Kerncompetenties voor de educatieve master engineering en technologie

1. De master identificeert en analyseert een geavanceerd technisch probleem en de deelproblemen, zich baserend op een brede actuele wetenschappelijke kennis en technische expertise van de eigen discipline. 

2. De master kiest resultaatgericht de meest geschikte aanpak voor een geavanceerd technisch probleem op basis van kennis en technische expertise en houdt daarbij rekening met efficiëntie, duurzaamheid, haalbaarheid en veiligheid.

3. De master werkt een geavanceerd technisch ontwerp systematisch en nauwgezet uit, rekening houdend met de randvoorwaarden en onzekerheden van het project.

4. De master zet beschikbare multidisciplinaire kennis, expertise en vaardigheden in voor het uitwerken van een creatieve en innovatieve oplossing voor een discipline-eigen geavanceerd technisch probleem.

5. De master verzamelt, verwerkt en synthetiseert de relevante data, technische en/of wetenschappelijke informatie op een kritische en doelgerichte manier.

6. De master ontwerpt creatief, nauwgezet en zelfredzaam een onderzoeks- of ontwikkelingsplan volgens de wetenschappelijke systematiek en selecteert daarbij onderbouwd de gepaste methodologie.

7. De master voert kritisch en doelmatig een onderzoeks- of ontwikkelingsplan uit en getuigt daarbij van een onderzoekende houding.

8. De master rapporteert correct en gestructureerd en verantwoordt daarbij gemaakte keuzes en gekozen methode(n) vanuit de discipline-eigen kennis, expertise en vaardigheden.

9. De master wendt de essentiële sociale en communicatieve vaardigheden aan om op constructieve wijze verschillende rollen of verantwoordelijkheden op te nemen in een team.

10. De master wendt de nodige vaardigheden aan om op systematische en efficiënte wijze een project te managen en de impact van dat project correct te kunnen inschatten.

11. De master houdt in het handelen rekening met de actuele, maatschappelijke, internationale en mondiale context met aandacht voor ecologie, economie, ethiek, duurzaamheid, klimaat en het milieu.

12. De master is vertrouwd met de diverse samenleving, is zich bewust van het eigen referentiekader en handelt respectvol en inclusief.

13. De master communiceert over de eigen discipline in meerdere talen verbaal, schriftelijk en grafisch gepast, doeltreffend en correct, zowel met experten als met leken.

14. De master is zich bewust van het eigen competentieniveau en zet proactief in op mogelijke leerkansen gericht op persoonlijke en professionele groei.

15. De master argumenteert helder en doelgericht, houdt rekening met verschillende perspectieven en streeft een gedragen beslissing na.

16. De master lost biochemische ingenieursproblemen op basis van een gevorderde toepassingsgerichte kennis van (bio)chemische ingenieurstechnieken en een brede wetenschappelijke achtergrond in de domeinen van de milieubiotechnologie, industriële biotechnologie en voedingsmiddelentechnologie en reflecteert hierover.

17. De master past de geijkte (industriële) processen, methodes en procedures toe bij het analyseren, ontwerpen en testen van (bio)chemische installaties en bij het uitvoeren van (bio)chemische experimenten.

18. De master ontwikkelt, beheerst en verbetert (bio)chemische producten en processen en houdt daarbij rekening met veiligheid, milieu en systematische kwaliteitszorg.

19. De master implementeert en optimaliseert het bouwkundig ontwerp van een infrastructuur- of gebouwenproject op basis van fundamentele kennis van bouwmaterialen, uitvoeringstechnieken en vanuit een brede wetenschappelijke achtergrond.

20. De master plant, coördineert en controleert zelfredzaam bouwkundige projecten en heeft daarbij aandacht voor economie, ecologie, ethiek, duurzaamheid, klimaat, kwaliteit, milieu, veiligheid en welzijn.

21. De master berekent, analyseert en optimaliseert geavanceerde technische problemen met betrekking tot stabiliteit op een geïntegreerde en multidisciplinaire wijze en reflecteert daarover.

22. De master ontwerpt en optimaliseert duurzame, creatieve en innovatieve gebouwen en infrastructuur met oog voor economie, ecologie, ethiek, duurzaamheid, klimaat, kwaliteit, milieu, veiligheid en welzijn.

23. De master lost geavanceerde chemische ingenieursproblemen op op basis van fundamentele kennis van chemische ingenieurstechnieken en een brede wetenschappelijke achtergrond en reflecteert hierover.

24. De master past de geijkte (industriële) processen, methodes en procedures toe bij het analyseren, ontwerpen en testen van (bio)chemische installaties en bij het uitvoeren van chemische experimenten.

25. De master ontwikkelt, beheerst en verbetert (bio)chemische producten en processen en houdt daarbij rekening met veiligheid, milieu en systematische kwaliteitszorg.

26. De master lost elektromechanische ingenieursproblemen op basis van een fundamentele kennis van ingenieurstechnieken in automatisering, elektrotechniek, energie en mechanica en een brede wetenschappelijke achtergrond en reflecteert hierover.

27. De master bestudeert, ontwerpt, simuleert en valideert complexe elektromechanische systemen en processen en gebruikt daarbij discipline-eigen kennis, expertise en vaardigheden.

28. De master integreert kennis uit de domeinen mechanica, automatisering, elektrotechniek en energie.

29. De master creëert een industrieel elektronisch hardware-, software- en communicatiesysteem op basis van state-of-the-art discipline-eigen kennis, expertise en vaardigheden en reflecteert hierover.

30. De master volgt tijdens het ontwerpen de geschikte (industriële) processen, methodes en testprocedures om tot een realisatie te komen.

31. De master houdt bij het ontwerpproces rekening met de niet-functionele vereisten die eigen zijn aan de beperkingen van het ontwerp.

32. De educatieve master beheerst gespecialiseerde theoretische en praktische kennis, vaardigheden en attitudes die de basiscompetenties voor leraren zoals geformuleerd in het ‘Besluit van de Vlaamse Regering van 8 juni 2018 betreffende de basiscompetenties van de leraren’ ondersteunt, zowel op algemeen pedagogisch als op (vak)didactisch vlak.

33. De educatieve master heeft een diepgaande vakinhoudelijke kennis zoals geëxpliciteerd in de leerresultaten van de domeinspecifieke component.

34. De educatieve master kan de onderwijskundige, (vak)didactische en domeinspecifieke kennis zelfstandig uitbreiden, actualiseren, verbreden, verdiepen en verbinden met actuele maatschappelijke thema’s en ontwikkelingen. De educatieve master kan deze kennis zelfstandig en geïntegreerd toepassen en deze inzetten om voor lerenden uitdagende leeromgevingen te creëren. De educatieve master kan op basis van de verworven competenties eigen nieuwe ideeën voor de onderwijspraktijk ontwikkelen en aan de realiteit toetsen.

35. De educatieve master kan de beginsituatie van een leergroep en individuele lerenden en hun specifieke onderwijsbehoeften in kaart brengen. De educatieve master kan een leeromgeving creëren die in al haar didactische componenten (leerdoelen, leerinhouden, leermaterialen, werk- en groeperingsvormen, evaluatie en feedback) aansluit bij die beginsituatie, inclusief is en responsief ten aanzien van de diversiteit in de leergroep.

36. De educatieve master beschikt over klasmanagementvaardigheden om een positief leer- en leefklimaat te creëren. De educatieve master kan door doelgerichte activiteiten en formele en informele interacties de brede persoonlijke, intellectuele en maatschappelijke ontplooiing van leerlingen ondersteunen.

37. De educatieve master kan omgaan met diversiteit en met de context van een grootstedelijke omgeving.

38. De educatieve master kan de organisatie van onderwijs- en leeractiviteiten op korte en lange termijn plannen, met het oog op het creëren van een gestructureerde, efficiënte, veilige en stimulerende leeromgeving, gesteund op wetenschappelijke evidentie.

39. De educatieve master kan communiceren met ouders of verzorgers met diverse achtergronden in diverse talige situaties met het oog op informatie-uitwisseling, het stimuleren van de betrokkenheid en participatie en het samen ontwikkelen van constructieve oplossingen om het leren van de lerenden te ondersteunen en te stimuleren.

40. De educatieve master kan constructief samenwerken met externe partners met het oog op het verrijken van het onderwijs- en vormingsaanbod en het faciliteren van de doorstroming tussen onderwijsniveaus en naar de arbeidsmarkt.

41. De educatieve master kan zelfstandig het beschikbare (inter)nationale wetenschappelijk onderzoek in het domein van het leraarschap in het algemeen en de eigen discipline in het bijzonder ontsluiten, kritisch-reflectief benaderen en de inzichten toepassen in de eigen klas- en schoolcontext.

42. De educatieve master kent de mogelijkheden en grenzen van verschillende theoretische paradigma’s in onderwijskundig, (vak)didactisch en vakinhoudelijk onderzoek.

43. De educatieve master gaat, gesteund op wetenschappelijk evidentie, kritisch-reflectief om met informatie, onderwijspraktijken, methodieken en leermiddelen. De educatieve master is zich bewust van lacunes in de empirische evidentie voor het gepast invullen van het leraarschap.

44. De educatieve master kan een volledige onderzoekscyclus doorlopen over een onderwijsrelevant onderwerp waarbij die op grond van theoretische en praktijkgerichte inzichten een bijdrage kan leveren aan ontwikkelingen in onderwijs.

45. De educatieve master kan op basis van een actieve en onderzoekende houding voor beroepsvernieuwing bijdragen aan schoolbeleid en schoolontwikkeling.

46. De educatieve master kan door onderzoekend leren en kritische zelfevaluatie het eigen functioneren als leraar bijsturen en op deze manier richting en innovatie geven aan de eigen professionele praktijk en ontwikkeling.

47. De educatieve master heeft inzicht in organisatieprincipes van scholen en van goed schoolbeleid.

48. De educatieve master kan in een schoolteam constructief samenwerken met collega’s. De educatieve master kan initiatief nemen tot, deelnemen aan en leiding geven aan disciplinair en interdisciplinair teamoverleg en aan klasoverschrijdende activiteiten.

49. De educatieve master kan over onderwijskundige thema’s, het lerarenberoep, en zelf ontwikkelde oplossingen voor de onderwijspraktijk communiceren met collega’s en andere stakeholders in het onderwijs en als professional deelnemen aan het maatschappelijk debat.