck (ULB), Nele Wynants en Marnix Beyen (UAntwerpen)
  • Voertaal: Engels

Abstract

Tussen 1885 en 1945 keerden Belgische en West-Europese kolonialen regelmatig terug uit de koloniën met foto's gemaakt met draagbare Kodak-camera's. Deze beelden werden omgezet in glasplaten voor projectie met de toverlantaarn. De lantaarnvoordrachten die hieruit voortkwamen waren publieke performances waarin persoonlijk verhaal, spektakel en aanspraken op wetenschappelijkheid samenkwamen. In organisaties zoals het Koninklijk Aardrijkskundig Genootschap van Antwerpen (opgericht 1876) en de Union Coloniale Belge (opgericht 1912) werkten sprekers en publiek samen aan het vestigen van wetenschappelijk gezag. Sprekers, instellingen en toehoorders versterkten elkaars credibiliteit en ensceneerden kennis als zowel spektakel als collectieve consensus.

Door deze praktijken te reconstrueren, onderzoekt dit proefschrift hoe koloniale denkbeelden werden geproduceerd en in stand gehouden via terugkerende visuele en performatieve formats. Het beschouwt deze bijeenkomsten als sociale gelegenheden die leden van het koloniale establishment met elkaar verbonden en bijdroegen aan de reproductie van hiërarchie en imperiale ideeën. Door benaderingen uit performance studies, visuele geschiedenis en kennisgeschiedenis te combineren, onderzoekt het proefschrift hoe licht zelf deel werd van de machinerie van koloniale macht.

Voorbije doctoraatsverdedigingen