De zij-instroom in het hoger onderwijs wordt een steeds belangrijkere piste in levenslang leren. Dit brengt met zich mee dat een groeiend aantal studenten de vraag stelt naar EVC: de erkenning van elders verworven competenties.

Studenten die gebruik willen maken van de zogenaamde EVC-procedure (zie www.evcvlaanderen.be voor verdere informatie over deze procedure), stellen een portfolio samen. Hierin tonen zij aan dat zij bepaalde competenties waarrond gewerkt wordt in een betreffende opleiding, al verwierven in een niet formele leercontext (werk, stage, maatschappelijk engagement).

Om dergelijk EVC-portfolio te kunnen beoordelen zijn drie elementen van centraal belang:

1. Duidelijke opleidingscompetenties

In een reguliere, niet-EVC onderwijscontext zijn drie componenten voorhanden die samen het onderwijs vormgeven, namelijk: 1) de opleidingscompetenties, 2) de eigenlijke opleiding(sonderdelen), en 3) de toetsing.

In een EVC-context is de tweede component, ‘de opleiding(sonderdelen)’ niet aanwezig. Concreet betekent dit dat je als docent de opleidingscompetenties niet kan verduidelijken tijdens je onderwijs. Zij worden onmiddellijk getoetst. Het hebben van zeer heldere opleidingscompetenties die ruim gedragen worden binnen de betreffende opleiding, is dan ook een must in een EVC-context, meer nog dan in een reguliere onderwijssetting. Bijkomend is het belangrijk dat deze competenties leerwegonafhankelijk geformuleerd zijn. Competenties waarin bijvoorbeeld sprake is van ‘de theorieën zoals die besproken worden tijdens de opleiding’ zijn dus uit den boze.

2. Expliciete beoordelingscriteria

Om subjectiviteit bij de beoordeling tegen te gaan, is het belangrijk om concrete criteria voorop te stellen op basis waarvan de kwaliteit van de portfolio beoordeeld wordt. Een goed opgestelde criterialijst zorgt ervoor dat de gulden middenweg wordt bewandeld tussen een globale beoordeling van een competentie enerzijds en het afvinken van zeer gedetailleerde criteria zonder oog voor het geheel anderzijds.

Als bijlage vindt u een voorbeeld van een beoordelingsformulier met de criteria zoals die, in het kader van een EVC-procedure, gebruikt worden voor de beoordeling van de competentie ‘Organiseren en coördineren van de diverse aspecten van zorg om ze te laten verlopen als een continu en integraal proces’ van het brugprogramma Verpleegkunde (KdG, Departement Gezondheidszorg).

3. Overleg tussen de betrokken beoordelaars

In een EVC-context zijn meerdere docenten samen verantwoordelijk voor de beoordeling van een portfolio. Het is belangrijk dat deze docenten voorafgaand aan het doornemen van de portfolio met elkaar afstemmen over de beoordelingscriteria. Zijn deze voor iedereen duidelijk? Krijgen alle criteria hetzelfde gewicht of is het voldoen aan een bepaald criterium een noodzakelijke voorwaarde opdat de competentie erkend wordt?

Ook nadat elke docent de portfolio heeft doorgenomen is overleg noodzakelijk. Dit ter uitwisseling van de verantwoording van de gegeven oordelen. Het is aangewezen dat elke docent de portfolio zo kort mogelijk voor het overleg doorneemt en daarbij zoveel mogelijk concrete voorbeelden noteert die zijn/haar oordeel staven. Ook al vindt iedereen het gemakkelijk als de oordelen volledig in elkaars lijn liggen, toch blijkt in de praktijk dat verschillen tussen beoordelaars mogelijk een juister beeld geven van de kwaliteit van de portfolio dan absolute overeenkomst. Verschillen (eerder dan gelijkenissen) opzoeken en met elkaar doorpraten om zo te komen tot een valide conclusie is dus de boodschap.

Meer weten?

Stes, A. (2009). Toetsing: wat, waar, wie, wanneer, welke vorm? In: Van Petegem, P. (2009). Praktijkboek activerend hoger onderwijs. Leuven: Lannoo Campus.

Dochy, F., Heylen, L., & Van de Mosselaer, H. (2002). Assessment in onderwijs. Nieuwe toetsvormen en examinering in studentgericht onderwijs en competentiegericht onderwijs. Utrecht: Lemma.

Elshout-Mohr, M., & Oostdam, R. (2001). Assessment van competenties in een dynamisch curriculum. Amsterdam: SCO-Kohnstamm Instituut.

Wijnants, L., Hermans, I., & Vandeput, L. (2011). Innovatief evalueren in het hoger onderwijs. Leerwegonafhankelijk summatief toetsen. Leuven: Lannoo Campus.

www.evcvlaanderen.be

www.auha.be (doorklikken op ‘onderwijs’ en vervolgens op ‘EVC’) 

 

(Onderwijstip juni 2015)