Vijf vragen en antwoorden bij competentiegericht onderwijs

De laatste jaren is er veel gesproken en geschreven over het realiseren van ‘competentiegericht onderwijs’. Desondanks bestaat er nog relatief veel onduidelijkheid over het begrip ‘competenties’ en over wat competentiegericht onderwijs inhoudt. Bij rondvraag blijkt dat de meeste docenten heel twijfelend antwoorden wanneer hen gevraagd wordt “of hun onderwijs competentiegericht is”. In deze tip gaan we in op vijf veel gestelde vragen bij competentiegericht onderwijs.

Wat is een competentie?

Een competentie is een geïntegreerde basiscluster van kennis, vaardigheden en attitudes. Daar waar in traditioneel onderwijs hoofdzakelijk de reproductie van kennis benadrukt werd, zijn ook vaardigheden en attitudes van belang in competentiegericht onderwijs. Een van de belangrijkste kenmerken van competentiegericht onderwijs is de afstemming met het werkveld. Studenten dienen zo goed mogelijk voorbereid te worden op de toekomstige afzetmarkt. Om die afstemmingen te bekomen wordt bijvoorbeeld gewerkt met projectwerk, groepswerk of portfolio’s; en worden studenten en externen ingezet bij het geven van feedback en beoordelingen.

Worden kennis en hoorcolleges niet overbodig bij competentiegericht onderwijs?

Een vaak gegeven kritiek op competentiegericht onderwijs is dat studenten enkel vaardigheden zullen beheersen en dat hun kennisbasis beperkt zal zijn. Kennis vormt echter de onmisbare basis van een competentie. De kennis die vaardigheden en attitudes onderligt, blijft cruciaal en wordt dan ook expliciet meegenomen in de toetsing. Wel zal er verwacht worden dat studenten kennis gaan kunnen toepassen met een bepaalde attitude. Bijvoorbeeld, niet enkel weten (kennis) welk advies aan klanten overbracht wordt bij een gegeven opdracht, maar dit ook aantonen (vaardigheden) volgens bepaalde standaarden (attitudes). Het is niet omdat studenten iets kunnen dat ze ook kunnen expliciteren welke kennis onderliggend gebruikt wordt. Kennis krijgt dus een andere invulling binnen competentiegericht onderwijs: ze staat niet meer op zichzelf. Dit wilt dan ook zeggen dat (activerende) hoorcolleges een duidelijke plaats behouden in competentiegericht onderwijs.  

Wat wordt er bedoeld met ‘geïntegreerd’ toetsen?

In traditionele curricula wordt verwacht dat studenten later zelf wat ze geleerd hebben gaan integreren in hun job. Het integreren van kennis, vaardigheden en attitudes blijkt echter net een van de moeilijkste opgaven. Integratie vraagt veel tijd en gebeurt vaak pas laat (of niet) in de opleiding. Veel studenten hebben moeilijkheden met het integreren van wat ze tot nu toe geleerd hebben. Het voorbeeld bij uitstek hiervan is de bachelor- of masterproef. Studenten krijgen vaak losse ‘kennis-bouwstenen’ aangereikt doorheen een opleiding (bv., wat zijn belangrijke elementen van een probleemstelling), maar hebben deze niet of beperkt leren toepassen (bv., zelf een probleemstelling formuleren bij een specifiek onderzoek met een gepaste wetenschappelijke insteek). Bij competentiegericht onderwijs wordt dus al van bij de start geïntegreerd. De complexiteit van de integratie neemt vervolgens toe doorheen de opleiding. Bijvoorbeeld, voor een gegeven eenduidige casus een probleemstelling formuleren en hieruit de principes van een probleemstelling destilleren, of vice versa de principes toepassen op een casus. Doorheen vakken opbouwen naar het schrijven van kritische en onderbouwde probleemstellingen.                     

Zijn ‘zelfsturing’ en ‘levenslang leren’ niet gewoon mooie idealen?

“We moeten de studenten hun handje toch ook niet gaan vasthouden”. Dit is niet wat zelfsturing betekent, maar ook het volledig loslaten van studenten wordt niet bedoeld met zelfsturing en levenslang leren. Binnen competentiegericht onderwijs is het net belangrijk om de ondersteuning die studenten krijgen geleidelijk af te bouwen. In het begin worden ze dus sterk ondersteund, bijvoorbeeld, doordat de docent zelf iets voordoet (hoe hij/zij feedback geeft op een opdracht, welke aspecten belangrijk zijn). Om vervolgens geleidelijk aan deze ondersteuning af te bouwen en de studenten zelf aan de slag te laten gaan (bv., door met peer feedback of assessment te gaan werken). Wanneer opleidingen aandacht besteden aan levenslang leren wordt hierbij gericht aandacht besteed aan het ‘leren leren’. Bijvoorbeeld, het leren geven van feedback, het leren inschatten van eigen prestaties, het leren plannen van eigen werk of het leren werken in groep. Dergelijke competenties worden meer en meer ingebouwd in opleidingen.

Moet elk opleidingsonderdeel competentiegericht toetsen?

In traditionele opleidingen staan opleidingsonderdelen vaak eerder los van elkaar, terwijl opleidingsonderdelen in competentiegerichte opleidingen sterk op elkaar voortbouwen. Denk hierbij bijvoorbeeld aan het uitbouwen van leerlijnen of een toetsbeleid. Een competentiegerichte aanpak heeft een impact op het hele curriculum aangezien opleidingsonderdelen sterk op elkaar voortbouwen. Zo kunnen eerst bepaalde kennis en vaardigheden los van elkaar aangebracht worden om dan in volgende opleidingsonderdelen geïntegreerd aan bod te komen. Wanneer slechts enkele opleidingsonderdelen competentiegericht te werk gaan, zullen dus de impact en de gedragenheid van het competentiegerichte karakterbeperkter zijn. Of een opleiding competentiegericht is, is dus geen ja/nee-vraag. De mate waarin opleidingen competentiegericht onderwijs aanbieden kan namelijk verschillen. Afstemming tussen opleidingsonderdelen vraagt het nodige draagvlak, de nodige tijd en middelen.

Meer weten?

ExpertiseCentrum Hoger Onderwijs (2013). Vijftig onderwijstips. Antwerpen-Apeldoorn: Garant. (Voor personeelsleden UAntwerpen hier online raadpleegbaar):

  • tip 3: een activerend en motiverend hoorcollege
  • tip 47: de relatie tussen leerdoelen en competenties

ExpertiseCentrum Hoger Onderwijs (in druk). Praktijkboek Innoverend Hoger Onderwijs. Tielt: LannooCampus.

  • hoofdstukken 1 en 2: Competentiegericht onderwijzen en toetsen

Dochy, F., & Nickmans, G. (2005). Competentiegericht opleiden en toetsen: Theorie en praktijk van flexibel leren. Utrecht: Lemma.

Vlaamse Onderwijsraad. (2008). Competentie-ontwikkelend onderwijs: Een verkenning. Antwerpen-Apeldoorn: Garant.

 

(Onderwijstip januari 2015)