Letteren en Wijsbegeerte

Doctoraatsverdedigingen

Woon een doctoraatsverdediging bij of raadpleeg de voorbije verdedigingen

Een corpusgebaseerde analyse van connectieven in L2 Duits: Inzichten in het effect van de moedertaal op academische schrijfvaardigheid in een vreemde taal - Helena Wedig (17/03/2025)

Helena Wedig

  • Doctoraatsverdediging: 17 maart 2025 om 14.30 u.
  • F. De Tassiszaal, Hof van Liere en online
  • Promotoren: Carola Strobl, Jim Ureel en Tanja Mortelmans
  • Inschrijven via helena.wedig@uantwerpen.be

Abstract

Cohesie is essentieel voor duidelijke, lezersgerichte academische teksten, maar het gebruik van adequate cohesiemiddelen vormt een uitdaging voor schrijvers in een vreemde taal (L2). Daarom is cohesie een interessant onderwerp voor onderzoek naar cross-linguïstische invloed. Onderzoek heeft aangetoond dat de moedertaal (L1) het gebruik van cohesieve middelen in de L2 Engels beïnvloedt, maar onderzoek naar cohesie in L2 Duits is tot heden schaars. Geen enkele studie heeft tot nog toe de invloed van L1 Nederlands op cohesie in L2 Duits onderzocht, terwijl een potentieel grote invloed aannemelijk is door de nauwe verwantschap van de twee talen.

Dit proefschrift onderzoekt de rol van L1 Nederlands in het gebruik van connectieven in L2 Duits. Met behulp van de Contrastive Interlanguage Analysis methode zijn drie corpora met elkaar vergeleken: het Belgisches Deutschkorpus (Beldeko) (L1 Nederlands, L2 Duits), het German Summary Corpus L1 (GerSumCo L1) (L1 Duits) en het German Summary Corpus L2 (GerSumCo L2) (L2 Duits, diverse L1). De corpora bevatten samenvattingen van identieke bronteksten die onder vergelijkbare omstandigheden geschreven zijn en maken op deze manier een systematische analyse van cross-linguïstische invloed op cohesie in L2 Duits mogelijk.

De belangrijkste bevindingen van dit proefschrift tonen een invloed van L1 Nederlands op het gebruik van connectieven bij het schrijven van academische samenvattingen in L2 Duits alsook verschillen in het gebruik van connectieven tussen schrijvers met L1 en L2 Duits. Een andere bevinding betreft de schrijftaak, die van invloed blijkt te zijn op het gebruik van connectieven in tekstproductie in L1 en L2 Duits. Hieruit kan geconcludeerd worden dat het taaktype samenvatting, tot nu toe eerder onderbelicht in L2 schrijfonderzoek, interessant is voor verder onderzoek, vooral gezien het toenemende belang van de taak in officiele Duitse taalexamens. Het nieuwe Duitse samenvattingscorpus GerSumCo, dat in de loop van dit project werd verzameld, effent het pad voor dergelijk onderzoek en verruimt het aanbod aan leerderscorpora Duits. Daarnaast kunnen de annotatierichtlijnen voor cohesieve hulpmiddelen die tijdens het project zijn ontwikkeld, worden toegepast op andere soorten teksten en taken om meer inzicht te krijgen in cohesie in L2 Duits. Tot slot blijkt uit de resultaten naar welke connectieven de aandacht zou moeten uitgaan in het taalonderwijs voor gevorderden om het adequaat gebruik van cohesiemiddelen door leerders van L2 Duits bij het schrijven van academische en professionele teksten te bevorderen.

Seven Against Ulisse: Or Ulysses' Wondrous Journey Back to Ital[li]a - Monica Paulis (27/03/2025)

Monica Paulis

Abstract

Het doel van dit proefschrift is om een systematische contextuele, tekstuele en intertekstuele analyse uit te voeren van de weergave van taalvariatie en meerstemmigheid in de zeven Italiaanse (her)vertalingen van James Joyce’s Ulysses tot aan zijn honderdste verjaardag, door te focussen op:

  • de effecten die de Italiaanse taal (waarin Joyce zich verdiepte toen hij tussen 1904 en 1920 in Triëst woonde) had op het ontstaan van Ulysses;
  • de ‘plurale’ aanwezigheid van Ulysses als linguïstisch product binnen het Italiaanse culturele systeem, mogelijk gemaakt door de aanwezigheid van meerdere (her)vertalingen, en de interacties die tussen deze plaatsvinden;
  • de weergave in (her)vertaling van heteroglossie (anderstalige elementen - Bakhtin 1981) en heterologie (variatie binnen één taal - Todorov 1984), en de reconstructie van de polyfonie of meerstemmigheid (Bakhtin 1981) die in de brontekst ontstaat door de aanwezigheid van dergelijke elementen.

De conceptuele benadering die aan de basis ligt van dit project is geworteld in dialogisme (Bakhtin) en in het bijzonder in het inzicht dat passages met heteroglossische en heterologische elementen als meerstemmig worden ervaren. Wat de methodologische benadering betreft, is de contextualisering van Joyce’s gebruik van de Italiaanse taal gebaseerd op de analyse van primair bronmateriaal (zijn Italiaanse correspondentie en essays). De contextuele, tekstuele en intertekstuele analyses van de zeven vertalingen zijn op hun beurt verankerd in Sociology of Translation (Bourdieu) en Descriptive Translation Studies (Toury), uitgaande van het idee dat vertalingen ‘feiten van hun doelcultuur’ zijn (“facts of the culture which hosts them” Toury 1995, p. 24).

Door dialogisme als conceptuele achtergrond te gebruiken, is het mogelijk om contextuele, tekstuele en intertekstuele factoren met betrekking tot zowel het origineel als de zeven Italiaanse doelteksten met elkaar te verbinden, en om Ulysses en zijn Italiaanse vertalingen te zien als onderdeel van een zich voortdurend ontwikkelende ‘macrotext’ (O’Neill 2005), die alle werken van Joyce en al hun vertalingen in alle talen omvat. Vanuit dit perspectief kan hervertaling worden gezien als een proces dat ervoor zorgt dat de dialoog tussen de brontekst en de ontvangende culturele systemen voortdurend openblijft.

Interlingual respeaking as a new translation standard? How live subtitling is (or isn't?) reshaping accessiblity and interpreting - Michał Górnik (7/04/2025)

Michał Górnik

  • Doctoraatsverdediging: 7 april 2025 om 9 uur
  • Online
  • Promotoren: Ma​łgorzata Tryuk (UW), Anna Jankowska (UAntwerpen) en Wojciech Figiel (UW)
  • Inschrijven via rnd.jezyk@uw.edu.pl

Abstract

Ondertitels worden veelvuldig gebruikt om taalbarrières in audiovisuele content te verkleinen. Respeaken is een techniek om live ondertitels en transcripties te creëren met behulp van spraakherkenningssoftware. Bij interlinguaal respeaken komt nog een extra aspect kijken: het tolken uit een andere taal. In het buitenland benadrukken onderzoekers en mensen in het veld dat de vraag naar interlinguaal respeaken begint toe te nemen, maar huidig wetenschappelijk onderzoek naar dit onderwerp volstaat niet om het werkelijke potentieel van interlinguaal respeaken op de Poolse (en andere) vertaalmarkten te begrijpen.

Het onderzoek in dit proefschrift heeft als doel het potentieel van interlinguaal respeaken als alternatief voor tolken te bepalen. De centrale onderzoekshypothese impliceert dat interlinguaal respeaken in bepaalde contexten een optimale vertaaloplossing biedt, in tegenstelling tot simultaan of consecutief tolken. Dit kan worden verklaard doordat interlinguaal respeaken een grotere toegankelijkheid biedt voor mensen met specifieke behoeften en het respeakers in staat stelt om vanop afstand te werken, en doordat het eindproduct een geschreven tekst is die als basis kan dienen voor bijvoorbeeld latere machinevertaling.

Dit proefschrift bestaat uit een inleiding, acht hoofdstukken, een conclusie, een tabel met verklaringen van de belangrijkste termen, een bibliografie en bijlagen. De eerste vijf hoofdstukken vormen het theoretische kader van dit onderzoek. Hoofdstuk Zes presenteert de onderzoeksmethodologie, evenals gedetailleerde hypothesen en onderzoeksvragen. Hoofdstuk Zeven presenteert en bespreekt de resultaten van dit doctoraatsonderzoek. Hoofdstuk Acht biedt een uitgebreide samenvatting van de conclusies die werden getrokken uit zowel de data-analyse als de literatuurstudie.

Voorbije doctoraatsverdedigingen