Kerncompetenties van de educatieve master geschiedenis
Domeinspecifieke component
Historisch referentiekader
De Master heeft een uitgediepte kennis van een specifiek domein binnen de Europese of wereldgeschiedenis sinds de middeleeuwen en kan deze kennis ook op andere domeinen zelfstandig uitbreiden.
1. De master heeft naast een algemene kennis van en inzicht in de wereldgeschiedenis een gespecialiseerde en uitgediepte kennis opgebouwd van een periode en een domein. Hij/zij kan die kennis en inzichten efficiënt uitbreiden in functie van originele wetenschappelijke vraagstellingen.
Historisch-kritisch denken
De master heeft zich een probleemstellende, wetenschappelijke en historisch-kritische houding eigen gemaakt. Daardoor is hij/zij in staat om op creatieve en innovatieve wijze deel te nemen aan het wetenschappelijk debat op basis van zijn/haar onderzoekservaring, kennis van het historisch debat en inzicht in de wetenschapstheoretische achtergrond van zijn/haar discipline.
2. De master beschikt over het vermogen om autonoom een originele wetenschappelijke vraagstelling te formuleren en een bijpassende onderzoeksstrategie te ontwerpen.
3. De master bezit een grondige kennis van en inzicht in de wetenschapstheoretische componenten van het historisch onderzoek.
4. De master heeft de attitude ontwikkeld om vanuit zijn/haar wetenschapstheoretische achtergrond en zijn/haar concrete historische onderzoekservaringen actief deel te nemen aan het wetenschappelijke debat, en beschikt daarvoor over de nodige kennis, inzicht en vaardigheden.
5. De master heeft een gevorderde kennis van en inzicht in de belangrijkste wetenschappelijke debatten die verband houden met zijn/haar in de master gekozen specialisaties.
6. De master heeft de kennis, vaardigheden en attitude om zijn/haar kennis en inzichten efficiënt uit te breiden in een proces van levenslang leren.
Onderzoeksvaardigheden
De master kan bij het analyseren van complexe historische en actuele problemen de historische onderzoeksmethodes en hulpwetenschappen op efficiënte en vernieuwende wijze toepassen, vertrekkend vanuit de spatio-temporele eigenheid van het bronnenmateriaal.
7. De master beschikt, voor de specialisaties die hij/zij kiest in de master, over een uitgediepte kennis en dito inzichten uit de historische kritiek, de heuristiek, en de relevante historische hulpwetenschappen en heeft de vaardigheid en attitude om deze kennis efficiënt uit te breiden in functie van een specifieke wetenschappelijke vraagstelling.
8. De master beschikt over de vaardigheid om, op basis van informatie verzameld uit oorspronkelijk bronnenmateriaal, literatuur en/of een veelheid aan informatiekanalen en -bronnen op creatieve en innovatieve wijze een historisch onderzoek uit te werken waarbij een historische vraagstelling getoetst wordt.
9. De master bezit een gevorderde vaardigheid om specifieke hulpwetenschappen en kennis van historische talen toe te passen die onontbeerlijk zijn voor zijn/haar in de master gekozen specialisaties.
Multi-disciplinariteit
De master kan complexe historische ontwikkelingen verklaren door zijn/haar diepgaand historisch inzicht te combineren met een gevorderde beheersing van relevante theorieën en inzichten uit andere disciplines, in het bijzonder uit de gedrags- en cultuurwetenschappen.
10. De master heeft een diepgaand inzicht in de relevante theorieën en inzichten uit de gedrags- en cultuurwetenschappen in functie van zijn/haar voor de master gekozen specialisaties.
Plaats in de maatschappij
De master kan vanuit zijn/haar wetenschapstheoretische achtergrond en historische onderzoekservaring diepgaand reflecteren over de rol van het verleden en het historisch onderzoek in actuele maatschappelijke debatten op verschillende niveaus (van lokaal tot globaal) en op basis daarvan deze debatten verrijken met originele inzichten verkregen door zelfstandig historisch onderzoek.
11. De master heeft een gevorderd inzicht in de verschillende fundamentele ontwikkelingen in de samenleving die verband houden met zijn/haar in de master gekozen specialisaties.
12. De master heeft de attitude ontwikkeld om vanuit zijn/haar wetenschapstheoretische achtergrond en zijn/haar concrete historische onderzoekservaringen actief deel te nemen aan het maatschappelijke debat, en beschikt daarvoor over de nodige kennis, inzicht en vaardigheden.
13. De master is in staat te reflecteren over de rol van de historicus (en geschiedenis) in de cultuur- en gedragswetenschappen en in de huidige maatschappij in bredere zin.
14. De master beschikt over een aantal historische competenties die inzetbaar zijn in een breed beroepenveld, zoals snel patronen herkennen in complexe informatie, actuele verschijnselen plaatsen in de bredere context en in hun ontwikkeling, hoofd- van bijzaken onderscheiden en tot een synthese komen. Zo is de master geschiedenis in staat een originele bijdrage aan het vakgebied te leveren en die buiten het strikt historische veld te vertalen naar een publiek van specialisten en leken.
Lerarencomponent
Referentiekader
15. De educatieve master beheerst gespecialiseerde theoretische en praktische kennis, vaardigheden en attitudes die de basiscompetenties voor leraren zoals geformuleerd in het ‘Besluit van de Vlaamse Regering van 8 juni 2018 betreffende de basiscompetenties van de leraren’ ondersteunt, zowel op algemeen pedagogisch als op (vak)didactisch vlak.
16. De educatieve master heeft een diepgaande vakinhoudelijke kennis zoals geëxpliciteerd in de leerresultaten van de domeinspecifieke component.
17. De educatieve master kan de onderwijskundige, (vak)didactische en domeinspecifieke kennis zelfstandig uitbreiden, actualiseren, verbreden, verdiepen en verbinden met actuele maatschappelijke thema’s en ontwikkelingen. Hij/zij kan deze kennis zelfstandig en geïntegreerd toepassen en deze inzetten om voor lerenden uitdagende leeromgevingen te creëren. Hij/zij kan op basis van de verworven competenties eigen nieuwe ideeën voor de onderwijspraktijk ontwikkelen en aan de realiteit toetsen.
Klasniveau
18. De educatieve master kan de beginsituatie van een leergroep en individuele lerenden en hun specifieke onderwijsbehoeften in kaart brengen. Hij/zij kan een leeromgeving creëren die in al haar didactische componenten (leerdoelen, leerinhouden, leermaterialen, werk- en groeperingsvormen, evaluatie en feedback) aansluit bij die beginsituatie, inclusief is en responsief ten aanzien van de diversiteit in de leergroep.
19. De educatieve master beschikt over klasmanagementvaardigheden om een positief leer- en leefklimaat te creëren. Hij/zij kan door doelgerichte activiteiten en formele en informele interacties de brede persoonlijke, intellectuele en maatschappelijke ontplooiing van leerlingen ondersteunen.
20. De educatieve master kan omgaan met diversiteit en met de context van een grootstedelijke omgeving.
21. De educatieve master kan de organisatie van onderwijs- en leeractiviteiten op korte en lange termijn plannen, met het oog op het creëren van een gestructureerde, efficiënte, veilige en stimulerende leeromgeving, gesteund op wetenschappelijke evidentie.
Samenwerking met partners
22. De educatieve master kan communiceren met ouders of verzorgers met diverse achtergronden in diverse talige situaties met het oog op informatie-uitwisseling, het stimuleren van de betrokkenheid en participatie en het samen ontwikkelen van constructieve oplossingen om het leren van de lerenden te ondersteunen en te stimuleren.
23. De educatieve master kan constructief samenwerken met externe partners met het oog op het verrijken van het onderwijs- en vormingsaanbod en het faciliteren van de doorstroming tussen onderwijsniveaus en naar de arbeidsmarkt.
Onderzoekende houding
24. De educatieve master kan zelfstandig het beschikbare (inter)nationale wetenschappelijk onderzoek in het domein van het leraarschap in het algemeen en zijn discipline in het bijzonder ontsluiten, kritisch-reflectief benaderen en de inzichten toepassen in de eigen klas- en schoolcontext.
25. De educatieve master kent de mogelijkheden en grenzen van verschillende theoretische paradigma’s in onderwijskundig, (vak)didactisch en vakinhoudelijk onderzoek.
26. De educatieve master gaat, gesteund op wetenschappelijk evidentie, kritisch-reflectief om met informatie, onderwijspraktijken, methodieken en leermiddelen. Hij/zij is zich bewust van lacunes in de empirische evidentie voor het gepast invullen van het leraarschap.
27. De educatieve master kan een volledige onderzoekscyclus doorlopen over een onderwijsrelevant onderwerp waarbij hij/zij op grond van theoretische en praktijkgerichte inzichten een bijdrage kan leveren aan ontwikkelingen in onderwijs.
28. De educatieve master kan op basis van een actieve en onderzoekende houding voor beroepsvernieuwing bijdragen aan schoolbeleid en schoolontwikkeling.
29. De educatieve master kan door onderzoekend leren en kritische zelfevaluatie zijn functioneren als leraar bijsturen en op deze manier richting en innovatie geven aan zijn professionele praktijk en ontwikkeling.
School en maatschappij
30. De educatieve master heeft inzicht in organisatieprincipes van scholen en van goed schoolbeleid.
31. De educatieve master kan in een schoolteam constructief samenwerken met collega’s. Hij/zij kan initiatief nemen tot, deelnemen aan en leiding geven aan disciplinair en interdisciplinair teamoverleg en aan klasoverschrijdende activiteiten.
32. De educatieve master kan over onderwijskundige thema’s, het lerarenberoep, en zelf ontwikkelde oplossingen voor de onderwijspraktijk communiceren met collega’s en andere stakeholders in het onderwijs en als professional deelnemen aan het maatschappelijk debat.