Ontwerp­wetenschappen

Dierenhuisvesting

Biodiversiteit op de campus krijgt een boost

Architectuurstudenten ontwerpen dierenverblijfplaatsen voor Stadscampus

Een cohousingproject voor huismussen, zwarte roodstaarten, gierzwaluwen en vleermuizen kreeg een plekje op de Stadscampus van UAntwerpen. Ook enkele andere dierenverblijven, allemaal ontworpen en gerealiseerd door studenten architectuur, worden weldra geïnstalleerd. Op die manier krijgt de biodiversiteit op de campus een boost.

Op de Stadscampus van de Antwerpse universiteit werd er de voorbije decennia heel wat ge- en verbouwd. Voor studenten en medewerkers is de campus een aangename plek om te vertoeven. “Bij het realiseren van al die projecten ging er weinig aandacht naar natuurinclusief bouwen”, vertelt Hans Barbier, docent in de opleiding architectuur. “Met eenvoudige voorzieningen aan gebouwen, zoals architectonische aanpassingen aan het ontwerp of het aanpassen van een werkwijze of de te gebruiken materialen, kan veel bereikt worden voor de biodiversiteit en leefbaarheid.”

“Architecten en zeker architecten in spe wachten belangrijke uitdagingen in de strijd tegen de klimaatverandering. Bij het (ver)bouwen zullen ze duurzame materialen moeten gebruiken en energiebesparingen moeten realiseren. Ze zullen ook aandacht moeten besteden aan het behoud en de ontwikkeling van biodiversiteit. Een gebouw staat niet op zichzelf, ook de omgeving is van belang.”

Onlosmakelijk verbonden

Natuur en pand moeten tijdens het (ver)bouwen onlosmakelijk met elkaar verbonden zijn. Dat kan bijvoorbeeld door het integreren van verblijfplaatsen voor dieren die in gebouwen wonen – denk onder meer aan vleermuizen, gierzwaluwen en huismussen – en het benutten van daken en gevels.

Tijdens een projectweek voegden de studenten van het eerste jaar architectuur de daad bij het woord: ze ontwierpen en realiseerden in samenwerking met de klimaatgroep van UAntwerpen, Natuurpunt en het Departement Infrastructuur van de universiteit dierenverblijven voor vogels, kleine zoogdieren en insecten. Die verblijven krijgen een plek op de Stadscampus, zodat heel wat soorten hun weg kunnen (terug)vinden naar de universiteitsgebouwen. De verblijfplaatsen zijn hoofdzakelijk opgetrokken in hout, maar ook andere, gerecupereerde materialen mochten gebruikt worden.

Cohousingproject

Dinsdag werd alvast een van de dierenverblijven geïnstalleerd tegen de gevel van het gebouw op de Paardenmarktsite. Het gaat om een cohousingproject voor huismussen, zwarte roodstaarten, gierzwaluwen en vleermuizen, een ontwerp van de studenten Merel Melis, Tezeta Saillart, Gloria Sprengers, Rik Van Lent en Amierkhan Sapralyev.

“De jury vond het een hartverwarmend ontwerp”, zegt Gwenn Van Laer van de opleiding architectuur. “Het is een mooie realisatie van een broed- en drinkplaats voor vogels, waarbij water het uitgangspunt van het ontwerp wordt. Het dierenverblijf is compositorisch sterk, eenvoudig, heeft een goeie lichtwerking (contrast licht-schaduw) en intelligent materiaalgebruik.”

Het project kreeg een plekje bij een patio die recent werd onthard. Heel binnenkort zorgen de docenten architectuur op diezelfde plaats nog voor aanplantingen. Ook de andere gerealiseerde dierenverblijven krijgen een plek op en rond verschillende gebouwen op de Stadscampus.