Erasmus en zijn angsten

Erasmus was niet in alle opzichten de humanist die zich als een intellectueel pur sang in de grote debatten van zijn tijd mengde en op een volstrekt rationele wijze oplossingen trachtte aan te reiken. In zijn denken schuilen premissen die niet logisch onderbouwd worden en voor een stuk met zijn irrationele bezorgdheden of persoonlijke aspiraties te maken hebben. Zijn veelgeprezen kosmopolitisme beantwoordt niet volledig aan wat wij daar vandaag onder verstaan (aan sommige culturen ging Erasmus zijn leven lang blind voorbij). Hij is ook niet vrij gebleven van geniepige uitlatingen over andere volkeren, wanneer rancune tegenover bepaalde personen zijn blik vertroebelde, of van vleierij, wanneer hij op een gunst van iemand hoopte. Zijn grote angst was dat de christenwereld nog in zijn tijd zou verbrokkelen. Ook op microniveau had Erasmus zijn constante fobieën - besmet te raken door syfilis, of opeens op droog zaad te komen zitten.
Struinend door het werk van Erasmus brengt Dirk Sacré de man tot leven en plaatst, naast de bevlogen denker en schrijver, de mens met zijn kleinere kantjes voor het voetlicht.

Dirk Sacré

Dirk Sacré studeerde Klassieke Filologie aan de de K.U.Leuven en doctoreerde in 1986 in de Neolatijnse literatuur met als onderwerp de Italiaanse Neolatijnse dichter Aonius Palearius (1504-1570) en zijn anti-Lucretiaanse leerdicht. Tussen 1987 en 1998 was hij voltijds docent, vervolgens hoogleraar aan de Universiteit Antwerpen met als opdracht Latijnse taal en letterkunde. Vanaf 1994 is hij docent aan de KULeuven; sinds 1998 als voltijds hoogleraar, vervolgens gewoon hoogleraar, met als opdracht Latijnse en Neolatijnse taal en letterkunde. Thans is hij coördinator van de Onderzoekseenheid Latijnse literatuurstudie en van het 'Seminarium Philologiae Humanisticae' van de K.U.Leuven. Daarnaast is hij ondervoorzitter van de 'Academia Latinitati Fovendae' te Rome en General Editor van 'Humanistica Lovaniensia', het toonaangevende tijdschrift voor Neolatinistiek. Hij heeft bijzondere belangstelling voor (en publicaties over) het Humanisme in de Nederlanden (o.a. Lipsius en Erasmus), Neolatijnse poëzie (o.a. jezuïetenpoëzie), de Receptie van de Klassieke literatuur in de Renaissance en daarna, alsook posthumanistische en moderne Latijnse literatuur.