Om studenten te leren argumenteren of onderbouwd en gestructureerd hun mening te leren uiten, kunnen docenten in het hoger onderwijs discussies organiseren. Het is echter niet altijd gemakkelijk om een discussie te laten plaatsvinden. De lesgever heeft hier niet altijd de tijd voor tijdens de lessen of studenten zijn simpelweg niet in staat om elkaar face-to-face te ontmoeten (bijvoorbeeld, in het geval van werkstudenten). Een mogelijke oplossing is dan om gebruik te maken van een elektronisch discussieforum. In deze tip behandelen we verschillende rollen die een lesgever kan opnemen bij het voorbereiden en begeleiden van een elektronisch discussieforum. Ook focussen we op enkele algemene aandachtspunten.


De voorbereiding

De lesgever is eerst en vooral organisatorvan de elektronische discussiegroep. Dit betekent dat men nadenkt over doelen, format en groepssamenstelling van en eigen rol in de elektronische discussiegroep. Een discussiegroep kan verschillende doelen hebben: moeten studenten leren kijken vanuit verschillende perspectieven, hun eigen mening kunnen geven, samen kennis ontwikkelen, een probleem kunnen oplossen of zijn ze vrij in het inbrengen van een discussieonderwerp of vraag die ze beantwoord willen zien? Het doel beïnvloedt uiteraard het format van de discussiegroep. In het laatste geval, de vrije discussiegroep, zal het volstaan om simpelweg een elektronisch forum ter beschikking te stellen. In de andere gevallen moet er meer gestuurd worden: een discussie aan de hand van stellingen, een opdracht, casus of bepaalde literatuur behoort dan tot de mogelijkheden. Hierbij moet opgemerkt worden dat de vrije discussiegroep het meeste kans heeft om een lege doos te blijven. Naast doel en format kan men ook nadenken over de groepssamenstelling. Indien uw context het toelaat, is een groep van 8-10 deelnemers per discussie ideaal: groot genoeg om een minimale berichtenstroom te creëren en een discussie levend te houden (hierover later meer) en tegelijkertijd klein genoeg om een overzicht en een zeker groepsgevoel te behouden (zie ECHO-tip 2016: Studenten indelen in groepen). Ten slotte is het nuttig stil te staan bij de rol van u als docent: wat gaat u (buiten het organiseren van de discussiegroep) nog doen? Bent u, als inhoudsexpert,  steeds bereikbaar voor inhoudelijke vragen van studenten? Bent u ook beschikbaar voor vragen over technische moeilijkheden? Gaat u de discussie modereren?  Hoe sterk gaat u in de discussie ingrijpen? etc.

Een tweede rol in de voorbereidingsfase is deze van communicator. Goed communiceren over de elektronische discussiegroep is essentieel. In het algemeen geldt: des te duidelijker en alles omvattender de opdrachtinstructie, des te beter. Als het mogelijk is, raden we zelfs aan deze communicatie tijdens een contactmoment op te nemen. Ook kan deze in de elektronische leeromgeving zelf opgenomen worden. Eventueel kunnen er zelfs instructiefilmpjes beschikbaar gesteld worden.

Wat kan er in deze communicatie opgenomen worden? Uiteraard alle bovenstaande zaken: doel, format, groepssamenstelling en uw rol. Daarnaast kan men afspraken maken met studenten over gedrags- en communicatieregels binnen de discussiegroep, de zogenaamde nettiquette (voorbeeld 1, voorbeeld 2). Ook kan men ingaan op: wat de student precies moet doen binnen het gekozen format, een beoordeling en/of beoordelingscriteria die verbonden zijn met de discussiegroep, hoe lang de discussiegroep beschikbaar blijft, hoe frequent men moet posten, hoe men kwaliteitsvol moet posten (zie hieronder), een meer technische uitleg over de discussiegroep (waar en hoe kan ik posten, hoe kan ik posts aanpassen of wissen, …), wat men kan doen bij problemen of vragen,…  
 

De discussie zelf

In de voorgaande fase hebt u de elektronische discussiegroep voorbereid en hierover gecommuniceerd. Nu is het tijd om uw studenten te laten discussiëren. Om de drempel voor hen te verlagen en een bepaald groepsgevoel te creëren, is het nuttig dat de studenten van een groep zich eerst kort voorstellen aan elkaar. Net als in een ‘gewone’ leeromgeving is het sociale aspect in een elektronische leeromgeving immers ook belangrijk. Hier aandacht aan schenken kan ertoe leiden dat studenten meer gemotiveerd zijn of het gemakkelijker vinden deel te nemen aan discussies. Concreet kan dit door in het discussieforum een discussielijn aan te maken die ingaat op zaken als: ‘wie ben ik?’; ‘wat is mijn motivatie om deel te nemen aan dit opleidingsonderdeel/opleiding?’, … .

Tijdens de discussie is het raadzaam om als lesgever niet te sterk aanwezig te zijn en niet te veel informatie te verschaffen. Het zijn de studenten die moeten discussiëren. De rol die u opneemt is die van moderator, die studenten met hints, vragen en bepaalde tussenkomsten in kleine stapjes verder helpt. Dit kan zowel op inhouds- als op procesniveau. Inhoudelijk tussenkomen betekent dat u (door het plaatsen van discussielijnen) kan wijzen op bepaalde inzichten die niet of te weinig aan bod komen, een andere invalshoek voorlegt, vragen stelt over een bepaalde theorie of opmerking die een student maakt,… . Op procesniveau tussenkomen houdt in dat u (opnieuw door gebruik te maken van discussielijnen), bijvoorbeeld, wijst op het feit dat de studenten te ver afwijken van het oorspronkelijk doel van de discussie, sommige studenten aanmaant om deel te nemen terwijl u overactieve deelnemers wat probeert af te remmen, wijst op bepaalde opmerkingen in de discussie die belangrijk zijn om diepgaander te verkennen, de discussie soms samenvat om de kernpunten te belichten, tegengestelde meningen in de kijker zet,… . Samengevat kunnen we stellen dat u, als lesgever, zorgt dat de discussie verder kan evolueren door zowel inhoudelijk als procesmatig bij te sturen.

Afsluitend willen we nog opmerken dat er uiteraard steeds ruimte voor een eigen rolinvulling is. Dit hebben we al aangeraakt in het onderdeel over de discussievoorbereiding. Hierbij zijn twee overwegingen nog belangrijk. Ten eerste, hoeveel tijd wilt u in de begeleiding steken? Des te uitgebreider uw rol, des te meer tijd dit zal kosten. Ten tweede, houd rekening met de kenmerken van uw doelgroep.  Als uw studenten nog geen of weinig ervaring hebben met (elektronisch) discussiëren zal een meer intensieve begeleiding en uitgebreidere communicatie noodzakelijk zijn.
 

Algemene aandachtspunten

Naast de verschillende rollen die u tijdens de voorbereiding en begeleiding van een elektronisch discussieforum kan opnemen, zijn er nog enkele algemene aandachtspunten belangrijk.

  • De discussie levend houden
    Het is belangrijk dat er voldoende berichten gepost worden. Een vuistregel hierbij is dat het uitblijven van input gedurende drie dagen betekent dat een niet-verplichte discussie best beëindigd wordt. U kan bereiken dat studenten voldoende posten door als moderator op te treden. Er zijn echter ook nog andere, meer organisatorische, manieren om een discussie levend te houden en ervoor te zorgen dat studenten actief participeren. Zo kan u de discussie als een wezenlijk aspect van het opleidingsonderdeel opnemen. Dit kan, bijvoorbeeld, door deelname aan de discussie als een opdracht te beschouwen, door de discussie als noodzakelijke voorbereiding van een contactmoment op te nemen (zie ook ECHO-tip 2015: Flipped classroom) of door een beoordelingsaspect aan de discussie te koppelen.
     
  • Kwaliteitsvolle discussie
    Naast voldoende berichten is de kwaliteit van berichten ook belangrijk. Kwaliteitsvolle berichten maken een kwaliteitsvolle discussie. Een hogere kwaliteit kan bereikt worden door:
    • de discussie inhoudelijk over de taak of leerinhoud te laten gaan
    • te eisen van studenten dat er in elk bericht nieuwe kennis wordt toegevoegd
    • te zorgen dat berichten op elkaar aansluiten. Dit betekent dat een bericht een reactie moet zijn op een eerder bericht.  Een manier om dit te bereiken, is studenten een stramien aan te reiken:
      • Spreek de auteur van het bericht waarop u wil reageren persoonlijk (met naam) aan
      • Verduidelijk in eigen woorden kort wat deze persoon zei
      • Geef aan: ik ben het hier mee eens/oneens
      • Vul verder aan waarom, hierbij gebruik makend van nieuwe kennis/ideeën/theorieën/…
         
  • Het overzicht behouden
    ​Om zowel voor uw studenten als voor uzelf, een overzichtelijke discussie te creëren, kunt u volgende aandachtspunten nog meenemen:
    • Een veertigtal berichten in een discussie is ongeveer het maximum. Dit komt bij, bijvoorbeeld, 10 deelnemers, neer op elk twee berichten per week op een twee weken durende discussie. Het is natuurlijk ook mogelijk om meerdere thema’s tegelijk of na elkaar te bediscussiëren.
    • Het is handig om studenten hun berichten telkens een titel of inhoudelijk subject mee te laten geven waarin kort het onderwerp van het bericht wordt aangegeven. Zo wordt een lange rij replies (Re: …) vermeden.
    • Het is niet voldoende om alleen naar het aantal berichten te kijken, ook het tijdstip van plaatsing is van belang. Een spreiding in het tijdstip van plaatsing zorgt voor een meer overzichtelijke discussie dan een situatie waarin alle studenten vlak voor de deadline hun bericht plaatsen. 
       

Meer weten?

Over elektronische discussiegroepen:

Smits, M. H. S. B., Stijnen, P. J. J, de Bie, M. D. & Bastiaens, TH. J. ( 2006). De E3 begeleider. Effectief, Enthousiast, Elektronisch. Ervaringen uit de praktijk van het hoger onderwijs. Groningen: Wolters – Noordhoff.

Van der Pol, J. & Admiraal, W. (2003). Het succesvol inzetten van asynchrone elektronische discussies. Onderzoek van onderwijs, 23 (2), 26-31.

BV-databank:

ExpertiseCentrum Hoger Onderwijs (ECHO) : Onderwijstips:


Over begeleiden in een online leeromgeving

Anderson, T. (Ed.) (2008). The theory and practice of online learning. Edmonton: AU press.

  • Hoofdstuk 14: Teaching in an online learning context

Digitale didactiek

 

Over discussiebegeleiding (algemeen)

Idea Paper 49: Effective classroom discussions

 

Voor UAntwerpen-personeelsleden

Handleiding e-campus: discussiefora: Deze kan u vinden (na login) onder “Mijn onderwijs > Organisaties > Blackboard ” – “handleidingen en richtlijnen”

 

(Onderwijstip april 2016)